schizofrenie/ psychose gevoeligheid

schizofrenie/ psychose gevoeligheid






Sem, Ruben, Amy
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

schizofrenie/ psychose gevoeligheid






Sem, Ruben, Amy

Slide 1 - Slide

Wat is schizofrenie/ psychose gevoeligheid?

Slide 2 - Mind map

Schizofrenie/ psychose gevoeligheid
Schizofrenie is een hersenaandoening waarbij de persoon last hebt van psychoses. De aandoening wordt daarom ook wel psychose-gevoeligheid genoemd. 

De psychoses die bij schizofrenie horen, kunnen bij iedereen anders zijn. De naam schizofrenie geeft een idee dat de aandoening voor iedereen hetzelfde is, maar dat is zeker niet zo. 

Tijdens een psychose zie, hoor, voel, proef of ruik jij dingen die er niet zijn. Je hersenen houden je voor de gek, ook denk je dat er dingen niet waar zijn. Dat je bijvoorbeeld bespioneerd wordt of dat de politie voor de deur staat om je te arresteren, terwijl je helemaal niets gedaan hebt. Het is ook niet zo, maar het voelt alsof je zeker weet dat het wel zo is. 

 

Slide 3 - Slide

Oorzaken
Biologische factor
Psychische factoren 
Als iemand in je familie het heeft, dan is het risico dat een ander familielid de stoornis ook krijgt 10 tot 50 keer groter dan normaal. 
Bij veel stressvolle gebeurtenissen en ingrijpende situaties wordt de ziekte in gang gebracht. 
Bij stress en persoonlijke probleem die je te lang bij je houdt kan je de ziekte uitlokken. 

Slide 4 - Drag question

wat zijn de symptomen van psychose gevoeligheid?
A
Obsessieve gedachten en compulsieve handelingen zoals schoonmaken, controleren, tellen of hamsteren.
B
Impulsiviteit, Stemmingswisselingen. Zwart-wit denken, Extreme verlatingsangst, Zelfbeschadiging, Identiteitsproblemen.
C
 Wanen, hallucinaties, verward denken, zichzelf terugtrekken, sociale omgeving verwaarlozen.
D
Concentratieproblemen of het aandachtstekort. hyperactief en impulsief.

Slide 5 - Quiz

Diagnose
De diagnose schizofrenie wordt grotendeels vastgesteld door een psychiater. 

Bij psychiatrisch onderzoek stelt een psychiater psychiatrische symptomen vast. Indien er welk symptomen optreden welke psychiatrische symptomen er zijn, hoe lang deze symptomen aanhouden en hoeveel iemand er last van heeft. Dit is belangrijk omdat de diagnose de richting van de behandeling bepaalt. 
 
De psychiater gebruikt hiervoor meestal DSM-5 of ICD-10 criteria. Deze classificatiesystemen waarin er afspraken zijn gemaakt over welke criteria van toepassing zijn van een bepaalde psychische stoornis op basis van wetenschappelijke inzichten. Dit zijn GEEN lijsten waar je een diagnose van kan stellen. 

Slide 6 - Slide

Therapie
Medicijnen:

De belangrijkste medicijnen zijn antipsychotica. Zij werken kalmerend en gaan de psychotische verschijnselen tegen, zoals wanen en hallucinaties. 

Voorbeelden van medicatie zijn: dopamine en serotoninereceptoren 

 
Psychologische behandelingen en therapieën: 

Psycho-educatie: Samen met mensen uit je omgeving leer je over de stoornis, de gevolgen, de medicijnen en de behandelingen. 

Gezinsinterventies: Je krijgt begeleiding, voorlichting en therapie met het hele gezin. 

Cognitieve gedragstherapie: Samen met de behandelaar kijk je naar je manier van denken en je gedrag. Als je die kunt ombuigen, dan heb je mogelijk minder last van allerlei klachten. 

Training: Je leert je geheugen, concentratie en sociale vaardigheden te verbeteren. 

Slide 7 - Slide

Wat zijn de complicaties?
A
Mensen met schizofrenie hebben door hun ziekte beperkingen op verschillende gebieden. Vaak is er spraken van morbiditeit denk aan depressie of angststoornissen.
B
Het kan werk, inkomen, sociaal netwerk en fysieke gezondheid schaden.
C
Aandachtsproblemen en concentratieproblemen als gevolg van schizofrenie kunnen onderbrekingen in studie of werk veroorzaken.
D
Het contact met de realiteit verliezen kan ook zorgen voor problemen met zelfzorg en zelfstandig wonen.

Slide 8 - Quiz

Casus 4 domeinen
participatie: Kim werkte in een verzorgingstehuis, hier mee is ze gestopt van wegen haar psychose. Hierdoor heeft ze geen werk/dagbesteding meer.
Woon- en leefomstandigheden: 
Kim woont samen met haar moeder. Doordat ze in verwachting is van een kindje moet ze stoppen met clozapine, want dat kan schadelijk zijn voor de baby. Ze krijgt wel meer last van wanen en vertrouwt haar moeder niet meer.  

Mentaal welbevinden/ Autonomie: Kim hoort, ziet en voelt veel dingen die er niet zijn (hallucinaties). Hierdoor is ze heel angstig. De stress van het werk en de baby is niet goed voor haar psychose.
lichamelijk welbevinden/ gezondheid: Kim ervaart veel stress. Daardoor is ze erg vermoeid. 

KIM

Slide 9 - Slide

Taak vpk/ interventies
De taak van een verpleegkundige is vooral het informeren, adviseren, motiveren, instrueren en meedenken met oplossingen.

  • Psychoses van de patient niet ontkennen en, maar ook niet bekrachtigen.
  • De patient benaderen met een lage expressed emotion (terughouden betreft kritiek en betrokkenheid)
  • Ondersteuning bieden in zelfzorgactiviteiten daar waar de patiënt door psychoses wordt belemmerd.
  • Inzicht gevende en motiverende gesprekken voeren over ziekte-inzicht en bijv. Medicatie inname.
  • Dagactiviteitenplan opstellen.
  • Patient motiveren tot het innemen van medicatie.

Slide 10 - Slide

Interview
Heeft u tips voor verpleegkundigen om begeleiding te verbeteren bij mensen met psychosegevoeligheid?

Eén : Blijven aftasten en voorzichtig vragen naar de symptomen (niet alleen bij de intake). Doordat de schaamte vaak groot is over wat men meemaakt en ook omdat trauma’s vroeg of laat naar voren komen. Sommige zaken kosten jaren.

Twee: Benadrukken dat dit lastige deel maar een deel van het totale karakter uitmaakt. Het is namelijk zo dat je vaak aan je identiteit gaat twijfelen.

Drie: Wanneer je genoeg draagkracht in cliënt zult zien mag je ook wijzen naar zijn/haar sociale rol. Dat kan zijn als dochter van, als vriendin. Maar het betekenen van iets kleins voor ander is van waarde voor een ieder. Zolang gezondheid het toelaat.

Slide 11 - Slide

Informatiefolder voor beginnende verpleegkundigen

Slide 12 - Slide