This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Items in this lesson
H2 De Gouden Eeuw
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
§2.1 handel en nijverheid in de Republiek
Slide 3 - Slide
Gouden Eeuw
Slide 4 - Mind map
Leerdoelen
Je kunt een beschrijving geven van de economie van de Republiek.
Je kunt uitleggen hoe de economie van de Republiek onderdeel werd van de wereldeconomie en welke rol de VOC en de WIC daarbij speelden
Je kunt een verband leggen tussen de driehoekshandel, de slavenhandel en de plantageslavernij
Slide 5 - Slide
Wat ging er vooraf?
De Nederlandse Opstand (Tachtigjarige Oorlog) tegen Spanje 1568-1648
verder zonder koning Filips II
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588)
Slide 6 - Slide
Economie Republiek
Na 1450: Hollandse steden nemen Oostzeevaartover
1540: A'dam uitgegroeid tot grote markt voor graan en hout
Maar... Antwerpen nog de belangrijkste handelsstad
Val Antwerpen in 1585 --> vluchtelingen naar Republiek --> namen kennis, macht en geld mee
Slide 7 - Slide
Oostzeevaart
Handel met gebieden rond de Oostzee, in Scandinavië
hout en graan
Slide 8 - Slide
Blokkade van de Schelde
Slide 9 - Slide
De economie van de Republiek
Rond 1600 snelle ontwikkeling Hollandse handel en nijverheid --> veel geld verdiend met handel: handelskapitalisme
Ingekochte goederen tijdje opslaan, doorverkopen als je veel winst kan halen.
Plaats waar goederen werden opgeslagen: stapelmarkt
Slide 10 - Slide
Beurs
Stapelmarkt
Slide 11 - Slide
16e eeuw
Spanjaarden + Portugezen ontdekken nieuwe handelsroutes en werelddelen
Handelen in: - Rietsuiker, cacao, koffie en tabak uit Amerika - Specerijen uit Azië
wereldeconomie
Slide 12 - Slide
Aan de slag
Opdrachten paragraaf 2.1 in Memo Online M: §2.1 3 t/m 6 --> huiswerk dinsdag af
Opdracht PTD Gouden Eeuw kwartet
Slide 13 - Slide
§2.1 handel en nijverheid in de Republiek
vervolg
Slide 14 - Slide
Deze les
Leerdoelen
Even terugblikken naar vorige les
Vervolg uitleg §2.1
Aan de slag met opdracht PTD / HW
Slide 15 - Slide
Leerdoelen
Je kunt een beschrijving geven van de economie van de Republiek.
Je kunt uitleggen hoe de economie van de Republiek onderdeel werd van de wereldeconomie en welke rol de VOC en de WIC daarbij speelden
Je kunt een verband leggen tussen de driehoekshandel, de slavenhandel en de plantageslavernij
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
16e eeuw
Spanjaarden + Portugezen ontdekken nieuwe handelsroutes en werelddelen
Handelen in: - Rietsuiker, cacao, koffie en tabak uit Amerika - Specerijen uit Azië
wereldeconomie
Slide 18 - Slide
VOC
De Republiek wilde dit ook
Eerst: verschillende kleine compagnieën naar Azië. Later gaat dit op in 1 grote:
VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie(1602)
Slide 19 - Slide
Waarom?
samen tegen andere landen
concurrentie tussen Nederlanders onderling vermijden
Slide 20 - Slide
VOC
• Handelswaar: specerijen
• Handelsmonopolie Azië (alleen zij mogen daar handelen)
• Forten + handelsposten bouwen
• Verdragen sluiten
• Oorlog voeren (veel geweld!)
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Een Hollandse VOC-koopman, vermoedelijk Jacob Mathieusen, en zijn vrouw. Ze staan bij de haven van Batavia (nu Jakarta) op het Indonesische eiland Java. Een inheemse bediende houdt de parasol op. Rechts enkele schepen waarmee de VOC naar Indië voer. (Schilderij van Albert Cuyp, ca. 1650.)
Slide 25 - Slide
Oprichting WIC
WIC = West-Indische Compagnie
1621
Handelsmonopolie west Afrika en Amerika
Kaapvaart, VOC deed dit niet.
