Ijsbergmodel

1 / 16
next
Slide 1: Slide
Persoonlijke OntwikkelingMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat heeft Max moeten doen om boven op de berg te komen?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Het zichtbare gedeelte
Boven de waterlijn bevindt zich het topje van de ijsberg.
Dit is wat je laat zien aan gedrag en kennis.
Het grootste gedeelte van de ijsberg bevindt zich onder de waterlijn.
Dit is wat je niet laat zien, bewust of onbewust

Slide 5 - Slide

Het onzichtbare gedeelte
Alles onder de waterlijn heeft invloed op jouw (of van anderen) zichtbare gedrag en kennis.
Het kan gedrag versterken of blokkeren.



Slide 6 - Slide

De onzichtbare onderdelen
Gedachten/gevoelens:
Hoe denk je over jezelf, situaties en mensen.
Een voorbeeld is: ‘Dit gaat mij nooit lukken’ of ‘Dat ga ik nooit doen’.
Dit kan je persoonlijke ontwikkeling blokkeren.
Verdiepingsvragen die gesteld kunnen worden zijn: wat maakt dat je zo denkt? Wat levert het op om zo te denken? Wat maakt dat je die overtuiging niet los wil laten?

Slide 7 - Slide

De onzichtbare onderdelen
Normen en waarden:
Wat vind jij (of anderen)goed of fout.
Een voorbeeld kan zijn dat  iemand geen hulp vraagt omdat zijn achterliggende norm is dat hij/zij geen mensen wilt lastig vallen. Of dat je denkt dat je het alleen moet kunnen.
Deze norm en waarden hebben veel invloed op het gedrag.
Verdiepingsvragen zijn: vind jij dit gepast? Wat vind jij belangrijk? Hoe wil jezelf behandeld worden?

Slide 8 - Slide

De onzichtbare onderdelen
Eigenschappen:
Dit zijn je persoonlijke kenmerken en competenties:wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik.
Wanneer je voor de klas moet presenteren zal dit voor een verlegen (introvert) iemand anders zijn dan voor iemand die graag veel kletst (extrovert).
Verdiepingsvragen kunnen zijn: is dit een automatische reactie? Is dit een patroon bij jou?

Slide 9 - Slide

De onzichtbare onderdelen
Motieven:
Daarom wil je iets doen. daarom vind je iets belangrijk, krijg je energie van.
Motieven bepalen jouw gedrag. Het is de basis om iets wel of niet te doen.
Waarom ga je werken?  Om die spelcomputer of broek te kopen
Verdiepingsvragen zijn: wat wil je echt? Waar ga je voor? Wat vind je belangrijk in je werk/leven?






Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Realiseren van gedragsverandering
Vaak ligt de aandacht op wat je laat zien boven de waterlijn.
Je hebt geen zin om huiswerk te maken en komt boos over.
Bij gedragsverandering moet je ook kijken naar wat onder de waterlijn gebeurt.
Ik wil wel huiswerk maken maar ik kan niet plannen. Ik wil wel rustig zijn in de klas maar ik voel mij zo verdrietig omdat er iets gebeurd is.
(Wat motiveert jou: lessonup)

Slide 12 - Slide

Jouw gedrag veranderen?
Dit gebeurt in contact met jezelf en anderen  door het vragen, geven en ontvangen van feedback:
(zelf)reflectie

Slide 13 - Slide

Wie kunnen jou helpen bij gedragsverandering / reflectie?
A
Klasgenoten
B
Ouders
C
Docenten/congierge
D
Mentor

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Opdracht B
Bedenk 'groeitaal' in 2 tallen:
Ik kan niet tekenen >
Ik vind het leuk om te tekenen en als ik het mooi vind dan is het goed.

Slide 16 - Slide