2C April 11

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

English 2C

April eleventh 2018


Please join the class circle with your Textbooks!

Please hand in your story/ put it on my desk!

Today's lesson:

- Hand in your story (2 minutes)
- Past Simple recap (5 minutes)
- Doing exercises (30 minutes)
- Doing a gap text (10 minutes) 

- End of the lesson (5 minutes)

Lesson goals:

- Je kent de regels van de Past Simple

- Je weet hoe je een vraag moet maken in de Past Simple

- Je weet hoe je een ontkenning moet maken in de Past Simple

Grammar recap

Past Simple:        KGT p. 149/150                THV p. 171/172
Vragen:                  KGT p. 35                           THV p. 21
Ontkenningen:   KGT p. 35                           THV p. 21/22

Past Simple

= Verleden tijd! 

Je gebruikt het om aan te geven dat iets gebeurd is, en nu afgelopen is.

Voorbeeld belangrijke woorden: yesterday, last week, in 2004, etc (iets wat tijd aangeeft in het verleden dus)

Werkwoorden

De meeste werkwoorden kan je in de Past Simple zetten, door er +ed achter te zetten:
I play - I played
She walks - she walked 
You bike - you biked 

Vragen in de Past Simple

- Als er een vorm van to be in de zin staat, zet je was of were vooraan.
Verleden tijd van to be = was en were 
I was
You were
He/she/it were
They, we, you were

Voorbeeld:  He was the best singer. (gewone zin) 
Was he the best singer? (vraagzin)

Vragen in de Past Simple

Is er geen vorm van to be in de zin? 

Dan begin je de zin met did. Did is al verleden tijd, dus volgt het hele werkwoord (niet in de verleden tijd dus!)

Voorbeeld: She worked in the supermarket (gewone zin)
Did she work in the supermarket? (vraagzin)

Ontkenningen maken in de Past Simple

Om een ontkenning te maken wanneer er to be in een zin staat, gebruik je was not of were not (wasn't/weren't). Je mag beide vormen gebruiken (verkort of volledig).

I was doing groceries yesterday - I wasn't doing groceries yesterday.
You were at school last week - You weren't at school last week

Ontkenningen maken in de Past Simple

Geen vorm van to be? Dan gebruik je didn't/did not. Na didn't komt het hele werkwoord.

Voorbeeld:
I had a headache.  - I didn't have a headache.
You came to Spain in July - You didn't come to Spain in July.

Onregelmatige werkwoorden

Hebben een afwijkende spelling bij het vervoegen naar de Past Simple (dus niet +ed). De lijst staat achterin je boek. 

Working on your own


THV: Exercise 28, 29, 30, 31 on p. 73-75 AB 

KGT: Exercise 32, 33, 34, 35 on p. 80-82 AB

What: do the exercises
How: In silence + on your own first 15 minutes, help each other the last 15 minutes
Help: use your Textbook, ask in your tablegroup
Done?
- Check & Correct last week's exercises
- Leer de Past Simple/Continuous, vragen, ontkenningen en onregelmatige werkwoorden (stof voor je SO!):
THV page 171/172, 21, 22, 193 TB
KGT page 149/150,  35, 198 TB

Lesson goals

- Je kent de regels van de Past Simple
- Je weet hoe je een vraag moet maken in de Past Simple
- Je weet hoe je een ontkenning moet maken in de Past Simple

Homework for the next lesson

Study the grammar (Past Simple + Continuous). Details will be on Magister.

Next week we will work on Grammar and do a Practice Test.
Your actual Grammar test is May 9th!