08. Alles afmaken, neologismeles - 418BK en CK - 11 februari 2019

WELKOM! 
Zet de tafels in U-vorm!


1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

WELKOM! 
Zet de tafels in U-vorm!


Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 
  1. Neologismeles (40 min.)
    - theorie (10 min.)
    - quiz (10 min.)
    - oefening (20 min.)
  2. Lokaalwissel
  3. Achterstanden inhalen (35 min.)
  4. Vooruitblik (5 min.)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen wat een neologisme is.
  2. Ik kan uitleggen welke manieren ik kan gebruiken om de betekenis van een woord op te zoeken.
  3. Ik kan zelf de betekenis van een onbekend woord/neologisme achterhalen.
  4. Ik begrijp hoe ik op een creatieve manier met taal in mijn beroep kan omgaan.
Let op: bij uitleg --> mobiel en oordoppen weg! 

Slide 3 - Slide

Wat is een neologisme? 
  • nieuw woord of nieuwe betekenis 
  • eendagsvliegen, bijvoorbeeld Bokitoproof.
  • Betekenis:
    bestand tegen (de gevolgen van) vernielzuchtig gedrag (van dieren) en vandalisme (van mensen). Genoemd naar de zilverruggorilla Bokito, die op 18 mei 2007 werd uitgedaagd door een vrouw, uit zijn dierenverblijf in Blijdorp ontsnapte en haar ernstig verwondde.

  • Niet meer weg te denken? Dan ex-neologismen.
    Bijvoorbeeld e-mail, e = electronic.

Slide 4 - Slide

Wat is een neologisme? 
  • Een neologisme is een nieuw gevormd woord. Het kan ook een bestaand, oud woord zijn dat een nieuwe betekenis krijgt. 
  • Veel neologismen zijn eendagsvliegen, bijvoorbeeld Bokitoproof.
  • Betekenis:
    bestand tegen (de gevolgen van) vernielzuchtig gedrag (van dieren) en vandalisme (van mensen). Genoemd naar de zilverruggorilla Bokito, die op 18 mei 2007 werd uitgedaagd door een vrouw, uit zijn dierenverblijf in Blijdorp ontsnapte en haar ernstig verwondde.

  • Sommige neologismen worden zo goed in de taal opgenomen, dat ze niet meer zijn weg te denken. Dit noemen we dan ex-neologismen.
    Bijvoorbeeld e-mail, e = electronic.

Slide 5 - Slide

Hoe kan ik de betekenis van een woord vinden? 
  1. In het woord zelf.
    --> oorsprong in het Latijn
    --> een samenstelling van twee woorden die je apart wel kent

  2. In de context van het woord.
    Kun je de betekenis herleiden uit de zin of de alinea waarin het woord staat? 

  3. In het woordenboek

Slide 6 - Slide

Hoe kan ik de betekenis van een woord vinden? 
  1. In het woord zelf.
    --> Het Nederlands kent veel woorden die hun oorsprong kennen in het Latijn. Het gaat hierbij om voor- en achtervoegsels. Als je de betekenis hiervan kent, zal dit je helpen bij het herleiden van de betekenis. (Zie lijst.)
    -->Soms is een woord een samenstelling van twee woorden die je apart wel kent. Daarmee zou je ook de betekenis kunnen herleiden. 

  2. In de context van het woord.
    Kun je de betekenis herleiden uit de zin of de alinea waarin het woord staat? 

  3. In het woordenboek

Slide 7 - Slide

Voorbeeld: betekenis in het woord zelf
  • Synoniem betekent?
    syn = gelijk (Latijn)
    oniem = naam of woord (Grieks en Frans)

  • De Dikke van Dale zegt:
    sy·no·niem (bijvoeglijk naamwoord)
    1 hetzelfde betekenend: die woorden zijn synoniem

    sy·no·niem (het; o; meervoud: synoniemen)
    1 woord met (bijna) dezelfde betekenis: gelukwensen is een synoniem van feliciteren

Slide 8 - Slide

De context gebruiken
  • De 'context' zijn de woorden rondom het nieuwe
    woord of de voorgaande zinnen.
  • De context helpt je te raden wat het woord betekent.

  • Soms staat er verderop in de tekst een synoniem.
  • Betekenis synoniem: een woord dat bijna hetzelfde betekent. 

Slide 9 - Slide

Voorbeeld: betekenis in het woord zelf? 
  • Drieklapskus betekent?


