Tweede wereldoorlog: D-Day
1 / 30
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Wat weten jullie?
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat was nieuw voor je
over de landing in
Normandië ?
over de landing in
Normandië ?
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Slide
Hoe was de tegenstand van de Duitsers ?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Wat weet je van
operatie Market
Garden ?
operatie Market
Garden ?
Slide 11 - Mind map
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Hoe kon de spoorwegstaking voor een hongerwinter zorgen?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Wat is het meest bizare wat je hoorde over de Hongerwinter ?
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Op 6 juni 1944 is het D-Day. Waar in Europa komen de geallieerden aan land?
A
Normandië, de kust van Frankrijk
B
Rotterdam, Nederland
C
Oostende, België
Slide 22 - Quiz
Hoe heet de militaire operatie waarbij de geallieerden de bruggen over de grote rivieren in Nederland willen veroveren op de Duitsers?
A
Operatie Bridge Attack
B
Operatie Market Garden
C
Operatie Air Bridge
D
D-Day
Slide 23 - Quiz
Het lukt de geallieerden niet om alle bruggen te veroveren. Welke brug blijft in Duitse handen?
A
De Rijnbrug in Arnhem
B
De Maasbrug in Grave
C
De Waalbrug in Nijmegen
Slide 24 - Quiz
Doordat Operatie Market Garden is mislukt, moet het noorden van Nederland de hele winter wachten om bevrijd te worden. Tijdens de hongerwinter is er in Nederland een groot gebrek aan...
A
Water en elektriciteit
B
WC-papier en pasta
C
Voedsel en brandstof
Slide 25 - Quiz
Duitsland capituleert op 5 mei 1945. Wat betekent dat?
A
Duitsland verandert van tactiek
B
Duitsland geeft zich over
C
Duitsland verzet zich
Slide 26 - Quiz
Duitsland verliest de oorlog. Wat gebeurt er met de Duitse leider Adolf Hitler?
A
Hij pleegt zelfmoord
B
Hij wordt vermoord
C
Hij wordt veroordeeld tot een celstraf
Slide 27 - Quiz
Uit welke landen komen de geallieerden die Nederland bevrijden?
A
België, Denemarken, Griekenland
B
Italië, Spanje, Noorwegen, Zwitserland
C
Duitsland, Japan, Italië
D
Engeland, Amerika, Canada, Frankrijk, Polen
Slide 28 - Quiz
Dit jaar vierden we dat Nederland een bepaald aantal jaar vrij is. Hoeveel jaar?
A
77 jaar
B
78 jaar
C
79 jaar
D
80 jaar
Slide 29 - Quiz
Wat vond je van deze les?
