This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhalingsles 7.4 tm 7.6
Welkom klas 3
Heb jij jouw werkboek,
aantekeningenschrift
en pen op tafel?
Slide 1 - Slide
Vandaag....
BS. 1: Mens en het milieu
BS. 2: Voedselproductie
BS. 3: Duurzame landbouw
BS. 4: Energie
BS. 5: Milieuproblemen
BS. 6: Duurzaamheid
Slide 2 - Slide
Leerdoel
7.4.1 Je kunt de belangrijkste energiebronnen noemen met hun voordelen en nadelen.
Slide 3 - Slide
Huiswerk nakijken 7.5
Slide 4 - Slide
Huiswerk nakijken 7.5
Slide 5 - Slide
Huiswerk nakijken 7.5
Slide 6 - Slide
Huiswerk nakijken 7.5
Slide 7 - Slide
Huiswerk nakijken 7.5
Slide 8 - Slide
FF herhalen...
Geef antwoord op de vragen in de volgende dia's.
Slide 9 - Slide
Hele wereld Nederland
Slide 10 - Slide
Biomassa en biobrandstof
Biologisch afval = biomassa
Kan worden gebruikt als brandstof --> biobrandstof
Niet altijd duurzaam
Slide 11 - Slide
Warmte energie
Onderin de grond is de aarde warmer
Hieruit kun je dus warmte krijgen= Warmte energie
Slide 12 - Slide
Leerdoelen
7.5.1 Je kunt beschrijven wat het broeikaseffect is en oorzaken en gevolgen van het versterkte broeikaseffect en de klimaatverandering noemen.
Slide 13 - Slide
Dampkring
Het weer wordt bepaald door de zon en de dampkring
dampkring = atmosfeer
luchtlaag om de aarde
stikstof - zuurstof - koolstofdioxide
Slide 14 - Slide
Gevolgen broeikaseffect
Andere weertypes (meer of minder neerslag)
Extreem weer (erg warm of erg koud, stormen etc.)
Zeespiegel stijgt
Slide 15 - Slide
Aantekeningen
BS. 1: Mens en het milieu
BS. 2: Voedselproductie
BS. 3: Duurzame landbouw
BS. 4: Energie
BS. 5: Milieuproblemen
BS. 6: Duurzaamheid
Slide 16 - Slide
Aantekeningen 7.6
Pak jouw aantekeningenschrift erbij!
Slide 17 - Slide
Leerdoelen
7.6.1 Je kunt een aantal vormen van watervervuiling noemen en je weet hoe rioolwater wordt gezuiverd.
7.6.2 Je kunt een aantal vormen van bodemvervuiling noemen.
7.6.3 Je kunt een aantal methoden van afvalverwerking noemen.
Slide 18 - Slide
Afvalverwerking
• recycling
• composteren
• verbranden
• storten
Slide 19 - Slide
Wat is waterzuivering?
Waterzuivering is het proces van het verwijderen van onzuiverheden en verontreinigingen uit water.
Rioolwaterzuivering
Slide 20 - Slide
Plasticsoep
Mensen gooien plastic in het milieu
Dieren eten de plastic en gaan dood
Slide 21 - Slide
Stikstof
In mest zit veel stikstof.
Als er te veel mest wordt gebruikt, ontstaat verzuring en vermesting.
Door vermesting gaan planten als algen en kroos in sloten en meren explosief groeien
Boerderijen produceren veel stikstof
Slide 22 - Slide
Zelf aan de slag!
Nu mag je zelf aan de slag.
Samenwerk mag.
Na 5 minuten bespreken wij opdracht 3 + 4
van 7.6.
timer
5:00
Slide 23 - Slide
Huiswerk en evaluatie
HW
Leer de aantekeningen en maak de opdrachten van 7.6 af.
Weet jij nu.....
Slide 24 - Slide
Niet méér stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen is een vorm van duurzaam omgaan met het milieu.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quiz
Hier staan drie manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu. 1 Het milieu levert voedsel. 2 Het milieu levert grondstoffen. 3 Het milieu levert zuurstof.
A
alleen bij 1 en 2
B
alleen bij 2 en 3
C
alleen bij 1 en 3
D
bij 1, 2 en 3
Slide 26 - Quiz
Wat is "uitputting"van het milieu?
A
dat het milieu moe van ons wordt
B
dat we te veel uit het milieu halen
C
dat we het milieu vervuilen
Slide 27 - Quiz
Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.
Slide 28 - Quiz
CO2 heeft invloed op het broeikaseffect. Het broeikaseffect is slecht voor de aarde.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Veel afval kun je inzamelen en recycleren. Wat is de definitie van recyclen?
A
het scheiden van afval
B
opnieuw gebruiken van materialen
C
het storten of verbranden van afval
D
materialen opnieuw verwerken tot grondstof
Slide 30 - Quiz
Wat kan je recyclen?
A
Batterijen, glas, papier
B
Plastic, ijzer, hout, GFT
C
A & B
Slide 31 - Quiz
Wat is recyclen?
A
Het verbranden van een product
B
Het hergebruiken van een product
C
Het verwerken tot een nieuw product
Slide 32 - Quiz
Lesafsluiting
Bedankt voor jouw aandacht en tot de volgende les!