This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wanneer heeft een auto bewegingsenergie?
A
Als de auto
snelheid heeft.
B
Als er een bestuurder
in zit.
C
Als er benzine
in de tank is.
D
A, B en C zijn
alle 3 juist.
Slide 2 - Quiz
Een bezorger op zijn scooter. Wanneer is de bewegingsenergie het grootst?
A
De scooter staat stil voor het stoplicht.
B
De scooter rijdt met
45 km/h op vlakke weg.
C
De scooter rijdt met
40 km/h bergaf.
D
Alle 3 even groot.
Slide 3 - Quiz
Welke heeft de grootste bewegingsenergie?
A
motor
met 70 km/h
B
auto
met 70 km/h
C
vrachtauto
met 70 km/h
D
dat kun je niet weten
Slide 4 - Quiz
Welke formule geeft Binas voor bewegingsenergie?
Slide 5 - Open question
Bewegingsenergie
Binas:
Eb=0,5⋅m⋅v2
Slide 6 - Slide
Brent (m = 75 kg) loopt met 1,5 m/s over de stoep. Bereken de bewegingsenergie van Brent.
Eb=0,5⋅m⋅v2
rond af op een heel getal.
Slide 7 - Open question
Welke club herken je in de formule
Eb=0,5⋅m⋅v2
A
B
C
D
Slide 8 - Quiz
Wat is de eenheid van bewegingsenergie?
A
joule
J
B
newton
N
C
pascal
Pa
D
watt
W
Slide 9 - Quiz
Werkboek blz 77 - opgave 48
47
Slide 10 - Slide
massa 158 kg snelheid 30 km/h bewegingsenergie = ?
WB Blz 74 - Opg. 47
Eb=0,5⋅m⋅v2
A
658 J
B
2370 J
C
5486 J
D
71100 J
Slide 11 - Quiz
Werkboek blz 77 - opgave 47
Slide 12 - Slide
snelheid 12,5 m/s massa 102,5 kg bewegingsenergie = ?
WB blz 77
opg. 47
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Maak de volgende opdrachten:
44, 46, 49, 50, 52
Slide 15 - Slide
Een voorwerp heeft zwaarte-energie als het in beweging is.
WB Blz 76
Opgave 53
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Als een voorwerp lichter is, dan is de zwaarte-energie kleiner.
WB Blz 76
Opgave 53
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
g heeft op aarde een waarde van 10 m/s .
WB Blz 76
Opgave 53
2
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Wanneer heeft een voorwerp zwaarte-energie?
WB Blz 76
Opgave 54
Slide 19 - Open question
Wat is een andere naam voor zwaarte-energie?
WB Blz 76
Opgave 55
A
hoogte-energie
B
gravitatie-energie
C
massa-energie
D
potentiële energie
Slide 20 - Quiz
Emma (m=45kg) gaat met de roltrap 5 meter omhoog. Bereken de zwaarte-energie bovenaan de roltrap.
WB Blz 76
Opgave 56a
Slide 21 - Open question
Wat kun je zeggen over de zwaarte-energie van Aouicha?
WB Blz 76
Opgave 56b
A
die is kleiner
dan bij Emma
B
die is even groot
als bij Emma
C
die is groter
dan bij Emma
Slide 22 - Quiz
Maak opdracht 58. Typ je berekening in én je eindantwoord!
WB Blz 76
Opgave 58
Slide 23 - Open question
Maak opdracht 57. Typ je berekening in én je eindantwoord!
WB Blz 76
Opgave 57
Slide 24 - Open question
Maak de volgende opdrachten
54, 55, 56, 59, 60
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
De formule voor zwaarte-energie:
Bij welk onderwerp was er ook g?
Ez=m⋅g⋅h
A
dichtheid
B
druk
C
frequentie
D
zwaartekracht
Slide 30 - Quiz
Hoe groot is g op aarde?
A
0,1
B
3,6
C
10
D
340
Slide 31 - Quiz
Welke formule gebruik je?
WB blz 80
Opgave 58
A
E=0,5⋅m⋅v2
B
E=m⋅g⋅h
C
E=P⋅t
D
E=F⋅s
Slide 32 - Quiz
Reken uit: Hoe groot is de zwaarte-energie van Tanja op 37 m hoogte?
Slide 33 - Open question
Ek en Ez
Zwaarte energie en bewegingsenergie werken vaak samen. Bekijk het volgende filmpje maar.
Slide 34 - Slide
Kinetische en zwaarte-energie
De formule voor zwaarte-energie luidt als volgt:
waarin:
Ez = zwaarte-energie (J)
m = massa (kg)
g = valversnelling (m/s²)
h = hoogte (m)
Zwaarte-energie is een vorm van
potentiële energie. Wanneer je een krat optilt naar een bepaalde hoogte, heeft het door deze zwaarte-energie elke keer de neiging om (het heeft de potentie om) naar beneden te vallen van die hoogte. Wanneer het valt, zal de zwaarte-energie omgezet worden in kinetische energie tot het de grond raakt.
Ez=mgh
De formule voor kinetische energie luidt als volgt:
waarin:
Ekin = kinetische energie (J)
m = massa (kg)
v = snelheid (m/s)
Zoals te zien is, is de kinetische energie afhankelijk van de snelheid waarmee het voorwerp met een bepaalde massa