6.1 Groei of krimp?

Welkom!

6.1 Groei of krimp?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!

6.1 Groei of krimp?

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les kan je uitleggen:

- wat groei betekent voor de economie
- wat de gevolgen zijn van economische 
groei en krimp voor de overheidsfinanciën
- wat de burgers merken van economische 
groei








Slide 2 - Slide

bbp = bruto binnenlands product
Als de waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in ons land toeneemt en de bbp = Economische groei

Slide 3 - Slide

Economische groei heeft dus gunstige gevolgen
  • om meer te maken (procuderen) gaan bedrijven meer investeren en meer mensen in dienst nemen
  • economie groeit dus en nemen de inkomsten van de mensen en bedrijven toe --> stijgt het nationaal inkomen 

Slide 4 - Slide

Recessie--> Crisis


De groei daalt voor een bepaalde periode achter elkaar. 

Economische Crisis: bbp krimpt en totale productie neemt af 

Slide 5 - Slide

Als het Bbp daalt, is er spraken van:
A
Recessie
B
Crisis
C
Veel werk
D
Toename van de totale productie van een land

Slide 6 - Quiz

Gevolgen van economische krimp voor de overheid:
  • minder productie - meer werkloosheidsuitkeringen;
  • minder productie - minder btw;
  • minder inkomen - minder (inkomsten)belasting;
  • minder winst - minder (winst)belasting;
  • begrotingstekort zal toenemen bij gelijke uitgaven.

Slide 7 - Slide

Oefensom



Vraag: Bereken hoeveel procent rente de overheid over de staatsschuld van 2016 betaalde. Rond af op 1 decimaal. 




Slide 8 - Slide

Berekening:

Rente € 7,8 miljard = …% van € 466 miljard.
€ 7,8 miljard ÷ € 466 miljard × 100 
= 1,7%. of  verhoudingstabel:



Slide 9 - Slide

Gevolgen van economische groei voor de overheid:
  • hogere inkomens - meer (inkomsten)belasting;
  • hogere winsten - meer (winst)belasting;
  • toenemende productie - minder werkloosheidsuitkeringen;
  • meer productie - meer btw;
  • begrotingstekort kan afnemen.

Slide 10 - Slide

Begrotingstekort
De overheid heeft meer uitgaven dan inkomsten
6.1 Groei of krimp
Om uitgaven te kunnen blijven doen moet de overheid geld lenen bij burgers, banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen.
Gevolg
Toename staatsschuld (er wordt meer geleend dan er wordt afgelost).
Let op!! Rentelasten nemen toe!!

Slide 11 - Slide

6.1 Groei of krimp
Oplossing
  • Meer inkomsten
  • Minder uitgaven
  • Combinatie van beiden
inkomsten
Zakgeld
Kleedgeld
Bijbaan
uitgaven
15
70
35
     +
120
25
22
35
50+
132
Telefoon
Snoep/drinken
Uitgaan
Kleding, etc.

Slide 12 - Slide

6.1 Groei of krimp   blz. 175 rode puntjes .........
Nederland kan uit de recessie komen door de economie te stimuleren:

  • meer geld naar infrastructuur
  • inkomstenbelasting verlagen


Slide 13 - Slide

6.1 Groei of krimp
Nederland kan uit de recessie komen door de economie te stimuleren:

  • meer geld naar infrastructuur 
  • de inkomstenbelasting verlagen
      --> netto loon omhoog
      --> consumptie omhoog
       --> productie omhoog


Slide 14 - Slide

6.1 Groei of krimp
Nederland kan uit de recessie komen door de economie te stimuleren:

  • meer geld naar infrastructuur 
  • de inkomstenbelasting verlagen 
  • subsidie geven aan bedrijven die willen investeren in vernieuwende producten
      --> afzet omhoog
     --> productie omhoog 


Slide 15 - Slide

6.1 Groei of krimp
Nederland kan uit de recessie komen door de economie te stimuleren:
  • meer geld naar infrastructuur 
  • de inkomstenbelasting verlagen 
  • subsidie aan vernieuwende bedrijven
  • investeren in verbetering van het onderwijs
      --> kennis niveau omhoog, hogere productie p.p. concurrentie positie verbeterd, verkoop omhoog, productie omhoog
     


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat zijn de gevolgen van economische groei?
A
Minder overheidsuitgaven
B
Minder welvaart
C
Meer geld naar infrastructuur
D
Meer subsidie voor bedrijven

Slide 18 - Quiz

Wat merkt de burger van economische groei?
A
Meer netto-loon
B
Minder belasting
C
Meer werkgelegenheid
D
Minder werkgelegenheid

Slide 19 - Quiz

Samenvatting maken 6.1
volgende les paragraaf 6.2

Slide 20 - Slide