V3_§5.2 Koolstofverbindingen

Lesinhoud
  • Bespreken Huiswerk
  • Uitleg §5.2
  • Teken opdracht
  • Maken opgaven 9 t/m 12
Lesdoelen:
  • Alkanen, alkenen en alkanolen leren herkennen, en ze kunnen tekenen 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesinhoud
  • Bespreken Huiswerk
  • Uitleg §5.2
  • Teken opdracht
  • Maken opgaven 9 t/m 12
Lesdoelen:
  • Alkanen, alkenen en alkanolen leren herkennen, en ze kunnen tekenen 

Slide 1 - Slide

Huiswerk bespreken

Slide 2 - Slide

5c. Wat kun je zeggen over het kookpunt van C₄H₁₀S, ten opzichte van C₄H₁₀ en C₅H₁₂

Slide 3 - Open question

§5.2 Koolstofverbindingen
  • Koolstofverbindingen zijn moleculen opgebouwd uit koolstofatomen in combinatie met andere atoomsoorten.
  • Koolstofverbindingen omvatten 3/4e van alle stoffen die we kennen.
  • Een subgroep van koolstofverbindingen zijn koolwaterstoffen, deze bestaan alleen uit koolstof en waterstof atomen

Slide 4 - Slide

Opdracht
In paragraaf §5.2 staan drie soorten koolstofverbindingen beschreven, namelijk Alkanen, Alkenen en Alkanolen.
Aan jullie de opdracht om de stukken tekst over deze groepen te lezen. Vervolgens is het de bedoeling dat je van elke groep één molecuul tekent die niet in het boek staat. Geef daarbij de molecuulformule en de molecuultekening

Slide 5 - Slide

Opdracht: Voorbeeld

Slide 6 - Slide

Teken een Alkaan welke niet in het boek staat

Slide 7 - Open question

Teken een Alkeen welke niet in het boek staat

Slide 8 - Open question

Teken een Alkanol welke niet in het boek staat

Slide 9 - Open question

Teken de structuurformule van: C₄H₁₀

Slide 10 - Open question

Wie had er als antwoord:

Slide 11 - Slide

Isomeren
Wanneer stoffen dezelfde molecuul formule hebben, maar andere structuurformules zijn deze stoffen Isomeren van elkaar. 
Een algemene vuistregel met isomeren is dat hoe meer een isomeer vertakt is hoe lager het kookpunt ten opzichte van zijn minder vertakte variant.

Slide 12 - Slide

Maken opgaven 9 t/m 12

Slide 13 - Slide