Etre

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Schrijf alle vormen van être op die je nog weet!

Slide 2 - Mind map

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 3 - Drag question

Etre in het Frans!
Let op:
Het is
C'est

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

vous ...........

Slide 6 - Open question

Marc ........

Slide 7 - Open question

je .......

Slide 8 - Open question

on ......

Slide 9 - Open question

nous .......

Slide 10 - Open question

Marc et Lisa .....

Slide 11 - Open question

ETRE: wij zijn
A
nous avons
B
nous sommes
C
nous sont
D
nous ont

Slide 12 - Quiz

ETRE: wij zijn
A
vous êtes
B
nous sommes
C
nous sont
D
vous est

Slide 13 - Quiz

Elle ... une fille. (Etre)
A
es
B
est
C
sont
D
sommes

Slide 14 - Quiz

vous ........ (etre)

A
êtes
B
sont
C
sommes
D
avons

Slide 15 - Quiz

être
=
 zijn




il/elle/on est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont
tu es
je suis
wij zijn
zij zijn (ml&vr)
ik ben
u bent & jullie zijn
jij bent
hij/zij/men is (wij zijn)

Slide 16 - Drag question

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
Comment s'appelle (jouw) ... broer?

Slide 17 - Open question

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
Où sont (jullie) ... parents?

Slide 18 - Open question

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
Bello, c'est (haar) ... chien (m).

Slide 19 - Open question

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
(Hun)... jardin (m) est grand.

Slide 20 - Open question

Vul het juiste bezittelijk vnw in:
Tu me donnes (jouw) ... adresse (v)?

Slide 21 - Open question

Ik begrijp de grammatica van het hoofdstuk
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll