thema 6.4 Voortplanting bij planten en dieren: vruchten en zaden

thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.4 Vruchten en zaden
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.4 Vruchten en zaden

Slide 1 - Slide

Video herhaling

https://schooltv.nl/video/hoe-groeit-een-tomaat-het-groeiproces-van-zaadje-tot-tomaat/

Slide 2 - Slide

Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
Zaad beginsel

Slide 3 - Drag question

grote
kroonbladeren
plakkerig 
stuifmeel
geen geur
vertakte
stampers
nectar
kleurige 
kroonbladeren
meeldraden buiten de bloem
geur
licht stuifmeel
onopvallende kroonbladeren
wind 
bestuiving
insecten 
bestuiving

Slide 4 - Drag question

Bij welk onderdeel vind de bestuiving plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Bij welk onderdeel vind de bevruchting plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kun je de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.

Slide 7 - Slide

Inleiding
Na de bevruchting ontstaan in het vruchtbeginsel 1 of meerdere zaden. Het vruchtbeginsel is het begin van een vrucht.

Vruchten zijn er in alle soorten en maten.

Slide 8 - Slide

6.4 Vruchten en zaden
Na de bevruchting verandert er veel in een bloem.
In het vruchtbeginsel beginnen 1 of meer zaadbeginsels te groeien.

Alleen de zaadbeginsels waarin de eicellen zijn bevrucht, groeien uit tot zaden.

De andere zaadbeginsels in het vruchtbeginsel verschrompelen.

Slide 9 - Slide

6.4 Vruchten en zaden
Het vruchtbeginsel wordt groter.
Het groeit uit tot een vrucht.

De zaden bevinden zich in de vrucht.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

6.4 Vruchten en zaden
De vrucht van een bonenplant heet een peulvrucht.

In de afbeelding op de vorige bladzijde zie je de veranderingen bij een bloem van een bonenplant.
We gaan deze veranderingen stap voor stap bekijken.

Slide 12 - Slide

1: de bloem voor de bevruchting.

2: Na de bevruchting beginnen het vruchtbeginsel en de zaadbeginsels te groeien.


Slide 13 - Slide

3. De kroonbladeren en de meeldraden vallen af, het vruchtbeginsel wordt steeds langer.

4. De bloemkelk verschrompelt, er blijft alleen een restant over. Ook van de stijl blijft alleen een restant over, ze zaadbeginsels worden groter.

Slide 14 - Slide

5. Als de boon rijp is, wordt de zaadhuid donkerder.

Uiteindelijk breekt de vrucht open en komen de zaden vrij.

Slide 15 - Slide

6.4 Vruchten en zaden
Sommige vruchten bevatten vruchtvlees: het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht.


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

6.4 Vruchten en zaden
Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten.
Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden.

In sommige vruchten zit maar 1 zaad.
In andere vruchten zitten meerdere zaden.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

6.7 Verspreiding van zaden

Slide 22 - Slide

Doel van deze les:
Je kunt uit afbeeldigen van planten afleiden hoe de vruchten en zaden worden verspreid

Slide 23 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 24 - Slide

Geslachtelijke voorplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Knollen
Bollen
Stamper
Meeldraad
Weefselkweek
Stekken
Bloem

Slide 25 - Drag question

Verspreiding van zaden

Uit bloemen onstaan vruchten met zaden. Elk zaad bevat een kiem, waaruit een nieuwe plant kan onstaan. Het zaad wordt op verschillende manieren verspreid
Verspreiding zaden:

  • Door de plant zelf
  • Door de wind
  • Door dieren

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

In de video zie je planten die hun zaden kunnen wegschieten

De vruchten 'ontploffen' en de
zaden worden weggeslingerd!
Verspreiding door de plant zelf

Slide 28 - Slide

Verspreiding door dieren (1)
Het vruchtvlees wordt door dieren opgegeten en de zaden worden op een andere plek uitgepoept

--> zaden kunnen ontkiemen

Slide 29 - Slide

Verspreiding door dieren (2)
Sommige vruchten blijven plakken aan de vacht of huid van dieren
De vruchten vallen ergens anders neer

--> zaden kunnen ontkiemen

Slide 30 - Slide

Verspreiding door dieren (3)

Verzamelaars brengen zaden naar andere plekken
Niet alles wordt opgegeten of ze worden vergeten

--> zaden kunnen ontkiemen

Slide 31 - Slide

Verspreiding door wind
De wind neemt de zaden mee. Dit kan alleen als de zaden licht zijn. 

Slide 32 - Slide

De verspreiding van zaden
is belangrijk omdat
A
er dan meer kans is dat zaden kiemen
B
er dan meer dieren de zaden kunnen vinden

Slide 33 - Quiz

Via welke manier van verspreiding kunnen zaden het verste weg komen?
A
Via verspreiding door de wind
B
Via verspreiding door dieren
C
Via verspreiding door zichzelf
D
Allemaal even ver

Slide 34 - Quiz

Tekst
Wind
Plant zelf
Dieren
Vruchten met haakjes
Vruchten zijn kleverig
Vruchten hebben een pluis
Vruchten hebben vleugels
Vruchten met veel vruchtvlees

Slide 35 - Drag question

Aan het werk
  1. Lees basisstof 6.7 in je boek of digitaal (blz 192)
  2. Maak basisstof 6.7 opdr 1 t/m 5

Slide 36 - Slide