Gedichten (1.2, 2.2, 3.2)

Welkom
Leg klaar:

NIETS
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Leg klaar:

NIETS

Slide 1 - Slide

Planning
  • SO werkwoordspelling bespreken
  • Spelen met woorden

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Gedichten


Waar herken je gedichten aan?

Slide 4 - Slide

Kenmerken van gedichten
Uiterlijke vorm:
- Regels zijn kort
- Veel wit om de regels heen
Vaak:



Soms:
- Sommige woorden hebben meerdere betekenissen
- Sommige woorden worden herhaald
- Opbouw in strofen

- De woorden aan het eind van de regels rijmen
- Klank is belangrijk (zie paragraaf 1.2: pagina 19 en 3.2: pagina 169)

Slide 5 - Slide

Versregels
  • De regels in een gedicht noem je versregels
  • Dit kunnen hele zinnen zijn, maar vaker komt het voor dat zinnen binnen een gedicht over meerdere versregels doorlopen. 
  • Dat noem je enjambement (zie paragraaf 2.2 p. 97

Slide 6 - Slide

Strofe
  • Versregels staan in groepjes bij elkaar. Een groepje bij elkaar horende versregels is een strofe. (soort alinea's) 
  • De regels worden bijna nooit volgeschreven.
  • De verschillende strofen worden van elkaar gescheiden door witregels.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Nu ben jij aan de beurt!
  • Zoek een plaatje op internet of maak een foto in de school (niet van mensen)
  • Verzin er een gedicht bij.
  • Einde les inleveren via LessonUp.

Slide 9 - Slide

Het gedicht dat ik heb gemaakt is:

Slide 10 - Open question