22 03 2021 woordenschat beeldspraak

Welkom V3H
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom V3H

Slide 1 - Slide

Programma vandaag


  • Bespreking stijlfiguren
  • Uitleg beeldspraak









Slide 2 - Slide

Leerdoel
Op het eind van deze les weet je wat beeldspraak is.


Slide 3 - Slide

Huiswerk
  • vijf voorbeelden van verschillende stijlfiguren 
bijv. in politieke speeches, verkiezingen, reclame, teksten, songteksten, Arjen Lubach, ...
  • vijf overige stijlfiguren in zelfgeschreven zinnen.
  • Opdrachten Nw Ned Online



Slide 4 - Slide

Stijlfiguren - eigen zinnen 

Slide 5 - Slide

Beeldspraak



Wat is beeldspraak? 

Slide 6 - Slide

Wat is beeldspraak?

Slide 7 - Open question

Waarom is het belangrijk om beeldspraak te herkennen?

Slide 8 - Open question

Vormen van beeldspraak

- vergelijking

- metafoor

- personificatie

- metoniem

Slide 9 - Slide

Vergelijking

Bij een vergelijking vergelijk je twee
dingen (object en beeld) met elkaar.

Vaak met verbindingswoorden als "lijkt wel een", "zo... als" of "net zo ... als" 








Slide 10 - Slide

Voorbeelden van vergelijkingen

  • Hij (object) is zo rood als een kreeft (beeld) geworden door de zon.
  • "Hij" wordt vergeleken met "een kreeft".
  • Jouw kamer(object) lijkt wel een zwijnenstal (beeld).
  • "Jouw kamer" wordt vergeleken met "een zwijnenstal".

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Metafoor

Een metafoor lijkt op een vergelijking,
alleen staat het object nu niet meer in de zin, maar alleen het beeld.


Slide 13 - Slide

Voorbeelden metafoor

"Wat een zwijnenstal (beeld) is het hier!"


Zwijnenstal is het beeld dat gebruikt wordt om aan te geven dat het een grote troep is.

Wat er precies een troep is, staat nu niet in de zin.



Slide 14 - Slide

Metoniem

Met een metoniem is er géén sprake van overeenkomst, maar is er wel een ander verband tussen object en beeld


Slide 15 - Slide

Voorbeelden metoniemen
  • pars pro toto: je zegt een deel, maar je bedoelt het geheel. Bijv: "even de neuzen tellen" (ipv personen)
  • totum pro parte: je zegt het geheel, maar je bedoelt een deel. Bijv: "Nederland verloor met 2-0"
  • de ruimte ipv personen: "Het hele hotel werd ziek"
  • het voorwerp ipv de inhoud: "Ik lust nog wel een glaasje"

Slide 16 - Slide

Personificatie

Met een personificatie geef je een
menselijke eigenschap aan
iets dat geen mens is.


Slide 17 - Slide

Voorbeelden personificatie

  • "Zachtjes fluisteren de bomen haar naam."
  • Bomen kunnen niet fluisteren, dat is een menselijke eigenschap.


  • "Soms lacht de toekomst je toe."
  • De toekomst kan niet lachen, dat is een menselijke eigenschap. 




Soms
lacht de toekomst je toe.



De
toekomst kan niet lachen, dat is een menselijke eigenschap.

Slide 18 - Slide

0

Slide 19 - Video

Papier is geduldig.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 20 - Quiz

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 21 - Quiz

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking

Slide 22 - Quiz

Annie kwam aanrijden in haar koekblik.
Dit is een ....
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 23 - Quiz

Aan de slag met je maatje!
  • Kies een gedicht dat jullie aanspreekt op https://snotneusjes.wordpress.com
  • Lees het gedicht aandachtig en bekijk welke beeldspraak erin staat.
  • Beschrijf wat er volgens jullie in het gedicht staat en benoem de beeldspraak (analyse)
  • Lever het gedicht in samen met je analyse

Slide 24 - Slide

Volgende les, zie Magister
2) Bekijk fragment van Arjen Lubach en noteer de beeldspraak youtube.com/watch?v=W7mQb01R-fE

3) Maak opdracht 2 over Vergelijking, Metafoor en Personificatie en maak opdracht 1 over Metoniemen, zie bijlagen.
inleveren via Teams Opdrachten

Slide 25 - Slide

Geef een voorbeeld van beeldspraak en benoem de soort



schrijf je antwoord in de chat

Slide 26 - Slide