Thema 6 B2

Neem je laptop (dicht) en boek voor
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Neem je laptop (dicht) en boek voor

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag

Herhaling basisstof 1
Uitleg basisstof 2
Opdrachten maken van 6.2
Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Water is een voorbeeld van een
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Takjes om een nestje te bouwen zijn een
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

Het milieu (de leefomgeving) heeft invloed op organismen. Maar organismen beïnvloeden ook hun milieu. Planten geven bijvoorbeeld zuurstof af aan het milieu en regenwormen maken gangen waardoor de bodem luchtiger wordt. Het deel van de biologie dat de relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu onderzoekt, heet ecologie.

Invloeden van de levende natuur noem je biotische factoren. Deze invloeden zijn afkomstig van andere organismen. Invloeden die afkomstig zijn van de levenloze natuur noem je abiotische factoren. In afbeelding 1 zie je biotische en abiotische factoren die van invloed zijn op een roodborstje.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Sleep het juiste organisatieniveau naar de plaatsen in de afbeelding
Biosfeer
Ecosysteem
Levensgemeenschap
Populatie
Individu

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Biologen bestuderen het leven op verschillende niveaus, zoals een cel, een orgaan en een organisme. Ook in de relaties die ecologen onderzoeken, zijn er verschillende niveaus (zie afbeelding 2).
Je kunt de relaties tussen één individu (een organisme) en het milieu onderzoeken, bijvoorbeeld de invloed van de temperatuur op de groei van één olifant.
Een populatie is een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten. Een voorbeeld van een relatie tussen een populatie en het milieu is de invloed van de hoeveelheid regen op een populatie olifanten.
In een gebied leven populaties van verschillende soorten. Deze populaties vormen samen een levensgemeenschap. De levensgemeenschap in een bos kan bestaan uit populaties van eiken, beuken, adelaarsvarens, regenwormen, spitsmuizen, koolmezen, vossen en nog veel meer soorten. Alle populaties in een bos beïnvloeden elkaar. Ook de abiotische factoren, zoals temperatuur, water en soort bodem, hebben veel invloed in een bos. Alle abiotische factoren in een bepaald gebied samen noem je de biotoop.
In een bos vormen de levensgemeenschap en de biotoop samen een eenheid: het ecosysteem. Een ecosysteem is een gebied waarbinnen de biotische en de abiotische factoren een eenheid vormen. Voorbeelden van ecosystemen zijn een duingebied, een bos, een sloot en een weiland.
Alle ecosystemen samen vormen de biosfeer. De biosfeer is het deel in, op en rond de aarde waar leven mogelijk is.
Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Basisstof 2: Voedselrelaties en kringlopen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid
B1 Organismen en hun omgeving
B2 Voedselrelaties en kringlopen
B3 Samenleven
B4 Natuurbeheer
B5 Mens en milieu
B6 Duurzaamheid

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen basisstof 2
- Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden.
- Je kunt biologisch afbreekbaar afval en niet-biologisch afbreekbaar afval onderscheiden.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wel en niet biologisch afbreekbaar

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Lezen blz. 208 t/m 211 in je boek
Maken opdrachten 1 t/m 9 van 6.2 Voedselrelaties en kringlopen online

Opdracht 4 in je boek.

Klaar? Je mag met de samenvattingsopdracht bezig


timer
15:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk volgende week
Opdrachten van 6.2

Slide 20 - Slide

This item has no instructions