Samenvattend Transport
1 / 11
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
Slide 2 - Drag question
Wat zit er in je bloed?
Slide 3 - Open question
Ader
Slagader
Haarvat
Dikke, stevige, elastische wand.
Bevat kleppen
Bevat (bijna) geen kleppen.
Dunne minder elastische wand.
Bloedstroom: orgaan naar hart.
Bloedstroom: hart naar orgaan.
Bloeddruk is hoog.
Bloeddruk is laag.
Liggen minder diep in het lichaam.
Liggen dieper in het lichaam.
Wand is 1 cel laag dik.
Sterk afnemende bloeddruk.
Vormen in een orgaan een netwerk.
Slide 4 - Drag question
Longader
Aorta
Holle ader
Nierader
Poortader
Slide 5 - Drag question
Uitzonderingen van de bloedvaten
bovenste holle ader
onderste holle ader
onderste holle ader
aorta
poortader
aorta
kransader
kransslagader
Slide 6 - Drag question
Dunne Darm
Lever
Leverslagader
Leverader
Dikke Darm
Poortader
Slide 7 - Drag question
Aorta
Onderste holle ader
Longslagader
Bovenste holle ader
Rechterkamer
Rechterboezem
Linkerboezem
Linkerkamer
Slide 8 - Drag question
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Slide 9 - Drag question
bloedplaatjes
rode bloedcellen
witte bloedcellen
Slide 10 - Drag question
Hiernaast staan 3 manieren om immuun te worden. Geef bij elke manier aan of dit een natuurlijke of een kunstmatige immunisatie is
Sleep het woord naar het plaatje.
Kunstmatige immunisatie
Natuurlijke immunisatie
Kunstmatige immunisatie
Natuurlijke immunisatie
