Examentraining 6e les _ Erfelijkheid en evolutie - PLS1337

Eindexamentraining
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Eindexamentraining

Slide 1 - Slide

Erfelijkheid
Erfelijkheid is: het doorgeven van erfelijke eigenschappen van generatie op generatie

In alle cellen van een kind zit de helft van de erfelijke eigenschappen van de vader en de helft van de moeder
Erfelijkheidsonderzoek
Erfelijkheidsonderzoek is het bestuderen van DNA, de genen en/of de chromosomen
Ook wordt er gekeken naar erfelijke aandoeningen
- Prenataal onderzoek
- Hielprik (na de geboorte)


Slide 2 - Slide

Fouten in de toets
evolutie/natuurlijke selectie moeten ze kennen en herkennen ze niet uit de vraagstelling. Meer mee oefenen
oefenen met evolutionaire stambomen kan beter



Slide 3 - Slide

Geslachtscellen en lichaamscellen
Lichaamscellen: paren chromosomen (46 chromosomen)
22 paren chromosomen
1 paar geslachtschromosomen
Vrouw: XX en man XY


Geslachtscellen: enkelvoudige chromosomen (23 chromosomen
Zaadcellen van man, eicellen bij de vrouw


Slide 4 - Slide

Kruisingen
Kruising: versmelting van twee geslachtscellen (bevruchting)


Belangrijke termen
Genotype (erfelijke eigenschappen), fenotype (uiterlijke kenmerken)
Allel: een variant van een gen
Homozygoot (AA/aa), heterozygoot (Aa)
Dominant Allel (A), recessief gen (a)
Intermediair: bij heterozygoot komen beide allelen tot uiting


Slide 5 - Slide

DNA en genen
DNA
- De belangrijkste drager van erfelijke informatie
Chromosomen
- Bestaan uit lange strengen DNA
- Komen in paren voor (1 van vader, 1 van moeder)
Gen
- Stukje chromosoom dat informatie voor een erfelijke eigenschap bevat (bijvoorbeeld haarkleur)
Mutatie
- Verandering in erfelijk materiaal
- Goed, slecht of geen resultaat


Slide 6 - Slide

Kruisingen

Slide 7 - Slide

Kruisingen
Moedercel: de cel die gaat delen (altijd 46 chromosomen)
Dochtercel: de cellen die uit de moedercel ontstaan
Mitose
Vormen de nieuwe lichaamscellen
Belangrijk bij groei en herstel
Dochtercel hetzelfde als moedercel (46 chromosomen)
Meiose / reductiedeling
Vormen van nieuwe geslachtscellen
Het aantal chromosomen is gehalveerd, belangrijk bij voortplanting
De dochtercellen zijn verschillend van moedercel

Slide 8 - Slide

Kruisingsschema

Slide 9 - Slide

Selectie
Natuurlijke selectie
De natuur zelf selecteert op eigenschappen (bijvoorbeeld kleur vacht in de sneeuw


Kunstmatige selectie
Bepaalde (goede) eigenschappen worden geselecteerd bij de kruising (door de mens)
Bij het fokken van dieren of veredeling van planten

Slide 10 - Slide

Evolutie
Mutatie
Een verandering in het erfelijke materiaal (toeval) kan leiden tot nieuwe eigenschappen
Isolatie
Een deel van een populatie raakt gescheiden en vormt een nieuwe populatie
Natuurlijke selectie
In elke populatie zijn variaties in eigenschappen. In een veranderende omgeving zijn andere eigenschappen belangrijker en krijgen succesvolle individuen meer nakomelingen
Variatie
Individuen van een populatie vertonen kleine verschillen, een deel van de verschillen is erfelijk



Slide 11 - Slide

Evolutie

Slide 12 - Slide

Om te onthouden
Mitose: het maken van nieuwe lichaamscellen
Meiose: het maken van nieuwe geslachtscellen


Van klein naar groot: gen --> chromosoom --> totaal erfelijk materiaal


Bij kruising: bedenk altijd eerst met wat voor kruising je te maken hebt (welke eigenschap is dominant/recessief, wat is het genotype van de ouders), werk dit uit in een kruisingsschema en kijk wat het genotype van de nakomelingen is.


Slide 13 - Slide