BSR 10/6 1tb spelling 7.12 vd

Lees de theorie op blz. 246.
Maak de startvraag.
Klaar? Begin alvast aan paragraaf 7.12.
7.12 Voltooid deelwoord
Startopdracht:
1TB
CURSUS 7
SPELLING
timer
5:00
- Zoek en schrijf op hoe het de verlengproef werkt. 
- Zoek en schrijf op hoe het ex kofschip werkt. 

Hulp nodig? Zie blz. 246.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lees de theorie op blz. 246.
Maak de startvraag.
Klaar? Begin alvast aan paragraaf 7.12.
7.12 Voltooid deelwoord
Startopdracht:
1TB
CURSUS 7
SPELLING
timer
5:00
- Zoek en schrijf op hoe het de verlengproef werkt. 
- Zoek en schrijf op hoe het ex kofschip werkt. 

Hulp nodig? Zie blz. 246.

Slide 1 - Slide

1. Lesdoelen.
2. Herhaling paragraaf 10 en 11.
(Huiswerk bespreken).
3. Klassikale uitleg paragraaf 7.12.
4.  Opdrachten paragraaf 7.12.
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Slide

  • Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd van sterke
    en zwakke werkwoorden spellen.
  • Je kunt voltooid deelwoorden spellen met de verlengproef en het kofschip.
Lesdoelen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Antwoord op de startvraag:

Slide 5 - Open question

Huiswerk bespreken

Opdracht 4 op blz. 245.

Slide 6 - Slide

7.12 Het voltooid deelwoord

Slide 7 - Slide

VD van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van vrijwel alle sterke werkwoorden eindigt op -en of -n:
                 Ik heb heerlijk geslapen.
                 Wij hebben gisteren pasta gegeten.
                 Hij heeft het niet gedaan!
Bij het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden schrijf je wat je hoort. Hij heeft zijn band geplakt.

Slide 8 - Slide

Dus:
Sterke werkwoord:
voltooid deelwoord eindigt op -(e)n:
smelten - smolten: Het ijs is gesmolten.

Zwakke werkwoord:
voltooid deelwoord eindigt op -t of -d :
maken - maakten: Zij hebben wat moois gemaakt.

Slide 9 - Slide

Je kunt niet altijd horen of een voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt. Weet je niet of een voltooid deelwoord op een –t of –d eindigt? Gebruik dan:
  • De verlengproef (langer maken).
  • Of ’t ex kofschip.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Kenmerken voltooid deelwoord
  • Een voltooid deelwoord begint vaak met
      ge–, be-, ver-, ont-.
  •  Een voltooid deelwoord eindigt op –en, –t of –d.
  •  Bij een voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord.
        De meest voorkomende hulpwerkwoorden zijn : zijn,
        hebben  en worden.
  •  het VD staat meestal achteraan in de zin.

Slide 12 - Slide

Noteer de voltooid deelwoorden:
1. Wat ben je ..... (veranderen)!
2. Je hebt het zelf ..... (uitkiezen).
3. Je wordt ..... (hersenspoelen) zonder dat je het doorhebt.
4. Wie heeft dit ..... (bedenken)?
5. Zij had een koekje ..... (gepakt) zonder het te vragen.
6. Hij is jarig ..... (zijn).
7. Ik word naar school ..... (brengen), omdat het hagelt.
timer
2:00

Slide 13 - Slide

Wat?
Cursus 7.12 Voltooid deelwoord.
Opdracht 2 t/m 5 op blz. 246-247 van je boek. 

Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's, oogje, theorie in je boek.
Tijd
Timer.
Klaar?
Werk alvast verder aan paragraaf 
7.14 Mixopdrachten.
timer
7:00
Oefenen

Slide 14 - Slide

  • Je weet hoe je Engelse werkwoorden correct spelt.
  • Je kunt voltooid deelwoorden spellen, ook als ze bijvoeglijk gebruikt worden.
Lesdoelen

Slide 15 - Slide

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik heb het hem gisteren ... (vertellen)

Slide 16 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren hebben wij de hele avond ...(dansen)

Slide 17 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb heel hard ....(rennen)

Slide 18 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren ben ik om vier uur naar huis ... (gaan).

Slide 19 - Open question

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb wel 10 minuten ... (fietsen)

Slide 20 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord:
De appel wordt in stukjes ... (snijden)

Slide 21 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord:
Heeft je zus haar tas al ... (pakken)?

Slide 22 - Open question

De presentator ... (hebben) in een half uur al veel informatie ... (vertellen).

Slide 23 - Open question

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
1tb: ztblj

Slide 24 - Slide