This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Terugblik H1 en H2
Slide 1 - Slide
Wat is arbeidsverdeling?
A
Iedereen doet zijn werk waar hij/zij goed in is.
B
Werk wordt verdeeld, zodat je de dingen die je lastig vindt kunt leren
C
Werk wordt verdeeld over verschillende landen.
D
Iedere maand verander je van werkzaamheden.
Slide 2 - Quiz
Arbeidsverdeling zorgt voor:
A
Iedereen doet binnen zijn werk waar hij/zij goed in is.
B
Werk wordt verdeeld, zodat het makkelijker wordt.
C
Werk wordt verdeeld over verschillende landen.
D
Iedere maand verander je van werkzaamheden.
Slide 3 - Quiz
Het verschil tussen Arbeidsproductiviteit en Productiecapaciteit.
Slide 4 - Open question
Wat is de formule voor afschrijven?
A
(nieuwwaarde + restwaarde) : gebruiksduur
B
(nieuwwaarde -restwaarde) x gebruiksduur
C
(nieuwwaarde - restwaarde) : gebruiksduur
D
(nieuwwaarde + restwaarde) x gebruiksduur
Slide 5 - Quiz
Mijn nettowinst was 5.400, het volgende jaar is deze 6.750. Wat is de procentuele verandering?
Slide 6 - Open question
Wat zijn voorbeelden van maatschappelijk verantwoord ondernemen?
A
Alle afval in 1 container
B
Recyclebare kleding produceren
C
Statiegeld afschaffen
D
Werklozen tijdelijk werkplek aanbieden
Slide 7 - Quiz
Stel: je gaat een huis kopen van €200.000. Je betaalt €60.000 uit je eigen zak en de rest sluit je een hypotheeklening af. Hoeveel procent van de totale huisprijs betaal je uit je eigen zak?
Slide 8 - Open question
Wat is de brutowinstmarge?
A
Brutowinst uitgedrukt in %
B
Brutowinst uitgedrukt in % van verkoopprijs
C
Brutowinst uitgedrukt in % van inkoopprijs
Slide 9 - Quiz
Hoe kan een bedrijf de nettowinst verhogen?
Slide 10 - Open question
Wat zijn geen bedrijfskosten?
A
kosten van het gebouw
B
inkoopkosten
C
salaris van het personeel
D
reclamekosten
Slide 11 - Quiz
Wat is het verschil tussen Brutowinst en Nettowinst?
Slide 12 - Open question
een blouse kost 45 euro exclusief BTW. Wat is de prijs inclusief BTW?
Slide 13 - Open question
Welke productiefactoren wordt gemaakt met andere productiefactoren?
A
natuur
B
arbeid
C
kapitaal
D
ondernemerschap
Slide 14 - Quiz
De bezettingsgraad is .......
A
productie/
productiecapaciteit
B
productiecapaciteit/
productie
C
afzet/productie
D
productie/afzet
Slide 15 - Quiz
Wat is het verband tussen scholing en arbeidsproductiviteit