§2.1 ~ Rotterdam: vernieuwing van het stadscentrum

§2.1 ~ Rotterdam: Vernieuwing van het stadscentrum
Hoe kun je de inrichting van het stadscentrum verbeteren?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§2.1 ~ Rotterdam: Vernieuwing van het stadscentrum
Hoe kun je de inrichting van het stadscentrum verbeteren?

Slide 1 - Slide

Lesplanning:
  • Lesdoelen §2.1
  • Basisboeknummers (overzicht)
  • Introductie Rotterdam
  • Theorie
  • Opdrachten
  • Verdiepende opdracht
  • Check 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen §2.1:
  • Welke kenmerken de twee perioden van stedelijke vernieuwing in de historische binnenstad hebben;
  • Wat de kenmerken zijn van stedelijke vernieuwing in oude havengebieden;
  • Waarom vernieuwing in Rotterdam nodig was;
  • Waarom de re-urbanisatie voor een stad heel belangrijk is;
  • Welke onderdelen er binnen een stadsmodel zijn;
  • Wat het compacte stad-beleid inhoud;
  • Wat city vorming en stedelijke vernieuwing inhoud en welke gevolgen dit met zich meebrengt

Slide 3 - Slide

Basisboeknummers
B8 = Dimensies
B164 = Compacte stad en re-urbanisatie
B166 = Model van een stad
B167 = City vorming en stedelijk vernieuwing
B168= Grondprijs en ruimtegebruik

Slide 4 - Slide

Wat weet je al van Rotterdam?

Slide 5 - Mind map

In de volgende dia krijg je een filmpje te zien over Rotterdam, hierbij staan er een aantal vragen centraal bij het bekijken van dit filmpje:
  1. Hoe zag het stadscentrum van Rotterdam er vroeger uit?
  2. Hoe ziet het stadscentrum er tegenwoordig uit?
  3. Wat heeft ervoor gezorgd dat Rotterdam de stad heeft kunnen opbouwen zoals het nu is?
  4. Welke invloed geeft de Markthal aan een bezoeker?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Model van een stad
(Europees model)
  • Oudste deel = historische binnenstad (1e ring)
  • Stadscentrum (ook wel centrale zakenwijk, CBD) -->  hier vind je kantoren-, winkel en uitgaansgelegenheid. (2e ring)
  • Toen de industrie werden er veel 19e eeuwse woonwijken (arbeiderswijken - stadswijken voor WO2(voor 1940)) gebouwd aan de rand van het stadscentrum. (3e ring)
  • Aan de rand van de stad liggen de moderne/nieuwe woonwijken(in de V.S. kennen we die als suburbs). Buiten het stadscentrum is daar meer ruimte voor. (4e ring)

  1. Historische binnenstad
  2. Stadscentrum (centrale zakenwijk, CBD)
  3. 19e eeuwse woonwijken (arbeiderswijken)
  4. Moderne woonwijken(naoorlogse wijken)

Slide 8 - Slide

Hoe ziet het stadsmodel er in Rotterdam uit?
1e ring
2e ring
3e ring
Dus Afrikaanderwijk is een voorbeeld van een wijk voor WO2

Slide 9 - Slide

De volgende dia's bevatten twee filmpjes over de Nederlandse stadswijken toegelicht.
Wellicht wat uitgebreid maar het geeft een duidelijk beeld ervan weer hoe de wijken zijn ingedeeld
1e filmpje ~ opdracht
Geef de verschillende periodes van woonwijken aan met bijbehorende kenmerken

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

De volgende dia's bevatten twee filmpjes over de Nederlandse stadswijken toegelicht.
Wellicht wat uitgebreid maar het geeft een duidelijk beeld ervan weer hoe de wijken zijn ingedeeld
1e filmpje ~ opdracht
Geef de verschillende periodes van woonwijken aan met bijbehorende kenmerken
2e filmpje ~ opdracht
Geef de opbouw van een stad schematisch weer en benoem bij elke ring de bijbehorende kenmerken

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Binnenstad Rotterdam:
  • In de binnenstad ontstonden de eerste havens (vormden samen Stadsdriehoek (wijk in Rotterdam ))
  • Na 1870 werd Rotterdam belangrijkste aan- en afvoerhaven voor industriegebieden (net als het Ruhrgebied)
  • Als gevolg hiervan kwamen veel mensen naar Rotterdam om te gaan werken, voor deze mensen moesten er ook woningen komen. Deze werden aangelegd en zijn de eerste echte arbeiderswoningen in Rotterdam.
  • Deze woningen werden gebouwd vanuit het economisch belang voor de haven (arbeiders hoeven niet meer op en neer voor hun werk.
  • Typische kenmerken: Slechte leefomstandigheden, kleine huizen, rijtjeshuizen met weinig voorzieningen
Oorzaak
Gevolg

Slide 14 - Slide

Na WO2 ~ Stedelijke Vernieuwing
Stedelijke vernieuwing = vernieuwen van de stedelijke leefomgeving zodat de leefbaarheid verbeterd.