Slide 10 - Slide

Voorbeeld: betekenis uit de context halen
  • ‘Nederlandse mannen geven hun drieklapskus over het algemeen alleen aan vrouwen. Als ze een man tegenover zich treffen houden ze het bij een handdruk.’ (Eggeraat, 2017)
  • … 
  • Betekenis: Verschijnsel dat iemand een bekende bij wijze van begroeting drie zoenen geeft.
    (Typisch Nederlands, meestal in volgorde rechterwang – linkerwang – nogmaals rechterwang.) 

Slide 11 - Slide

Wat betekent brotox?
A
dit is een soort vergif
B
een gezond drankje waar je vriendelijk van wordt
C
botox voor mannen

Slide 12 - Quiz

Wat is een wifirollator?
A
heel traag internet
B
een snelle rollator
C
rollator die uitgerust is met een wifihotspot

Slide 13 - Quiz

Wat is een pillenklok?
A
een medicijnwekker
B
een bakje voor pillen
C
een nieuw soort xtc

Slide 14 - Quiz

Wat is een olifantenpad/olifantenpaadje?
A
niet-officieel fietspad/wandelpad: om af te snijden
B
een speciaal soort pad (kikker)
C
een heel groot wandelpad

Slide 15 - Quiz

olifantenpad
Niet-officieel fietspad of wandelpad dat in de loop van de tijd ontstaat doordat fietsers of wandelaars een stuk afsnijden van de route van het normale fietspad of wandelpad (kortste route). 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Ik ben op zoek naar jullie doeprikkel.

Wat betekent dit? 

Slide 18 - Slide

doeprikkel

Slide 19 - Mind map

doeprikkel
Iets wat iemand prikkelt om iets te ondernemen, om iets met plezier en veel inzet te gaan doen ...

Slide 20 - Slide

Oefening neologismen
Wat betekenen de volgende neologismen?
appongeluk
regenboogtaal
antiaanrandstrip
wildbreien
festivaluta
ontspullen

Werk in tweetallen, zachtjes overleg. 
Schrijf jullie bevindingen op (gebruik GEEN internet).
Over 7 minuten bespreken we de betekenissen klassikaal.

timer
7:00

Slide 21 - Slide

Antwoorden deel 1
  • appongeluk 
    Een ongeluk waarbij een verkeersdeelnemer betrokken is die tijdens het ongeval aan het appen was.
  • regenboogtaal 
    Genderneutrale taal, bv. in de aanspreking van personen.
  • antiaanrandstrip of anti-aanrandstrip 
    Strip die in een onderbroek gekleefd kan worden, bij een mogelijke aanranding een berichtje stuurt naar je smartphone met de vraag of alles oké is en, als niet binnen dertig seconden geantwoord wordt, contactpersonen en hulpdiensten waarschuwt. Tegelijkertijd wordt een geur van rotte eieren verspreid om de aanrander af te schrikken.

Slide 22 - Slide

Antwoorden deel 2
  • wildbreien
    Breien in de openbare ruimte, waarin de breiwerkjes vervolgens ook ter versiering opgehangen worden, bijvoorbeeld om bomen, lantaarnpalen of bankjes heen. 
  • festivaluta
    Munten of bonnen waarmee je op een festival kunt betalen voor je drankjes, eten, etc. 
  • ontspullen 
    Spullen die je niet gebruikt weggooien, weggeven of tegen een laag bedrag verkopen, met de bedoeling ruimte in je huis én in je hoofd te creëren. 

Slide 23 - Slide

Neologismen?  
- Marketing, communicatie en evenementen
- Managementassistent

Slide 24 - Slide

Korte break: lokaalwissel
timer
5:00

Slide 25 - Slide

Vul eerst het formulier in
  1. In je mail heb je een link gekregen.
  2. Klik op de link en vul het formulier in.
  3. Indien je jouw boek hebt ingevuld op de lijst, kun je verdergaan met het afmaken van jouw taken. 


Slide 26 - Slide

Wat gaan we dit uur doen?
Alles afmaken! 
  1. ZELFSTANDIG WERKEN - onderstaand afmaken:
    - TD werkwoordspelling: ond + pv + vt dw, pv tt, pv vt (extra volt. dw.)
    - Luisteren taak 3 opdracht 3 en 6 blz. 89
    - Oefenen Quizlet.com (BAngevare) - taak 11-20
  2. Klaar? Taalverzorging!
    - extra oefenen 3F (online) - veelgemaakte fouten
    - werkboek blz. 214 en verder (taak 2)

Slide 27 - Slide

Evaluatie
Ik verlaat de les en ik neem mee ... 

FIJNE VAKANTIE! 

Slide 28 - Slide