3.5 deel 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Stilte opdracht

Maak opdr. 6 op p. 112 in je boek + bestudeer het blauwe grammatica blokje eronder. 

What are we going to do today?

- Nakijken opdr. 6 

- Uitleg ontkenningen + vragen maken in Present Simple

- Samen maken: opdr. 7 en 8 

- Zelfstandig werken aan huiswerk 

Nakijken opdracht 6 (p. 112)

Ontkenningen Present Simple (-)

• Ontkenning = zeggen dat iets NIET zo is
• Ontkenningen maak je zo: don't / doesn't + hele werkwoord
• doesn't = does not (bij he / she / it)
• don't = do not (bij alle andere personen)
• Bijv. "I don't like pizza." / "He doesn't like pizza."
• Let op: bij he / she / it zit de s al in het woordje "doesn't" dus hoeft het niet meer achter het werkwoord. 

Ontkenningen in de Present Simple (-)

Ik loop niet.
Jij loopt niet.
Hij loopt niet.
Zij loopt niet.
Het loopt niet.
Wij lopen niet.
Jullie lopen niet.
Zij lopen niet.

Samen maken: opdr. 7 (p. 113)

a. 

b. 

c. 

d. 

e. 

f. 

g. 

h. 

Vragen met Present Simple

• Vragen maak je zo: do / does + onderwerp + werkwoord
• Bijv. "Do you like pizza?"
• Bijv. "Does my brother play football?" 
• Kijk in de zin eerst wat het onderwerp is, en kies dan voor do of does. 
• Ook hierbij geldt weer dat de s bij he / she / it niet meer achter het werkwoord komt. 

Vragen in de Present Simple (?)

Loop ik?
Loop jij?
Loopt hij?
Loopt zij?
Loopt het?
Lopen wij?
Lopen jullie?
Lopen zij?

Samen maken: opdr. 8 (p. 113)

Homework for Thursday 19 Jan:

- Leren: Expressions 3.5 (p. 125)

- Maken: opdr. 9, 10 en 13 van 3.5 (op laptop)