veilig & ergonomisch werken, valpreventie BBL BO

1 / 36
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat jouw taken zijn in veilig werken
  • Je kunt vertellen wat je kunt doen om te voorkomen dat een zorgvrager letsel oploopt
  • Je kunt uitleggen wat ergonomie betekent en inhoud 
  •  Je kunt uitleggen welke hulpmiddelen er in en om het bed bestaan

Slide 2 - Slide

Taken van verzorgende ter bescherming zorgvrager



Beschermen tegen; 
- Mechanisch letsel (bv door uit bed vallen)
- Gevaren van natuurkundige aard (bv vuur)
- Schadelijke stoffen (bv verkeerde medicatie)

Slide 3 - Slide

Welke acties onderneem je
(dagelijks) om de veiligheid
van de zorgvrager te behouden?

Slide 4 - Mind map

Ergonomisch werken

Je past je werk en de omstandigheden zo aan dat het door mensen goed uitgevoerd kan worden.

Slide 5 - Slide

Voordelen van ergonomisch werken.
  • Het maakt je werk gemakkelijker.
  • Het bespaart tijd en energie.
  • Het kan lichamelijke klachten voorkomen.
  • Het maakt het werken veiliger.

Ergonomie is dus beter voor je gezondheid en je voelt je er beter bij.




Slide 6 - Slide

Werkhouding
Een goede werkhouding is belangrijk in alle beroepen. Bij een goede werkhouding voorkom je lichamelijke klachten. 

Een werkgever is verplicht om te voldoen aan een veilige en een gezonde leefomgeving. 


Slide 7 - Slide

Preventie 
Draag de juiste kleding
Draag goede schoenen
Wissel werkzaamheden af
Voorkom overbelasting en eenzijdige belasting
Werk zittend als dat kan
Neem voldoende pauzes
Sta open voor nieuwe manieren van werken


Slide 8 - Slide

Belangrijk op je werkplek
De verlichting
Het klimaat
Geluid
Werkhoogte
Hulpmiddelen

Slide 9 - Slide

Wat kun je zelf doen?!
  • Werk rustig en maak gebruik van de zwaartekracht
  • Werk vanuit een optimale houding (verstellingen gebruiken)
  • Neem geen (deel)handelingen over die een cliënt nog zelf kan
  • Gebruik hulpmiddelen die de inspanning kunnen verminderen zoals glijlakens en tilliften. En    volg praktijkrichtlijnen VVT (praktijkrichtlijnen zorgverleners, 2020)
       Evalueer of je wel het handigste hulpmiddel gebruikt.
  • Zorg ervoor dat je er ook goed mee om kan gaan.

Slide 10 - Slide

Passieve tillift
Passieve tillift

Slide 11 - Slide

Passieve lift
  • Een lift die de client volledig optilt en verplaatst naar de ander zit- of lighouding
  • De client hangt in de lift en raakt de grond niet met zijn voeten aan.
  • Maakt gebruik van tilmat 
  • Verrijdbare passieve lift
  • Plafondlift

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Actieve lift 
  • Actieve lift/ sta-lift
  • Gebruiken bij clienten die nog wel kunnen staan
  • Moet deels eigen spierkracht gebruiken-> actieve lift
  • Met behulp van een band die om zijn bovenlichaam zit en onder zijn oksel blijft hangen omhoog geholpen 
  • De client houdt de handen vast aan de lift

Slide 14 - Slide

Sara Stedy
Actieve lift

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Wanneer gebruik je een passieve tillift?

Slide 17 - Open question

Een zorgvrager kan staan, maar niet lopen, je wilt hem uit bed helpen, welk hulpmiddel is geschikt?
A
glijzeil
B
passieve tillift
C
actieve tillift
D
papegaai

Slide 18 - Quiz

Mevrouw van Horstel heeft ALS en is totaal bedafhankelijk.
Welk hulpmiddel gebruik je om mevrouw uit bed te halen en in de rolstoel te verplaatsen?

A
Een passieve tillift
B
Een actieve tillift
C
Een draaischijf
D
Geen van deze drie hulpmiddelen

Slide 19 - Quiz

Aandachtspunten 
  • Stel jezelf voor 
  • Vertel wat je gaat doen
  • Zet alles wat je nodig hebt binnen handbereik (rollator)
  • Zet alle hulpmiddelen die je gaat gebruiken op de rem
  • Til alleen als het echt nodig is, achterhaal wat de zorgvrager zelf kan (redzaamheid stimuleren)
  • Vertel iedere stap die je uitvoert
  • Spreek een teken af met de zorgvrager
  • Til vanuit je knieën. 
  • Vraag indien nodig om hulp

Slide 20 - Slide

Mobiliteitsklasse en hulpmiddelen

Afhankelijk van zijn zelfredzaamheid tijdens mobilisatie en transfers wordt de client ingedeeld in mobiliteitsklasse
Dat gebeurt niet op grond van een ziektebeeld maar op grond van de beperkingen en mogelijkheden die een client heeft om te mobiliseren of mee te helpen met de transfer. 

Slide 21 - Slide

Mobiliteitsklasse

Slide 22 - Slide

Mobiliseren met een rolstoel
  • In en uit de rolstoel
  • Stoeprand of drempel op
  • Stoeprand of drempel af
  • Hellingbaan op en af 
Welke aandachtspunten zijn hierbij? 

Slide 23 - Slide

WAAR OF NIET WAAR
1. Til zware mensen niet alleen.
2. Veel bewegen is niet goed voor iemand die in de gezondheidszorg werkt.
3. Je houdt je rug recht tijdens het tillen.
4. Als je tilt, strek je de knieën.
5. Je tilt met je rug.
6. Het gewicht dat je tilt, moet je dicht tegen je aanhouden.
7. Je zet je voeten strak tegen elkaar als je tilt.
8. Bij het duwen van een bed, gebruik je je eigen lichaamsgewicht.








Slide 24 - Slide

Vallen

Plotseling en onvrijwillig op de grond terecht komen. Of iets een val is of niet, wordt dus niet bepaald door het feit of er wel of niet letsel is opgetreden.

Slide 25 - Slide

Benoem valrisico's

Slide 26 - Mind map

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Oorzaken
* Lichamelijke  oorzaken (duizeligheid, slechte mobiliteit, evenwicht, slecht zicht)
* Geestelijke oorzaken (dementie, verward, angst om te vallen)
* Gebruik medicatie, alcohol

Slide 29 - Slide

         Oorzaken
* Plotseling naar toilet willen gaan
* Omgeving (vloeren, oneffenheden, kleedjes, natte vloer, ontbreken van verlichting, geen leuningen etc)
* Vrijheidsbeperkende maatregelen

Slide 30 - Slide

            Gevolgen
* Vaak grote lichamelijke en geestelijke 
gevolgen
* Achteruitgang zelfstandigheid/ zelfredzaamheid, mobiliteit
* Hoe meer de cliënt valt, hoe meer dit toeneemt

Slide 31 - Slide

Gevolgen
* Ook voor de instelling gevolgen; cliënt heeft meer hulp nodig
* Meer hulp bij transfers, inschakelen arts/ fysiotherapeut
* Aanschaf hulpmiddelen, insturen ziekenhuis
Jaarlijks brengen valongevallen van ouderen 690 miljoen euro aan directe medische kosten met zich mee. ​
460 miljoen hiervan komen door valongevallen bij zelfstandigwonende 75-plussers. ​
10.000 euro per ongeval. 

Slide 32 - Slide

Lange termijn gevolgen van een val 
Genezingsprocessen op latere leeftijd verlopen langzamer. ​

Ouderen hogere kans op botbreuken, die voor ernstige beperkingen zorgen.​
50% van de ouderen functioneren na een heupfractuur niet meer als voorheen.​
1/5 van de ouderen sterft binnen 3 maanden na een val.​
Klachten zijn vaak van blijvende aard. ​
Na een val ontstaan vaak problemen met mobiliteit, soms zijn aanpassingen aan woning nodig.​
Veel ouderen zijn na een val bang om opnieuw te vallen. 
Ouderen worden na een val onzeker. ​
Vallen en angst om te vallen verhoogt kans op depressie.​












Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Valpreventie; wat kun je doen?
* Train evenwicht en spierkracht
* Laat medicijnen controleren
* Eet lekker en voedzaam
* Zijn de ogen goed?
* Zitten de schoenen goed?
* Is de woonomgeving veilig?

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video