Weerbaarheid

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel van dit keuzedeel
De beginnend beroepsbeoefenaar ontwikkelt middels dit keuzedeel het vermogen (fysiek/mentaal/communicatief) om in moeilijke situaties adequaat te kunnen reageren en dat leidt tot regiebehoud, veerkracht en zelfvertrouwen​

Slide 2 - Slide

Mijn ervaring

Slide 3 - Slide

Wat is een belangrijke voorwaarde om weerbaar te kunnen zijn?
A
Je moet niet bang zijn
B
Je moet je eigen grenzen kennen
C
Je moet je lichamelijk kunnen verdedigen

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Noem eens een voorbeeld van het overschrijden van persoonlijke grenzen

Slide 6 - Open question

Durf jij je eigen grenzen aan te geven?
JA
NEE
Soms wel, soms niet

Slide 7 - Poll

Weerbaarheid

Slide 8 - Slide

Mentale weerbaarheid
Alles wat je denkt, wat je denkt bepaalt wat je doet
                                            Iets doen = Gedrag

Gedrag kan veranderen door de omgeving of situatie

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Fysieke weerbaarheid
Fysiek = Je lichaam

Hoe sta je?
Wat doen je armen? Hoe staan je schouders? Wat doen je benen?
Heb je bepaalde vaardigheden? 
Ben je gezond? Ken je je eigen kracht?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Morele weerbaarheid
Wat is eerlijk?
Wat is belangrijk?
Geweten = Dat wat jij goed of niet goed vindt

Opkomen voor je mening en standpunten

Slide 13 - Slide

Kan komen door opvoeding, religie, kan ook geweten worden genoemd.

Slide 14 - Slide

Waarover gaat morele weerbaarheid?
A
over de mate waarin je geestelijke fit bent
B
over de mogelijkheden om je lichamelijk weerbaar op te stellen
C
over de moed en de kracht om je te houden aan de waarden en normen die jij belangrijk vindt

Slide 15 - Quiz

Wanneer ben je fysiek weerbaar?
A
als je geestelijk in evenwicht bent en lekker in je vel zit
B
als je lichamelijk in staat bent in moeilijke omstandigheden te functioneren zoals je dat wilt en zoals dat van je verwacht wordt
C
als je de moed en de kracht hebt om je te houden aan de waarden en normen die jij belangrijk vindt

Slide 16 - Quiz

Wanneer ben je mentaal weerbaar?
A
als je geestelijk in evenwicht bent en lekker in je vel zit
B
als je de moed en de kracht hebt om je te houden aan de waarden en normen die jij belangrijk vindt
C
als je lichamelijk in staat bent in moeilijke omstandigheden te functioneren zoals je dat wilt en zoals dat van je verwacht wordt

Slide 17 - Quiz

Opdracht 5-10 min.
Maak de uitgedeelde opdracht, daarna bespreken we het klassikaal. 

Slide 18 - Slide

Fasen van weerbaar zijn
1. selectiefase
2.De uitprobeerfase
3. Het toeslaan

Slide 19 - Slide

De selectiefase
Een agressor kiest een slachtoffer uit. Wilt succes dus kiest iemand die hij aankan. Herkent onzeker gedrag

Slide 20 - Slide

De uitprobeer fase
De agressor heeft iemand gekozen. Gaat testen hoe diegene reageert.
Bijvoorbeeld dichtbij staan, aanraken, rare vragen stellen, dreigen

Slide 21 - Slide

Het toeslaan
Als het slachtoffer niets terugdoet, weet de agressor dat ie kan doorgaan, dit doet ie dan ook.

Slide 22 - Slide

!
Ervaren agressors pikken slachtoffers er zo uit.
Onderzoek in gevangenis die geweld hadden gepleegd.
Foto's van mensen, en aanwijzen wie ze zouden kiezen als slachtoffer.
Vaak dezelfde personen gekozen

Slide 23 - Slide

Basishouding
  1. Buikademhaling
  2. Sterk staan
  3. Oogcontact
  4. Stemgebruik
  5. Benoemen ongewenst gedrag 

Slide 24 - Slide

Voorbeeld
Je zit in een vriendengroep, waarvan de meerderheid besluit om ergens in te breken. Er wordt op je ingepraat om mee te doen. Je staat alleen op uitkijk
Wat ga je doen?

Slide 25 - Slide

Welke fases kennen we?
A
Kijken, selectie, toeslaan
B
Selectiefase, uitprobeerfase, selecterende fase
C
Selectiefase, uitprobeerfase, toeslaan
D
Selectiefase, doenfase, uithalenfase

Slide 26 - Quiz

Vooruitzicht
professionele weerbaarheid
Gedrag veranderen
Functioneel en niet functioneel gedrag
Veerkracht

Slide 27 - Slide

Hoe vonden we vandaag?
Tip en Top?

Slide 28 - Open question