This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Interactievaardigheden
Slide 1 - Slide
Planning
Korte uitleg interactievaardigheden
Samenwerkingsopdracht in tweetallen
Nabespreken opdracht
Lesdoelen evalueren
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
1) Aan het einde van de les kan de student de zes pedagogische interactievaardigheden benoemen.
2) Aan het einde van de les kan de student minimaal twee voorbeelden noemen voor de zes pedagogische interactievaardigheden.
3) Aan het einde van de les kan de student een voorbeeld benoemen van hoe één van de zes pedagogische vaardigheden kan worden ingezet bij een activiteit.
Slide 3 - Slide
0
Slide 4 - Video
Welke interactievaardigheden past Chantal in deze fragmenten toe?
A
Respect voor autonomie
B
Sensitieve responsiviteit
C
Praten en uitleggen
D
Begeleiden in interactie
Slide 5 - Quiz
Als je respect toont voor de autonomie van het kind groeit hun zelfvertrouwen.
Slide 6 - Poll
Interactievaardigheid
''In de communicatie en omgang met de kinderen maakt de pedagogisch medewerker gebruik van interactievaardigheden. Dit zijn de vaardigheden van de pedagogisch medewerker tijdens de interacties/omgang met alle kinderen in de groep''.
Slide 7 - Slide
Zes pedagogische interactievaardigheden
Sensitieve responsiviteit
Respect voor autonomie
Structureren en grenzen stellen
Praten en uitleggen
Ontwikkelingsstimulering
Begeleiden van interacties
Slide 8 - Slide
1. Sensitieve responsiviteit
Oog hebben voor de signalen van het kind, tijdig en adequaat reageren zodat het kind zich begrepen, geaccepteerd en veilig voelt.
Belangrijke vaardigheid bij het kind: welbevinden.
Kind met hoge mate van welbevinden: voelt zich op zijn gemak en veilig, staat open voor zijn omgeving, is flexibel, heeft vertrouwen, is weerbaar, ontspannen en heeft plezier.
Kinderen met lage mate van welbevinden: hebben vaak moeite met de bovenstaande dingen.
Slide 9 - Slide
2. Respect voor autonomie
Kinderen erkennen en waarderen als individu met hun eigen ideeën en perspectieven. Voorbeeld: kinderen stimuleren om zelfstandig iets te gaan doen.
Respectvol omgaan met kinderen, voorbeeld: ''Wil je dit aangeven?'' of ''Zullen we nu..?'' niet commanderen.
Slide 10 - Slide
Als je respect toont voor de autonomie van het kind groeit hun zelfvertrouwen.
Slide 11 - Poll
3. Structureren en grenzen stellen
Kinderen duidelijk maken wat er van hen verwacht wordt.
Ervoor zorgen dat het kind zich aan deze regels en grenzen houdt.
Slide 12 - Slide
4. Praten en uitleggen
Het gaat om de verbale interactie tussen de PM'er en het kind.
vertellen wat je gaat doen en hoe je de dingen doet.
Slide 13 - Slide
5. Ontwikkelingsstimulering
Stimulering van de persoonlijke competentie van het kind
Extra dingen die de PM'er doet om de kinderen te stimuleren op allerlei ontwikkelingsgebieden.
Voorbeelden: nieuw spel of activiteiten aanbieden.
Slide 14 - Slide
6. Begeleiden van interactie
De mate waarin de PM'er aandacht besteedt aan positieve interactie tussen kinderen en deze ook proberen te bevorderen. Voorbeelden: Samenwerken, naar elkaar luisteren, delen, troosten en helpen.
Positief reageren op interactie door middel van complimenten: Wat goed dat jij ook deelt!
Positieve interactie bevorderen, bijvoorbeeld: Baby's bij elkaar zetten.
Slide 15 - Slide
Een baby vasthouden wanneer hij/zij moet huilen past bij de interactievaardigheid....
A
Sensitief Responsief
B
Ontwikkelingsstimulering
C
Structureren en grenzen stellen
D
Begeleiden van interactie
Slide 16 - Quiz
Een kind vertellen hoe hij zijn handen op de juiste manier moet wassen, hoort bij....