Tegenargumenten

Argumenteren 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Argumenteren 

Slide 1 - Slide

Herhaling. Wat is ook alweer een argument en wat is een standpunt?

Slide 2 - Slide

Een standpunt = een gefundeerde mening over een onderwerp.

Een argument = ondersteunt het standpunt om iemand te overtuigen. 

Slide 3 - Slide

Herhaling. Wat is ook alweer een argument en wat is een standpunt?
'Ik vind roken een slechte gewoonte omdat het veel fysieke problemen veroorzaakt. '

Slide 4 - Slide

Standpunt
Argument
Ik vind roken een slechte gewoonte
omdat het veel fysieke problemen veroorzaakt.

Slide 5 - Drag question

Tegenargument 

 Reactie op het standpunt van de andere
Weerlegging

Reactie op het argument van de andere

Slide 6 - Slide

Is de reactie van Sadia een tegenargument of een weerlegging?

Jorne: Ik vind dat vliegen duurder moet worden, want het is slecht voor het milieu.

Sadia: Ik vind dat niet, want dan kunnen we niet meer goedkoop op reis.

Slide 7 - Slide

Is de reactie van Sadia een tegenargument of een weerlegging?

A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 8 - Quiz

Is de reactie van Romy een tegenargument of een weerlegging?

Paulien: Je moet meer sporten. Wie sport, leeft gezonder.

Romy: Gezonder? Wie sport, heeft meer kwetsuren, en dat kun je niet bepaald gezond noemen.

Slide 9 - Slide

Is de reactie van Romy een tegenargument of een weerlegging?

A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 10 - Quiz

Is de reactie van Astrid een tegenargument of een weerlegging?

Bilal: We zouden voor Nederlands beter series bekijken i.p.v. boeken lezen. Series zijn immers veel spannender.

Astrid: Ik zal je eens wat boeken geven die veel spannender zijn dan die series die je bekijkt.

Slide 11 - Slide

Is de reactie van Astrid een tegenargument of een weerlegging?
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 12 - Quiz

Is de reactie van Alixe een tegenargument of een weerlegging?

Sil: De school moet meer reizen organiseren. Zo kunnen leerlingen hun horizon verruimen.

Alixe: Ze moeten net minder reizen organiseren. Die zijn veel te duur.

Slide 13 - Slide

Is de reactie van Alixe een tegenargument of een weerlegging?
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 14 - Quiz

Tegenargument
Weerlegging
Ik vind dat jouw argument niet klopt. Ik gebruik een...
Ik vind dat jouw standpunt niet klopt. Ik gebruik een...

Slide 15 - Drag question