5.2 huishoudboekje

5.2 Het huishoudboekje van de overheid

1 / 16
next
Slide 1: Slide
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.2 Het huishoudboekje van de overheid

Slide 1 - Slide

In deze les leer je:
- over de inkomstenbronnen van de 
 overheid 
- over de inkomsten en uitgaven van
  de overheid 
Ik link de begrippen begrotingstekort en overschot aan  de staatsschuld.

     
GOAL!

Slide 2 - Slide

2020
2021
Wat zie je hier?

Slide 3 - Slide

Begrotingstekort of -overschot?
  • Als de begrote inkomsten groter zijn dan de uitgaven = begrotingsoverschot
  • En andersom..... een begrotingstekort



  • Hier is sprake van ...... een begrotingsoverschot

Slide 4 - Slide

Begrotingsoverschot
Als de inkomsten van de overheid hoger zijn dan de uitgaven is er een begrotingsoverschot
 

Wat kan je doen met dit begrotingsoverschot?

- Staatsschuld aflossen --> lagere rentelasten op staatsschuld
- Extra investeren in …. --> levert op den duur ook weer geld op

Slide 5 - Slide

Staatsschuld
  • een begrotingstekort - toename staatsschuld
  • een begrotingsoverschot- afname staatschuld

Slide 6 - Slide

Directe en indirecte belasting...
Indirecte belastingen
- BTW
- Accijns

Directe belastingen
-Loon en inkomstenbelasting
-Vennootschapsbelasting





Slide 7 - Slide

Aan de slag
blz 144 t/m 147
opg. 12 t/m 19 
10 minuten in stilte

klaar?
nakijken
hierna: quiz + rekenen

Slide 8 - Slide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 9 - Slide

Onder de 'overige inkomsten' van de overheid vallen o.a.:
A
aardgasbaten en dividendbelasting
B
aardgasbaten en accijns
C
aardgasbaten en boetes
D
aardgasbaten en kansspelbelasting

Slide 10 - Quiz

Loonbelasting
BTW
Belasting op alcohol
Directe belastingen
Indirecte belastingen

Slide 11 - Drag question

Ozb =
A
Overige zaakbelasting
B
Onbelaste zaakbelasting
C
Ondernemers-zaakbelasting
D
Onroerende zaakbelasting

Slide 12 - Quiz

Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht, is er een
A
begrotingsoverschot
B
begrotingsevenwicht
C
begrotingsaanbod
D
begrotingstekort

Slide 13 - Quiz

De gemeente mag zelf belasting heffen en krijgt ook geld van de rijksoverheid.
A
stelling 1 is juist stelling 2 is onjuist
B
stelling 1 is onjuist stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn onjuist
D
beide stellingen zijn juist

Slide 14 - Quiz

Rekenen
blz 162
5 t/m 9
10 minuten af!
bespreken/nakijken

klaar? maak 5.2 af 
evaluatie

Slide 15 - Slide

In deze les leer je:
- over de inkomstenbronnen van de 
 overheid 
- over de inkomsten en uitgaven van
  de overheid 
Ik link de begrippen begrotingstekort en overschot aan  de staatsschuld.

     
GOAL!

Slide 16 - Slide