Engels

• Engels
• Basisschool
• Groep 6

Welke vertaling klopt?

to wear

1. dragen
2. vragen
3. waar
4. aandoen

Welke vertaling klopt?

sweater

1. zweten
2. trui
3. jas
4. rok

Welke vertaling klopt?

pink clothes

1. roze kast
2. roze kleren
3. paarse tas
4. paars vest

Welke vertaling klopt?

beautiful boots

1. mooie boot
2. mooie kleren
3. mooie jas
4. mooie laarzen

Een oma is:

young

old

Wat betekent:

To describe

dress

glasses

blouse

jeans

bloes

bril

jurk

spijkerbroek

Bedenk zo veel mogelijk 'fruits and vegetables'

Welke vertaling klopt?

checkout

1. kassa
2. briefgeld
3. betalen
4. geld

Welke vertaling klopt?

to smell

1. stinken
2. lachen
3. spellen
4. ruiken

Welke hoort er niet bij

shopping trolly

supermarket

diary

Welke hoort er niet bij?

money

to rush

cheap

Wat betekent:

To be hungry

Wat zijn de dagen van de week in het Engels?

Nederlands Engels

Maandag Monday

Dinsdag Tuesday

Woensdag Wednesday

Donderdag Thursday

Vrijdag Friday

Zaterdag Saturday

Zondag Sunday

The afternoon is when i wake up.

waar

niet waar

Tomorrow is wednesday.

waar

niet waar

Wat betekenen deze werkwoorden:
to rush
to get up

1. rijden & opstaan
2. haasten & opstaan
3. rijden & wakker worden
4. haasten & wakker worden

Wat zijn de juiste vertalingen?
bicycle, boat, bus, car, plane, train

north            south               west              east 

het noorden

het oosten

het zuiden

het westen

A train is:

quick

slow

to ask the way       to depart     to travel

vertrekken

reizen

de weg vragen

Wat is de juiste vertaling?

in a hurry

1. in huis zijn
2. vertrekken
3. haast hebben
4. te voet, lopend

Wat betekent:

A lot of noice

1. veel geluid
2. veel lawaai

Wat is een whiteboard?

1. een wit bord
2. een skateboard
3. een schoolbord

Wij leren in deze les een nieuwe 'language'

waar

niet waar

Wat is de juiste vertaling?

ruler

1. elastiekje
2. gum
3. liniaal
4. nietmachine

Wat is de juiste vertaling?

dictionary

1. leesboek
2. opdracht
3. baas
4. woordenboek

Wat is een sharpener

to be silent      to be strict       to stand up      to sit down

opstaan

streng zijn

stil zijn

gaan zitten