Recht en onrecht voorbereiding SO H1 en H2

Recht en onrecht 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Recht en onrecht 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik
  • Oefentoets
  • Zelfstandig leren

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Oefentoets

Slide 4 - Slide

Wat is een profeet?
A
Een dominee van vroeger
B
Een boodschapper van God
C
Een leider in Israël
D
Iemand met paranormale gaven

Slide 5 - Quiz

Wat doet een profeet niet?
A
Hij waarschuwt de mensen voor de straf
B
Hij roept op tot bekering
C
Hij laat weten hoe het volk in de ogen van God eraan toe is
D
Hij vraagt vriendelijk of de mensen willen veranderen

Slide 6 - Quiz

Wat is rechtvaardigheid?
A
Eerlijk zijn
B
Een eigenschap om recht te spreken
C
De vaardigheid om dingen recht te zetten
D
Vriendelijk zijn

Slide 7 - Quiz

Wat is ontrouw?
A
Scheiden
B
Vreemdgaan
C
Niet trouw/liefdevol zijn
D
Onaardig zijn

Slide 8 - Quiz

Welke opdracht krijgt Hosea?
A
Naar Ninevé gaan
B
Bij de koning dromen uitleggen
C
390 dagen op zijn linkerzij liggen
D
trouwen met een hoer

Slide 9 - Quiz

Wat gaat er mis in Israël in de tijd van Hosea?
A
God heeft geen recht meer op zijn volk
B
Israël zit in de slavernij
C
Ze worden atheïstisch
D
Ze dienen andere goden

Slide 10 - Quiz

Wie houdt God verantwoordelijk voor de zonde die het volk Israël doet?
A
De priesters
B
De koning
C
Het volk zelf
D
De vrouwen

Slide 11 - Quiz

Wat is de straf die Israël volgens Hosea krijgt?
A
Ze worden naar Babel gestuurd
B
Ze worden door Assyrië weggevoerd
C
Iedereen van de generatie van Hosea sterft
D
Ze worden door de Filistijnen belegerd

Slide 12 - Quiz

Wat doen we eigenlijk als we zondigen?
A
We verbreken de relatie met God
B
We maken God boos
C
We verpesten de aarde
D
We zorgen dat we naar de hel gaan

Slide 13 - Quiz

Wie was géén profeet?
A
Elia
B
Hosea
C
Jozef van Arimathea
D
Nahum

Slide 14 - Quiz

Zelfstandig leren:
  • Maak een samenvatting
  • Leer de begrippen
  • Lees de teksten

Slide 15 - Slide