Je gemoedstoestand beschrijven (TB p. 26, 34 + gram A p. 32)
Je karakter beschrijven (TB p. 26, 34 + gram A p. 32)
Jezelf en je familie voorstellen (TB p. 26)
Vergelijkingen maken tussen Spaanse en Nederlandse scholen (TB p. 18, 28, gram B & C p. 32-33)
-> alle woordenschat staat op p. 122 van je tekstboek