9. Bingo verbos

¿Qué hacemos 
hoy en la clase?

  • Bingo verbos 
  • Traducir frases
  • Vais a leer
  • ¡A practicar!
1 / 36
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¿Qué hacemos 
hoy en la clase?

  • Bingo verbos 
  • Traducir frases
  • Vais a leer
  • ¡A practicar!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

  • Ik weet de vervoegingen van de regelmatige werkwoorden (AR, ER, IR)

  • Ik kan de onregelmatige werkwoorden estar en tener vervoegen.


Wat bedoel we met (on)regelmatige werkwoorden?

Los objetivos 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Werkwoorden schema
Haal -AR, -ER of -IR van het hele werkwoord af.
Wat is het onderwerp?
Plak de juiste uitgang erachter.
- AR
-  ER
- IR
ik
yo
O
O
O
jij
AS
ES
ES
hij/ zij/ uw
él / ella/ usted
A
E
E
wij
nosotros
AMOS
EMOS
IMOS
jullie
vosotros
ÁIS
ÉIS
ÍS
zij/ u (meervoud)
ellos / ellas/ ustedes
AN
EN
EN
VB: Pablo ____(hablar) español.
hablar - ar = habl
Pablo = hij = él
habl + a = habla

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De vervoegingen van
  estar en tener
                                                               (zich bevinden)                   (hebben) 

Deze werkwoorden zijn onregelmatig, je leert de rijtjes uit je hoofd. 
Je past bij deze werkwoorden niet het werkwoorden schema toe! 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zelf de juiste bingo antwoorden

 bijhouden in een schriftje!!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

https://www.lessonup.com/nl/lesson/q5MDfyzhaaayPzEiy?utm_source=app&utm_campaign=shared-lesson-app&utm_content=1643366349400&utm_medium=shared-link
Wie is dit?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Salvador Dalí

  • Hij is een wereldberoemde Spaanse kunstschilder (surrealisme).
  • Casa de papel is een bekende Spaanse serie, de spelers dragen een masker met daarop een karikatuur van Salvador Dalí. Maar de Salvador Dalí stichting is daar helemaal niet blij mee!
    Zij willen het imago van (de in 1989 overleden) Salador Dalí beschermen. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Chupa Chups

Wist je dat?
Wist je dat deze bekende Spaanse kunstschilder het logo van de Chupa Chup lolly's heeft ontworpen? 

Chupa Chups zijn uitgevonden door een Spanjaard. Hij wilde een snoepje ontwerpen die hij met een vork kon eten. Uiteindelijk is dat de eerste lolly geworden. 

Chupa Chups hebben niet altijd deze naam gehad. Eerst heette het snoepje 'gol'. Dat betekent in het Spaans 'goal/doelpunt'. Je mond moest dan het doel voorstellen en de lolly de bal. Later vonden ze deze naam toch een beetje stom. Chupa komt van het werkwoord chupar = zuigen. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Traduce las frases en tu cuaderno
1. De witte keuken. 
2. Een zwarte badkuip. 
3. De kast is groen. 
4. Het huis heeft een tuin. 
5. De woonkamer heeft 1 tafel en 4 stoelen. 
Al klaar? 
Maak de sleepvragen op de volgende pagina's. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Las respuestas:

1. La cocina blanca.
2. Una bañera negra. 
3. El armario es verde. 
4. La casa tiene un jardín. 
5. El salón tiene una mesa y cuatro sillas.  

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

el dormitorio
el cuarto de baño
la cocina
el salón

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

la mesilla
la cama
la ducha
la mesa
la televisión
el sofá
la vitrocerámica

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

HABLAR
COMER
VIVIR
habl

habl

habl

habl

habl

habl
com

com

com

com

com

com
viv

viv

viv

viv

viv

viv
- o
- o
- o
- as
- amos
- a
- áis
- an
- es
- es
- e
- emos
- en
- éis
- e
- imos
- ís
- en

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Schrijf de volgende getallen voluit op in het Spaans.


Let op: voluit betekent dat je het woord helemaal uitschrijft.

Voorbeeld:  92  is voluit > noventa y dos.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

33

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

66

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

44

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

11

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

88

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

55

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

22

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

77

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

99

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

x
x
x
x
x
x
x
2. 'la casa nueva' dat betekent: het nieuwe huis
5. Hay un cuarto de invitados = er is een logeerkamer. Ook had je het kunnen zien in de afbeelding en in de woordjes. 
6. "Tengo una televisión pequeña"
7. "Tenemos una terraza" het gaat over een terras, niet over een tuin! 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

x
x
x
x
x
Soy de Amsterdam
Soy de Alicante
Mamá es de Barcelona (ze komt er vandaan)
Oh, llama Angela, una amiga (een vriendin)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Leesvaardigheid

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

X
X
X
X
X

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Link

This item has no instructions

Libro del alumno
 página cuarenta y ocho 
Leesvaardigheid
Je hoeft niet elk woord uit de tekst te kennen. Herken je enkele woorden? Probeer te zoeken waar in de tekst het antwoord staat. Je hoeft alleen dat kleine stukje tekst te vertalen, het is niet nodig om elk woord te kennen.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

¿Pueblo o ciudad?
1. Waar in de stad wonen jonge mensen volgens de tekst?
In het centrum (La gente joven quiere vivir en el centro)
2. En gezinnen met kinderen?
Verder weg van het centrum (más lejos del centro)
3. Hoe zien de huizen in de steden eruit?
Ze hebben twee of drie slaapkamers,  woonkamer, keuken en 1 of 2 badkamers. 
Het is gebruikelijk dat ze een klein balkon hebben of een terras met bloemen of planten. 
4. Welke voorzieningen zijn er volgens de tekst in de stad?
Supermarkten, parken, kerken, gezondheidscentra, winkels.
Ook zijn er veel transportmiddelen (metro/bus/trein).
5. Hoe zien de huizen in de dorpen eruit?
De huizen zijn groter, chalets of rijtjeshuizen. Ze hebben 3 of 4 slaapkamers, woonkamer,
eetkamer, keuken en patio. Het heeft 1 of 2 etages.
6. Wat heb je meestal niet in een dorp volgens de tekst?
Er zijn minder voorzieningen  (transport, scholen, gezondheidscentra etc.)

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

pueblo (dorp)
ciudad (stad)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions