This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is het gevaar van door AI-gemaakte nieuwsuitzendingen?
Slide 3 - Open question
Nu komt een filmpje >>>
Tijdens het filmpje worden drie vragen gesteld. Zorg dat je deze beantwoordt.
Zie je de vragen niet tijdens het filmpje?
Maak ze dan achteraf.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
00:59
Op welke twee manieren komt de NOS aan nieuws?
Slide 6 - Open question
01:18
Wat is een belang?
Belang = een voordeel dat iemand ergens aan heeft.
Voorbeeld: Mensen die een nieuw restaurant openen hebben er belang bij / willen graag dat de opening in het nieuws komt (want dan trekken ze klanten en verdienen ze geld).
Slide 7 - Slide
01:53
Waarom kiest de NOS voor ander nieuws dan het regionale nieuws?
Slide 8 - Open question
03:57
Het NOS journaal zoekt naar 'een balans tussen snelheid en waarheid'. Wat wordt hiermee bedoeld?
Slide 9 - Open question
Nieuws wordt geselecteerd
Een journalist stelt bij een bericht de volgende vragen:
is het actueel?
is het bijzonder?
gaat het over een belangrijk/bekend persoon?
is het dichtbij/veraf?
is het interessant voor de doelgroep?
is het belangrijk voor de samenleving?
Dat betekent dus dat sommige dingen wel en sommige dingen niet in het journaal komen. Dat noem je nieuwsselectie.
Slide 10 - Slide
Vind jij het belangrijk om te weten wat er gebeurt in de wereld? Waarom wel/niet?
Slide 11 - Open question
Is nieuws betrouwbaar?
Als een journalist een bericht binnenkrijgt, controleert zij/hij dus eerst of het bericht wel klopt.
Jij ziet waarschijnlijk ook veel berichten voorbij komen.
Hoe kun je bepalen of een bericht betrouwbaar is?
Betrouwbaar = dat je erop kunt vertrouwen dat het waar is.
Slide 12 - Slide
Controleer jij wel eens of een bericht dat je op internet leest of toegestuurd krijgt klopt?
A
vaak wel
B
meestal niet
C
soms
D
nooit
Slide 13 - Quiz
timer
1:00
Op welke manieren kun je zelf berichten controleren?
Slide 14 - Mind map
Deze les: invloed van de media
Filmpje: functies van de media
Invloed van de media: beeldvorming
Afsluiting van de les
PO-opdrachten 5 en 6
Tijdens de les (en het filmpje) worden vragen gesteld.
Zorg dat je alle vragen beantwoordt.
Slide 15 - Slide
Nu komt een filmpje >>>
Tijdens het filmpje worden drie vragen gesteld. Zorg dat je deze beantwoordt.
Zie je de vragen niet tijdens het filmpje?
Maak ze dan achteraf.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
01:28
Noem een voorbeeld (anders dan in de video genoemd zijn) van een programma dat mensen met elkaar verbindt. Leg ook in 1 zin uit HOE het programma mensen verbindt.
Slide 18 - Open question
02:04-02:14
Waarden en normen
Waarde = iets dat je belangrijk vindt (bijvoorbeeld gezondheid)
Norm = regels over hoe je je moet gedragen (gebaseerd op waarden).
Waarde = veiligheid >>>> dan is de
norm = stoppen als stoplicht op rood staat
Slide 19 - Slide
04:44
Waarom wordt de controlerende functie van de media ook wel de waakhondfunctie genoemd, denk je?
Slide 20 - Open question
05:22
Hoe wordt de opiniërende functie van de media ook wel genoemd?
A
waakhondfunctie
B
spreekbuisfunctie
C
controlerende functie
D
amusementsfunctie
Slide 21 - Quiz
Heb jij het idee dat je beïnvloed wordt door de media?
A
ja, heel erg
B
ja, een beetje
C
ik weet het niet
D
nee, niet
Slide 22 - Quiz
Op welke manier zouden de media mensen kunnen beïnvloeden? Geef minstens 1 antwoord.
Slide 23 - Mind map
corona: pandemie
aantal coronabesmettingen toegenomen
dit zijn de symptomen van corona
Rutte overstag: mondkapjes verplicht in ov
er moeten meer coronatests komen
De media beïnvloeden waar de mensen over praten.
De media beïnvloeden ook de manier waaropmensen denken over een onderwerp (zonder dat je dat altijd in de gaten hebt).
Mensen beoordelen berichten verschillend >>>>>>
Slide 24 - Slide
Beeldvorming
Beeldvorming: een beeld dat je vormt van iets, iemand of een situatie (onder andere door hoe iets/iemand/een situatie in de media wordt gebracht).
Selectief waarnemen: je kiest zelf hoe je een bericht bekijkt.
Voorbeeld: iemand die bang is voor corona bekijkt deze tabel heel anders dan iemand die niet bang is voor het virus.
Slide 25 - Slide
Beeldvorming gebeurt dus onbewust (je hebt het niet altijd in de gaten).
Waarom kan beeldvorming voor problemen zorgen, denk je?
Slide 26 - Open question
Hoe kun je het beeld dat jij van iets/iemand/een situatie hebt controleren?