Kort overzicht modernisme

Kort overzicht modernisme
1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Kort overzicht modernisme

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Kunstanalyse: waar staan jullie nu?

Slide 8 - Slide

Wat zijn de juiste beeldaspecten?
A
kleur, vorm, ruimte, licht, compositie
B
kleur, lijn, ruimte, contrast, voorstelling
C
kleur, vorm, licht, ruimte, genre
D
kleur, lijn, ruimte, licht, inhoud

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de juiste muzikale middelen?
A
melodie, ritme, tempo, dynamiek, klankkleur, compositie
B
toonhoogte, toonduur, tempo, dynamiek, klankkleur, compositie
C
toonhoogte, toonduur, tempo, dynamiek, sfeer, klankkleur
D
meerstemmigheid, ritme, tempo, dynamiek, klankkleur, compositie

Slide 10 - Quiz

Hoe beschrijf je vormgeving van spel?
A
houding, mimiek, gebaren
B
houding, mimiek, intonatie, rekwisieten
C
lichaam, stem, speelstijl, mise-en-scene
D
lichaam, stem, decor, rekwisieten

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de dansante middelen?
A
tijd, kracht, ruimte, choreografie
B
kracht, beweging, compositie
C
beweging, houding, geluid
D
verticaliteit, horizontaliteit, beweging

Slide 12 - Quiz

Wat valt er NIET onder filmtechnische vormgeving?
A
Cameravoering
B
mise-en-scène
C
Geluidseffecten
D
Montage

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Wanneer was het Modernisme?
A
1850-1900
B
1900-1950
C
1950-2000
D
2000- heden

Slide 15 - Quiz

Het Modernisme
  • Het modernisme in de kunsten ontstaat aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw. 

  • Het modernisme houdt in: het ontstaan van een breuk tussen de oude maatschappij/kunst en de nieuwe maatschappij/kunst. 

Slide 16 - Slide

Hoe zag je die breuk?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Hoe ontstond de breuk?
Die breuk kwam doordat er hele hoop nieuwe ontwikkelingen plaats vonden op ontzettend veel gebieden:
  • Infrastructuur maakte reizen en andere vrijetijdsbesteding mogelijk (nieuwe plekken = nieuwe inspiratie) 
  • Nieuwe materialen en technieken werden uitgevonden
  • De psychologie kwam op (Freud)
  • Technische ontwikkelingen zoals; film, radio, telefoons, auto’s, treinen
  • De opdrachtgevers veranderen (niet langer alleen adel en kerk, maar nu ook bourgeoisie en staat)
 

Slide 21 - Slide

De kunstenaars in het Modernisme
  • Kunstenaars willen allemaal iets nieuws!
  • De kunstenaars die hier mee starten noemen we: Avant-garde kunstenaars (dit zijn kunstenaars die zich niet langer konden of wilden aansluiten bij de heersende opvattingen van de elite.)
  • -> gevolg: Kunstenaars worden steeds zelfstandiger = AUTONOOM
    en kiezen zelf wat ze uitbeelden/iedeen zijn achter hun kunst.
  • Dus er ontstaan nieuwe stromingen en ontwikkelingen binnen alle genres (beeldend, dans, drama, muziek, architectuur en film)

Slide 22 - Slide

Welke kenmerken passen bij kunst van het Modernisme?
A
traditioneel, kwaliteit, waarneming
B
consumptie maatschappij, alledaags
C
experimenteel, expressief, primitief, onderbewuste
D
inhoudsloos, onbegrensde mogelijkheden.

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Vraag uit examen 2022

In 1906 choreografeerde en danste Ruth St. Denise de danssolo Incense. Deze solo baseerde ze op een hindoestaans ritueel.
Modernisten waren aan het begin van de twintigste eeuw geintereseerd in dergelijke rituelen.
(1p) Geef aan waarom modernisten aan het begin van de twintigste eeuw geinteresseerd waren in dergelijke rituelen.

Slide 25 - Slide

(1p) Geef aan waarom modernisten aan het begin van de twintigste eeuw geinterseerd waren in dergelijke rituelen.

Slide 26 - Open question

(1p) Geef aan waarom modernisten aan het begin van de twintigste eeuw geinterseerd waren in dergelijke rituelen.

maximumscore 1
Het antwoord moet de volgende strekking hebben:
Modernisten waren geïnteresseerd in dergelijke rituelen, omdat zij dergelijke rituelen zagen als exotisch/mysterieus / oorspronkelijk: Zij meenden dat de mensen in dergelijke culturen, anders dan in het westen, (nog) puur/ onbedorven waren en/of vrij van regels leefden en/of in harmonie met elkaar. 

Slide 27 - Slide