Minder succesvol dan VOC
driehoekshandel
Slide 26 - Slide
Rechten VOC + WIC
Handelsmonopolie
Forten + handelsposten bouwen
Verdragen sluiten met vorsten
Oorlog voeren
Slide 27 - Slide
WIC
Slavenhandel: Afrikanen werden naar Amerika gebracht om te werken op de plantages
Producten van de plantages naar Europa gebracht + verkocht
Met geld wapens/buskruit/textiel kopen en weer verkopen in Afrika in ruil voor slaven.
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Video
Slavernij tijdens de koloniale tijd
Slide 33 - Slide
Waarom slavernij?
Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
Plantageprducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.
De oorspronkelijke bewoners van dit gebied waren volgens de Europeanen 'ongeschikt' voor deze arbeid...of al uitgemoord in de eeuwen ervoor...
Slide 34 - Slide
Transatlantische slavenhandel
Europese handelaren namen producten, zoals munitie, wapens en alcohol mee naar Afrika.
Daar werden ze door Afrikaanse stammen geruild tegen slaven: dit waren meestal gevangen genomen leden van andere Afrikaanse stam.
Deze slaven werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika
De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.
Slide 35 - Slide
Aan boord van een slavenschip
Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakte mensen was vreselijk
Slaven werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
Dode slaven werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken
Slide 36 - Slide
Slavenmarkten
De slaven die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
Daar werden de slaven 'opgepoetst' om er goed uit te zien.
Slaven waren niet goedkoop: ongeveer 200 gulden. Dat zou tegenwoordig ongeveer €2000 zijn. Voor die tijd waren dit enorme bedragen.
...maar eigenlijk kocht je dus een mens voor een paar duizend euro...
Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika.
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Video
Wat is de Oostzeevaart?
A
Handel tussen Nederland en het Oostzeegebied
B
Handel tussen Azië en Amerika
C
Handel tussen Nederland en Scandinavië
D
Handel vanuit de Oostzee
Slide 39 - Quiz
Waar handelde men in de Oostzeevaart in?
A
Wapens en textiel
B
Specerijen
C
Graan en hout
D
Slaven, goud en zilver
Slide 40 - Quiz
VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne
Slide 41 - Quiz
De VOC had een aantal rechten. Wat zijn rechten van de VOC?
A
De VOC mocht oorlog voeren
B
De VOC mocht verdragen sluiten
C
De VOC mocht forten bouwen
D
De VOC mocht als enige handel drijven met Azië
Slide 42 - Quiz
WIC staat voor
A
West-Indië compagnie
B
Wereld-Indië Compagnie
C
West-Indische Compagnie
D
West Oost-Indische Campagne
Slide 43 - Quiz
De WIC voer op
A
Indonesië
B
Suriname
C
Scandinavië
D
Amerika
Slide 44 - Quiz
Wat past NIET bij de WIC?
A
1621
B
Slavenhandel
C
Monopolie
D
Specerijen
Slide 45 - Quiz
Driehoekshandel: Sleep de zinnen naar het goede land.
West - Afrika
Amerika
De Nederlanden
Hier werden de slaven verkocht.
Hier werden de slaven gekocht.
Rietsuiker en tabak, koffie, katoen, rum.
Slide 46 - Drag question
Wat waren de twee overeenkomsten tussen de VOC en de WIC?
A
Ze werkten samen in een compagnie.
B
Ze voeren met grote handelsschepen op Indië.
C
Ze brachten allebei hun handelswaar naar Amerika.
D
Ze hadden allebei een monopolie op de handel.
Slide 47 - Quiz
Sleep de woorden naar de goede plek.
WIC
VOC
Handelsposten.
Oost - Indië.
Kolonies.
Amerika.
Specerijen.
Slaven.
Slide 48 - Drag question
De Voc en de Wic waren belangrijk in de wereldhandel. Welke twee zinnen horen daar bij?
A
Ze brachten overal in de wereld veel rijkdom.
B
Ze hadden het alleenrecht op de handel met Oost en West Indië.
C
Ze werkten samen met andere Europese handelaren.
D
Zij handelden in producten die uit alle werelddelen kwamen.
Slide 49 - Quiz
Aan de slag
Opdrachten paragraaf 2.1 in Memo Online M: §2.1: 3 t/m 15 --> hw volgende les.