Fictie - antwoord geven op open vragen

Een open vraag beantwoorden: hoe doe je dat?
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Een open vraag beantwoorden: hoe doe je dat?

Slide 1 - Slide

Programma
1. Aanleiding
2. Leerdoelen
3. Voorbeelden - quizje
4. Aan de slag!


Slide 2 - Slide

Aanleiding
Toetsen fictie en leesvaardigheid.

Bij fictie worden er max. 2 hele punten spelling afgetrokken.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe ik een open vraag beantwoord.
2. Ik kan uitleggen hoe ik een argument geef bij een antwoord.
3. Ik kan uitleggen hoe ik een onderbouwing of voorbeeld geef bij een argument. 


Slide 4 - Slide

Een open vraag beantwoorden
1. Herhaal de vraag in je antwoord.
Bijv. Wat is het onderwerp van de tekst? Het onderwerp van de tekst is ......
2. Let op je formuleringen. Maak je zinnen niet te lang; plak ze niet steeds aan elkaar met 'en', 'omdat' en 'maar'. Een zin is een mededeling.
3. Let op je spelling. Ook als het geen SO spelling betreft, gebruik je hoofdletters, leestekens en correcte werkwoordspelling.  Een vraag eindigt met een vraagteken! Gebruik niet meer dan een leesteken achter elkaar!!!!!!!!
Altijd doen: je antwoorden nalezen!

Slide 5 - Slide

Correct of incorrect gebruik van leestekens?

Ik zou de volgende vraag stellen: Hoe loopt het verhaal af.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 6 - Quiz

Correct of incorrect gebruik van leestekens?

Als ik voor Frans heb geleerd, en heb gegeten, ga ik naar voetbaltraining.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 7 - Quiz

Correct of incorrect gebruik van leestekens?

Als ik voor Frans heb geleerd en heb gegeten, ga ik naar voetbaltraining en daarna ga ik op tijd naar bed, want school begint om 8:30 en ik wil niet te laat komen.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 8 - Quiz

Correct of incorrect gebruik van leestekens?

Als ik voor Frans heb geleerd en heb gegeten, ga ik naar voetbaltraining. Vervolgens ga ik op tijd naar bed, want school begint om 8:30 en ik wil niet te laat komen.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 9 - Quiz

Correct of incorrect gebruik van hoofdletters?

Emilia is het hoofdpersonage in Honderd uur nacht.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 10 - Quiz

Correct of incorrect gebruik van hoofdletters?

Ole is de hoofdpersoon in pungelhuis.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 11 - Quiz

Correct of incorrect gebruik van hoofdletters?

de bijfiguren in Het Pungelhuis zijn Arie, papa en mama.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 12 - Quiz

Spelling en formulering
Nog meer veelgemaakte fouten.

Slide 13 - Slide

Vul het juiste voorzetsel in op de puntjes:
"Ik kan me goed inleven ..... Emilia."
A
met
B
naar
C
in
D
om

Slide 14 - Quiz

Welk voltooid deelwoord hoort er op de puntjes?

"Nadat de rechercheurs even doorzetten, heeft de dader alsnog ......."
A
gekent
B
gekend
C
bekent
D
bekend

Slide 15 - Quiz

Vul het juiste lidwoord en voornaamwoord in op de puntjes:
"Het Pungelhuis is echt .... beste boek ..... ik ooit heb gelezen."
A
de, die
B
het, dat
C
de, dat
D
het, die

Slide 16 - Quiz

Vul het juiste voornaamwoord in op de puntjes:
"....... hebben Het Pungelhuis niet helemaal gelezen."
A
Hun
B
Hen
C
Zij

Slide 17 - Quiz

Hoe wordt het woord 'spelfout' afgebroken als de regel volloopt?

A
Maakt niet uit
B
Spe - lfout
C
Spel - fout
D
Spelfou - t

Slide 18 - Quiz

Afbreken van een woord aan het eind van de regel
"Honderd uur nacht is een avonturenverhaal. Ook het gen-
re 'vriendschap' mag genoemd worden."

Een woord afbreken aan het einde van een regel doe je op de lettergreepgrens, dus tussen twee lettergrepen. Bij samenstellingen wordt het woord vaak afgebroken tussen de delen.

Slide 19 - Slide

Een open vraag beantwoorden
4. 'Leg je antwoord uit' of 'licht je antwoord toe'? Leg uit waarom jouw antwoord het juiste is of waarom dit jouw mening is. Zet je antwoord alvast zo op: 'Ik vind ...., omdat ............' of 'Het onderwerp is ..... , want ...........

Geef vervolgens geldige argumenten (redenen). 
- 'Gewoon' is geen uitleg of een geldig argument. 'Gwn' al helemaal niet!
- Vermijd ook cirkelredeneringen: 'Het boek is leuk, omdat het niet saai is.' 
- Als je een mening geeft of je smaak moet uitleggen, probeer te algemene woorden als 'saai', 'leuk' of 'interessant' te vermijden. Vervang ze bijvoorbeeld door 'ontroerend', 'grappig' of 'spannend'.

Slide 20 - Slide

Een argument onderbouwen
5. Als je een argument onderbouwt, dan geef je een voorbeeld of feitelijke informatie bij dat argument. 

Denk aan: "Ik vind Het meisje met de vlechtjes een spannend boek (mening), omdat je als lezer niet altijd alle informatie krijgt (argument). In hoofdstuk 4 lees je bijvoorbeeld hoe de groep staat te wachten tot Truus de Duitser verleid heeft."

Slide 21 - Slide

Noem twee eigenschappen die je belangrijk vindt in een vriend(in). Leg je antwoord uit en onderbouw het.

Slide 22 - Open question

Aan de slag!
Pak je voorbeeldexamen erbij. We waren gebleven bij vraag 12. 

Slide 23 - Slide

Check leerdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe ik een open vraag beantwoord.
2. Ik kan uitleggen hoe ik een argument geef bij een antwoord.
3. Ik kan uitleggen hoe ik een onderbouwing of voorbeeld geef bij een argument. 



Slide 24 - Slide

Leg in je eigen woorden uit waar je op let bij het beantwoorden van een open vraag.

Slide 25 - Open question

Volgende keer
Inleiding en slot.  




Slide 26 - Slide

Blooket

Slide 27 - Slide

LEZEN IN LEESBOEK
timer
15:00

Slide 28 - Slide