Dit kent 2 fases:
  1. Fase vlak na de oorlog(1945-1980) --> doel was voornamelijk snel heropbouwen en herinrichten binnenstad (daarmee ontstond er een centrale zakenwijk in de binnenstad en is er geen echte historische binnenstad);
  2. Fase na 1980 --> doel was aantrekkelijkheid voor wonen, werken en vrije tijd te verbeteren

Slide 15 - Slide

Fase voor 1980:
Fase na 1980:
Doel: aantrekkelijkheid wonen, werken, vrije tijd
(uitbreiding stadscentrum)
Verschillende aanpassingen:
1. Meer (moderne) hoogbouw
2. Woningen in het stadscentrum(zodat er buiten kantooruren ook mensen in het stadscentrum zijn)
3. Uitbreiding van voorzieningen

Hierdoor kregen we te maken met cityvorming. (Het verdringen van de woonfunctie door kantoren en winkels)
We kregen hierdoor een echte centrale zakenwijk.


Doel:  snel heropbouwen en herinrichten
Dit gebeurde door: 
  1. Renoveren: opknappen van oude woningen aan de wensen van nieuwe woonwensen
  2. Saneren: slopen van oude niet goede onderdelen (die vaak in slechte staat functioneren)
Oftewel sloop en nieuwbouw (het moest op een snellere manier)





Slide 16 - Slide

Voor 1980
Na 1980
Saneren
Sloop en nieuwbouw
Betere voorzieningen
Aantrekkelijkheid stadscentrum
Cityvorming
Herinrichting en opbouw

Slide 17 - Drag question

Oude havens, Nieuwe functies
De technologie kwam op en er kwamen modernere schepen. De oude havens van Rotterdam konden dit niet aan en werden niet meer gebruikt. Er moest worden heringericht. Er kwamen nieuwe kantoren voor in de plaats zodat het gebied niet als "vervallen" werd beschouwd. Hiermee kregen de oude havens een andere gebruiksfunctie --> recreatie (bijv. de Oude Haven)


Er werd begonnen aan de havens in het noorden en na 1990 waren de havens in het Zuiden aan de beurt waarbij de Kop van Zuid ontstond. Het stadscentrum werd vroeger verdeeld onder twee stukken, maar na herinrichting kwam de Erasmusbrug die de twee delen(van het stadcentrum) met elkaar verbond. Hierbij kwamen er nog verschillende hoogbouw (met culturele voorzieningen), hotels, restaurants, kantoren en woningen. 
Het maken van plannen voor de herinrichting van een gebied noem je ruimtelijke ordening
Alleen voor VWO

Slide 18 - Slide

Compacte stad-beleid
De steden groeien en daarbij groeit de bevolking ook. Deze groeiende bevolking moeten we kunnen huisvesten. Door suburbanisatie is er ruimte in de stad vrijgekomen. Hierdoor worden oude fabrieken, bedrijventerreinen omgebouwd tot nieuwe woonwijken. Deze woonwijken worden zodanig gebouwd dat ze tegen de bestaande stadscentrum aan worden gebouwd. Het beleid dat gaat over meer bouwen tegen de stad aan heet het  compacte stad-beleid.

Slide 19 - Slide

De kopjes: "een nieuw station" en "aantrekkelijke stad" kan je doorlezen in je lesboek
Hetzelfde geldt voor B-nummer 168 (grondprijs en ruimtegebruik)
Dimensies(B8):
  1. Economisch
  2. Demografisch
  3. Fysisch
  4. Sociaal-cultureel
  5. Politiek

Schaalniveaus(B7):
  1. Lokaal
  2. Regionaal
  3. Nationaal
  4. Continentaal
  5. Mondiaal

Zorg dat je deze twee basisboeknummers leert en goed begrijpt. Probeer ook zelf verbanden te leggen!

Slide 20 - Slide

Lesdoelen §2.1:
  • Welke kenmerken de twee perioden van stedelijke vernieuwing in de historische binnenstad hebben;
  • Wat de kenmerken zijn van stedelijke vernieuwing in oude havengebieden;
  • Waarom vernieuwing in Rotterdam nodig was;
  • Waarom de re-urbanisatie voor een stad heel belangrijk is;
  • Welke onderdelen er binnen een stadsmodel zijn;
  • Wat het compacte stad-beleid inhoud;
  • Wat cityvorming en stedelijke vernieuwing inhoud en welke gevolgen dit met zich meebrengt
Check of je alles begrijpt!

Slide 21 - Slide

Huiswerk
  1. Maak de opdrachten van §2.1 van de Geo Online.
  2. Indien je extra wilt oefenen met vragen op niveau kun je in ELO een vragenlijst vinden. 
  3. Als je feedback wilt op je vragenlijst (bijv. dat er gekeken wordt naar je beantwoording)dan lever je het in via ELO -> opdrachten -> inlever opdracht vragenlijst AK H2 (3e klas). Zorg even dat je het document als volgt opslaat:
VOORNAAM_ACHTERNAAM(KLAS)

Slide 22 - Slide