Vrijdag 9 mei

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Vrijdag 9 mei

Lezen

Classroom > periode 4 > verhalen lezen

Werken aan je fictiedossier!

Programma

- Lezen	10 min
- Terugblik vorige les	10 min
- Huiswerk bespreken	10 min
- "Werkwoordelijk gezegde"	15 min
-Oefenen	30 min
-Afsluiting	5 min

Terugblik vorige les

Open als een boek

Inleven

Empathie

Solidariteit

Wat is identiteit?

1. Waar je vandaan komt?
2. Hoe je gekleed bent?
3. Wie je bent, voelt, doet, denkt, spreekt, werkt.....
4. Wie je denkt dat je bent, voelt, doet, spreekt werkt

Wat is empathie?

1. Dat je elkaar niet aardig vindt
2. Dat je een ander wilt helpen en begrijpen
3. Dat is iets wat je kunt kopen
4. Een boos gevoel

3.    Wat is empathie?

a.    Dat je elkaar niet aardig vindt
b.    Dat je een ander wilt helpen en begrijpen
c.    Dat is iets wat je kunt kopen
d.    Een boos gevoel

Toelichting: Antwoord B is goed, ‘dat je een ander wilt helpen en begrijpen’.

Wat is solidariteit?

1. Verbondenheid met anderen
2. Verbondenheid met jezelf
3. Verbondenheid met dieren
4. Verbondenheid met je eigen land

Huiswerk

Hoofdstuk 5

Paragraaf 1

Opdracht 3 t/m 10

Leerdoelen

Wat behandelen we vandaag?

• Je weet wat de kenmerken en onderdelen zijn van een werkwoordelijk gezegde.
• Je kan het werkwoordelijk gezegde in een zin aanwijzen.
• Je kan uitleggen wat het werkwoordelijk gezegde in een zin is. 
• Je kan zelf zinnen maken met werkwoordelijke gezegdes. 

Wat weet je over het werkwoordelijk gezegde?

Werkwoordelijk gezegde?

boomdigitaal.nl

Werkwoordelijk gezegde

Doen-zinnen hebben een werkwoordelijk gezegde. 

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden van een zin. 

Wat is het verschil tussen een hoofdwerkwoord en een hulpwerkwoord?

Hoofdwerkwoord / Hulpwerkwoord

Een hoofdwerkwoord is het belangrijkste werkwoord in een zin.
 

Een hulpwerkwoord is een

werkwoord dat een klein beetje betekenis toevoegt aan het hoofdwerkwoord. 

Een hulpwerkwoord kan nooit zelfstandig voorkomen in een zin.

Opdracht

Noteer van de volgende zinnen steeds wat iemand doet of wat mensen doen.

Voorbeeld;

Mijn vriendin wandelt vaak in het bos.

Iemand wandelt. 

Ik schrijf elke avond in mijn dagboek.

Voor kerst wilde hij graag een nieuwe bal hebben.

De loodgieter heeft het kapotte leidingwerk gelukkig gerepareerd.

Zouden we dit proefwerk opnieuw mogen maken?

Oefeningen

Wie?	Zelfstandig
Wat?
Hoe?	Antwoorden in je schrift schrijven
Hulp?	Docent
Tijd?	Tot 10 minuten voor eindtijd.
Uitkomst?	Je beheerst de gestelde leerdoelen.
Klaar?	Fictiedossier Woorden bladzijde 185 lezen Eigen leerdoelen

Spelling/Grammatica > Paragraaf 17 > Opdracht 4 t/m 8 + opdracht 11

Bladzijde 182 t/m 185

dashboard.blooket.com