DELE Luisteren A2 2020 Spaans

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 2

Luisteren Spaans

• Je gaat een luisteropdracht maken.
• Je krijgt de vragen in het Nederlands ook op papier.
• De antwoorden noteer je in deze LessonUp.
• ¡Mucha suerte!

Hoe werkt het?

• Je krijgt eerst de vraag te zien (staat ook op papier)
  
• Dan klik je door naar het videofragment en beluister je het fragment
• Dan klik je door om de vraag te kunnen beantwoorden.
• Klik daarna door naar het volgende fragment
• Het kan zijn dat je 2 keer moet doorklikken

Vraag 1 - Je luistert naar een man die in gesprek is met een verkoopster

1. Wat heeft de man al?                     ¿Que tiene ya el hombre?

a. magnetron

b. wasmachine

c. afwasmachine

02:27

1. Wat heeft de man al? ¿Que tiene ya el hombre?

1. Magnetron
2. Wasmachine
3. Afwasmachine

Vraag 2 - Je luistert naar een man in gesprek met zijn dokter

2. Waar heeft de man pijn?               ¿Que le duele al hombre?

a. voet

b. nek

c. arm

04:53

2. Waar heeft de man pijn? ¿Que le duele al hombre?

1. voet
2. nek
3. arm

Vraag 3 - Je luistert naar een vrouw en een verkoper

3. Wat koopt de vrouw?                  ¿ Qué compra la mujer?

a. laarzen

b. sokken

c. handschoenen

05:47

3. Wat koopt de vrouw? ¿ Qué compra la mujer?

1. laarzen
2. sokken
3. handschoenen

Vraag 4 - Je luistert naar een vrouw in gesprek met iemand van de VVV

4. Wat heeft de vrouw in de stad al wel gedaan? ¿Qué ha hecho ya la mujer en la ciudad?

a. strand

b. pretpark

c. fietsen

Vraag 5 - Je luistert naar een gesprek tussen twee vrienden in een restaurant

5. Wat heeft de vrouw nodig?              ¿Qué necesita la mujer?

a. een mes

b. het zout

c. een servet

07:27

4. Wat heeft de vrouw in de stad al gedaan? ¿Qué ha hecho ya la mujer en la ciudad?

1. het strand bezocht
2. het pretpark bezocht
3. gefietst

Vraag 6 - Je luistert naar een gesprek tussen een man en een vrouw

6. Waar werkt de man nu?         ¿Dónde trabaja el hombre ahora?

a. in een fabriek

b. op kantoor

c. in een kapperszaak

09:11

5. Wat heeft de vrouw nodig?
¿Qué necesita la mujer?

1. een mes
2. het zout
3. een servet

Je luistert naar 6 fragmenten uit een radioprogramma.

Eerst krijg je een voorbeeld (opdracht cero)

Pablo Molina

a. heeft geen dansles in de ochtend

b. geeft gedurende de hele week dansles

c. heeft meer dan 20 groepen in zijn dansschool

10:42

6. Waar werkt de man nu?
¿Dónde trabaja el hombre ahora?

1. in een fabriek
2. op kantoor
3. in een kapperszaak

Vraag 7

De VVV ...

a. is sinds een jaar geopend

b. heeft al 10 vestigingen in Spanje

c. zoekt voor dit jaar personeel.

13:49

Voorbeeld:
Pablo Molina

1. heeft geen dansles in de ochtend
2. geeft gedurende de hele week dansles
3. .heeft meer dan 20 groepen in zijn dansschool

Vraag 8

Het programma ‘La semana de Radio Clave …’

a. kun je elke dag beluisteren

b. is vandaag voor het eerst

c. heeft een nieuwe uitzendtijd

14:48

7. De VVV

1. is sinds een jaar geopend
2. heeft al 10 vestigingen in Spanje
3. zoekt voor dit jaar personeel

Vraag 9

De Spaanse lessen zijn

a. van 10 tot 12 in de ochtend

b. in het cultuurhuis

c. voor kinderen en jongeren

16:26

8. Het programma ‘La semana de Radio Clave …’

1. kun je elke dag beluisteren
2. is vandaag voor het eerst
3. heeft een nieuwe uitzendtijd

Vraag 10

De presentatrice zegt dat vandaag

a. luisteraars vragen mogen stellen

b. gesproken wordt over schooltijden

c. een genodigde gebeld gaat worden.

18:02

9. De Spaanse lessen zijn

1. van 10 tot 12 in de ochtend
2. in het cultuurhuis
3. voor kinderen en jongeren

Vraag 11

De reclame van supermarkt La Pradera zegt

a. dat je deze week tegen speciale prijzen kunt kopen

b. dat het goedkoper is om via internet te kopen

c. dat ze gratis aan huis bezorgen.

19:31

10. De presentatrice zegt dat vandaag

1. luisteraars kunnen bellen
2. gesproken wordt over schooltijden
3. een genodigde gebeld gaat worden

Vraag 12

In het programma Vida Cotidiana hebben ze het over

a. de prijs van de appartementen in Madrid

b. de goedkoopste wijken om in te wonen in Madrid

c. hoe je appartementen kunt vinden om samen te wonen

21:10

11. De reclame van supermarkt La Pradera zegt

1. dat je deze week met korting kunt kopen
2. dat het goedkoper is om via internet te kopen
3. dat ze gratis aan huis bezorgen

Vraag 13-18

Je luistert naar een gesprek tussen twee vrienden, Manuel en Olga.

In de papieren opgaven zie je een aantal stellingen (13-18)

Geef aan of de stelling betrekking heeft op Manuel (A) of op Olga (B) of geen van beiden (C)

Lees de stellingen nu goed door.

22:43

12. . In het programma Vida cotidiana hebben ze het over

1. de prijs van de appartementen in Madrid
2. de goedkoopste wijken om in te wonen in Madrid
3. hoe je appartementen kunt vinden om samen te wonen

27:26

Vul hier de letters in die je bij de stelling 13-18 hebt gevonden. Zonder spaties achter elkaar. Bijv: ABCABC

Vraag 19 - 28 -Berichten

• Je luistert naar 8 berichten.
• Bij elk bericht hoort 1 van de stellingen A-K (papier)
• Noteer op papier welke stelling bij welk bericht hoort
• Je hoort eerst een voorbeeld (ejemplo). Dit telt ook mee.
• Na het voorbeeld krijg je 45 seconden om de stellingen door te lezen.
  Na 45 seconden volgt de rest van de berichten

39:43

Noteer hier de letters waarvan jij denkt dat ze bij de berichten 0-7 horen; 8 letters dus, zonder spaties
Bijv. AJDBCEHF

Dit was de laatste vraag

Je mag de opdracht afsluiten