Les 9 la famille - 13 janvier

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Vendredi 13 janvier
Le programme :
- je beheerst het bezittelijk voornaamwoord in het Frans en jij kunt het in zinnen aanpassen;

- je begrijpt de woorden van Apprendre 4 en Apprendre 6 en jij kunt de woorden in zinnen aanpassen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 4 - Slide

mijn = .... (m) / ..... (v) / ..... (meervoud) ?

Slide 5 - Open question

jouw = .... (m) / ..... (v) / ..... (meervoud) ?

Slide 6 - Open question

zijn/ haar = .... / ..... / ..... ?

Slide 7 - Open question

Het bezittelijk voornaamwoord

Ouvre le livre page 83.
Fais les exercices 16F et 16G.

Klaar? Apprends encore Apprendre 4 et 6.
timer
7:00

Slide 8 - Slide

Correction des exercices
  • Exercice 16F :
  • mon père (m.e.) 
  • mes frères (meervoud) 
  • ta passion (v.e.) 
  • ton âge (m.e.)
  • sa mère (v.e.)
  • ses voisins (meervoud) 

Slide 9 - Slide

Correction des exercices
  • son village (m.e.)
  • sa fête (v.e.)
  • Exercice 16G :
  • mon père et ma mère (onderwerp) sont (werkwoord) en vacances (rest van de zin)
  • voici des photos de mon école (klinkerbotsing! = mannelijk bezittelijk voornaamwoord) et de ma classe

Slide 10 - Slide

Correction des exercices
  • C'est la maison de Jules et de son amie
  • wat betekent "c'est"?
  • ce = dat
  • est = is
  • ce est = klinkerbotsing!
  • = c'est 
  • Dat is het huis van Jules en van zijn vriendin

Slide 11 - Slide

Correction des exercices
  • Ses soeurs ont neuf ans et sept ans
  • zijn = son, sa, ses
  • soeurs = meervoud ("s" achter het woord)
  • dus je vertaalt hier "haar" door "ses"
  • ont = leeftijd = hebben!

Slide 12 - Slide

De nieuwe woorden 
Heb jij de nieuwe woorden goed geleerd?

Slide 13 - Slide

Vertaal "mijn neef heeft een halfbroer"

Slide 14 - Open question

Vertaal: Hij heeft een halfzus

Slide 15 - Open question

Vertaal: Ik heb een zus en een broer

Slide 16 - Open question

Vertaal: De buurvrouw heeft een neef

Slide 17 - Open question

Vertaal "het is haar verjaardag"

Slide 18 - Open question

Vertaal "hij heeft altijd een probleem"

Slide 19 - Open question

Vertaal "hij wil winkelen"

Slide 20 - Open question

Vertaal "ik ga verhuizen"

Slide 21 - Open question

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 22 - Open question

De nieuwe woorden
1/ Ouvre le livre page 59. Fais l'exercice 10. 
Te moeilijk? Dan moet jij nog de woorden van Apprendre 4 beter leren.

2/ Ouvre le livre pages 67 et 68. Fais les exercices 20 et 21.
Te moeilijk? Dan moet jij nog de woorden van Apprendre 6 beter leren.

Slide 23 - Slide