BS 4 populaties

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Populaties

Hoe noem je alle voedselrelaties in een levensgemeenschap?

1. Voedselketen
2. Voedselcirkel
3. Voedselweb
4. Voedselkring

Een Surinaamse klas is op excursie naar een zoetwaterplas. De leerlingen onderzoeken het leven in het water. In afbeelding 4 zie je enkele voedselrelaties. De schakels 1, 2 en 3, zijn niet ingevuld.
Welk dier hoort in schakel 3 thuis?

1. garnaal
2. kaaimankrokodil
3. waterkever

Waarmee begint iedere voedselketen?

1. Dier
2. Plant
3. Bacterie
4. Schimmel

Op welk plaatje zie je een voedselketen?

1. 
2. 
3. 

Welke voedselketen is goed genoteerd?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

waarmee begint een voedselketen altijd?

1. plant
2. dier

Staan op het einde van de voedselketen

1. producenten
2. reducenten
3. consumenten
4. Zowel A, B als C is goed

Ieder voedselweb op papier is een vereenvoudigde
weergave van de werkelijkheid.

1. waar
2. niet waar

Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?

1. producenten
2. consumenten
3. reduceren

Biologie:

Wat zijn reducenten?

1. Dieren
2. Mensen
3. Planten
4. Bacteriën/schimmels

In een levensgemeenschap leven populaties van verschillende soorten

1. Juist
2. Onjuist

Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?

1. Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
2. Als de populatiegrootte een populatiegrootte is
3. Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
4. Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Leerdoelen

Je kunt uitleggen waardoor een populatiegrootte kan veranderen

Je weet te benoemen wat een biologisch evenwicht is

Je kunt een optimumkromme aflezen 

Wat is een populatie?

Een populatie is een groep organismen van dezelfde soort in hetzelfde gebied (die zich onderling voortplanten).

Populatiegrootte

Een populatie is niet altijd even groot.

Hoe groot een populatie is hangt af van de abiotische en biotische factoren. 

Het klimaat en haar invloed

Temperatuur + Licht + lucht (wind) + water (neerslag) = Klimaat

Het klimaat heeft invloed op het 
weer en zo ook op alles wat leeft 
in een gebied.

Optimumkromme -->

Biologisch evenwicht

Als er evenveel sterft als dat erbij komt, dan is er een biologisch evenwicht.

Het weer  heeft invloed op een populatie (op alle populaties)

Veel gras = veel voedsel voor de konijnen = veel konijnen

Veel konijnen = veel voedsel voor de vossen = veel vossen

Veel vossen eten de konijnen op = minder konijnen

minder konijjnen = minder voedsel voor de vos = minder vossen

Optimumkromme

Maakwerk

Maak opdrachten 

Basisstof 6.3 12 t/m 14

Online op je Chromebook

Huiswerk voor maandag!