3-2 luchtdruk DDL

Science klas 1
h
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Science klas 1
h

Slide 1 - Slide

Science klas 1
h

Slide 2 - Slide

Lesdoel:
-hoe ontstaat luchtdruk
-wat is de proef met de maagdburger halve bollen
-hoe werkt een barometer
-je weet wat de eenheid van druk is
-je weet wat hoge en lage druk is en hoe het weer er door veranderd

Slide 3 - Slide

Wat weet je al
over druk

Slide 4 - Mind map

Sleep de juiste benamingen naar de vakjes
A =
Tekst
B=
C=
stikstof
zuurstof
overige gassen

Slide 5 - Drag question

Een band is leeggelopen.
Is er in de band nu vacuum?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Lucht bestaat voornamelijk uit de volgend gassen:
A
Zuurstof en Koolstofdioxide
B
Zuurstof en Argon
C
Koolstofdioxide en Stikstof
D
Stikstof en Zuurstof

Slide 7 - Quiz

Welk gas zit het meest in de lucht?
A
Stikstof
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide

Slide 8 - Quiz

welk soort 'gas' ademt de plant in?
A
helium
B
koolstofdioxide
C
zuurstof

Slide 9 - Quiz

Welke 2 gassen ontstaan bij de verbranding van aardgas?
A
Zuurstof en stikstof
B
Zuurstof en koolstofdioxide
C
Waterdamp en koolstofdioxide
D
Waterdamp en stikstof

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Waterdruk 
Waterdruk merk je als je naar de bodem van een zwembad gaat.
Boven het water is de druk voor en achter je trommelvlies gelijk.
Ga je naar de bodem dan druk het water je trommelvlies naar binnen toe. 
Dit voelt niet fijn.   Door middel van klaren (met dichtgeknepen neus in je mond blazen hef je dit op)

Slide 12 - Slide

Het ontstaan van luchtdruk 
De luchtdruk ontstaat door de laag lucht boven ons in de atmosfeer.
Die is niet overal even hoog. 
Hier door ontstaan er verschillende luchtdrukken op aarde.
Zelf in Nederland kan de luchtdruk verschillen.

Slide 13 - Slide

Luchtdruk 
Luchtdruk merk je op als je snel omhoog of naar beneden gaat.
Voorbeelden : een snel stijgende of dalende lift, een brug of berg die je omhoog rijd.   Een vliegtuig die opstijgt.
Voor het omhoog / omlaag gaan is de druk voor en achter je trommelvlies gelijk. Doordat je omhoog gaat drukt er minder lucht aan 1 kant tegen je oor aan.  Dit voelt niet fijn.
Door gapen, slikken of een snoepje kan je dit oplossen.

Slide 14 - Slide

luchtdruk en weer
  • Lage drukgebied, onrustig weer met veel wind
  • Hoge drukgebied, rustig en mooi weer
  • Hoe hoger je bent hoe lager de luchtdruk
  • Luchtdruk meet je met een barometer

Slide 15 - Slide

Werking barometer
  • in de barometer zit een dun doosje die makkelijk ingedrukt kan worden door de luchtdruk
  • in het metalen doosje (wit op plaatje) is een erg lage luchtdruk
  • hoe verder ingedrukt, hoe hoger de luchtdruk in de buitenlucht

Slide 16 - Slide

Waar is de druk in een zwembad het hoogst?
A
op de bodem
B
in het midden
C
aan de oppervlakte

Slide 17 - Quiz

waterdruk onstaat door het gewicht van het water
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

luchtdruk onstaat door het gewicht van de lucht
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Lucht heeft ook gewicht
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat voor weer kun je verwachten bij een hoge luchtdruk?
A
Storm
B
Regen
C
Mooi weer

Slide 21 - Quiz

Waar is de luchtdruk het hoogste?
A
Op zeeniveau
B
Op een middelhoge berg
C
Op een hoge berg
D
Op 10 kilometer hoogte

Slide 22 - Quiz

Hoe noem je een ruimte waar geen lucht in zit (2 stuks)
A
Luchtledig
B
Vacuum
C
Lage Luchtdruk
D
Hoge Luchtdruk

Slide 23 - Quiz

Waarmee meet je de luchtdruk
A
Manometer
B
Barometer
C
Thermometer
D
Hydrometer

Slide 24 - Quiz

Wat zit er in een barometer
A
een doosje met niets
B
een doosje met lucht
C
een doosje met bar
D
een doosje met water

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

De maagdeburger halve bestaat uit hoeveel delen
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 28 - Quiz

in de maagdenburger halve bollen
is voor de proef ?
A
lucht aanwezig
B
geen lucht aanwezig

Slide 29 - Quiz

Tijdens de maagdenburger halve bollen proef is er binnen in
A
onderdruk (vacuum)
B
overdruk

Slide 30 - Quiz

De maagdenburger halve bollen
worden .....
A
tegen elkaar aangezogen
B
tegen elkaar aangedrukt

Slide 31 - Quiz