Startles Nederlands 4m

Nederlands 
4 mavo
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 
4 mavo

Slide 1 - Slide

Nederlands in 4 mavo
Schoolexamen en Centraal examen

  • Spelling en formuleren
  • Mondelinge taalvaardigheid (discussie voeren + presenteren)
  • Lezen (fictie + poëzie)
  • Kijken en luisteren
  • Begrijpend lezen en schrijven > EINDEXAMEN



Slide 2 - Slide

Examendossier

Slide 3 - Slide

Opvallend?
  • Geen boek
  • Spelling eerst P/F-toetsen
  • Nederlands examenjaar werkt met stencils. Handig om alles in een snelhechter te bewaren!
  • Onderdelen tellen allemaal mee voor je examen.
  • 10% meegenomen vanuit 3 mavo. Wie staat er onvoldoende?
  • In totaal is de 100 procent cijfers 50 procent waard. Je Centraal examen is de andere 50 procent.

Slide 4 - Slide

Wat neem je elke les mee?
pen/etui
snelhechter/stencils Nederlands
iets te lezen (boek of tijdschrift)

Slide 5 - Slide

Planning periode 1
Spelling

Discussie

Formuleren

Start boekproject

Enquête lezen

Slide 6 - Slide

Start Spelling

Slide 7 - Slide

Start Spelling
  • Hoofdletters (mevrouw De Vos)
  • Dicteewoorden (wat betekent het + hoe schrijf je het)
  • Meervouden (bacteriën of bacterieën?)
  • Aan elkaar of los (er op/erop)
  • Speciale tekens: koppelteken (zomer- en herfstvakantie), trema (kopiëren) en apostrof ('s morgens)
  • Werkwoordspelling 

Slide 8 - Slide

Hoofdletters
Wat weet je nog?

Slide 9 - Slide

Wat is de juiste spelling?
A
Mevrouw van Dongen gaat verhuizen.
B
Mevrouw Van Dongen gaat verhuizen.

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
16 Jaar geleden werd hij geboren.
B
16 jaar geleden werd hij geboren.

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
Vandaag hebben we Geschiedenis, Frans en Wiskunde.
B
Vandaag hebben we Geschiedenis, Frans en wiskunde.
C
Vandaag hebben we geschiedenis, Frans en wiskunde.
D
Vandaag hebben we geschiedenis, frans en wiskunde.

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
Ik ben in Juli jarig.
B
Ik ben in juli jarig.

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
In de zomer hebben we een middeleeuws kasteel bezocht.
B
In de zomer hebben we een Middeleeuws kasteel bezocht.

Slide 14 - Quiz

Hoofdletters
Begin van de zin in principe altijd met een hoofdletter, behalve
  • als de zin met een getal begint
  • als de zin met een apostrof (')begint 

16 jaar geleden werd hij geboren.
's Morgens sta ik altijd om acht uur op. 

Slide 15 - Slide

Hoofdletters
Voornaam? Altijd met een hoofdletter. 
Achternaam? Altijd met een hoofdletter.
Tussenvoegsel? Alleen met een hoofdletter als de voornaam er niet staat. 
(Uitzondering: 'El')

Jorinde de Vos
Beste mevrouw De Vos
Mohamed El Bakali





Slide 16 - Slide

Altijd met een hoofdletter
  • Aardrijkskundige namen (straten, plaatsen, landen, provincies, rivieren) 
  • Religieuze plekken en feestdagen (Fatih Moskee, Ichthuskerk, Kerstmis, Ramadan)
  • Planeten (Mars, Pluto, Jupiter)
  • Historische gebeurtenissen (Tweede Wereldoorlog, Eerste Golfoorlog)
  • Merken (Calvé, Pepsi, Albert Heijn)
  • Boeken, kranten, films en series (Titanic, De grijze jager, De Volkskrant, Squid Game)

Slide 17 - Slide

Nooit een hoofdletter
Seizoenen, dagen, maanden en windstreken (herfst, juni, maandag, noorden)

Religieuze groeperingen (christelijk, islam)

Samenstellingen van religieuze feesten (kerstvakantie, paasweekend)

Tijdperken (middeleeuwen, prehistorie)


Slide 18 - Slide

Spelling H1
Naam + klas op je boekje

Maak opdracht 1 (blz. 3 + 4):
Verbeter de zinnen door hoofdletters te plaatsen waar nodig. 

Slide 19 - Slide

Huiswerk


Opdracht 'Hoofdletters' afmaken (blz. 3 + 4)

Enquête invullen (link via Teams)

Slide 20 - Slide