5.1 Bewegen 2K bewegingen vastleggen les 1

Bewegen 
Hoofdstuk 5.1 - 2 kl
Bewegingen vastleggen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bewegen 
Hoofdstuk 5.1 - 2 kl
Bewegingen vastleggen

Slide 1 - Slide

Vandaag
Start nieuwe hoofdstuk. Boek deel B
wat weet je al quiz
uitleg 5.1
huiswerk

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over beweging?

Slide 3 - Slide

Tijdens het fietsen kun je versnellen of vertragen. Welke opmerkingen zijn waar?
A
Als je versnelt, ga je steeds langzamer bewegen
B
Als je vertraagt, ga je steeds langzamer bewegen
C
Als je versnelt, ga je steeds sneller bewegen
D
Als je vertraagt, ga je steeds sneller bewegen

Slide 4 - Quiz

Waarom gebeuren op besneeuwde en gladde wegen meer ongelukken dan op droge wegen?
A
Banden hebben meer grip op gladde wegen. Bij het remmen glijd je dan minder ver door.
B
Banden hebben minder grip op gladde wegen. Bij het remmen glijd je dan verder door.
C
Banden hebben minder grip op gladde wegen. Bij het remmen glijd je dan minder ver door.

Slide 5 - Quiz

Op de weg naar school fiets je met een snelheid van 18 kilometer per uur. Wat betekent dat?
A
Dat je er een minuut over doet om 18 kilometer te fietsen
B
Dat je er een uur voer doet om 18 kilometer te fietsen
C
Dat je er een seconde over doet om 18 kilometer te fietsen

Slide 6 - Quiz

Op vakantie maak je een lange fietstocht van 30 kilometer. Je fietst met een snelheid van 15 kilometer per uur. Hoe lang doe je erover?
A
een half uur
B
twee uur
C
één uur
D
vier uur

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat je op een stroboscopische foto ziet.
  • Je kunt uitleggen hoe je een stroboscopische foto maakt.
  • Je kunt een afstand-tijdtabel maken van een beweging.
  • Je kunt op een afstand-tijddiagram tekenen van een afstand-tijdtabel.

Slide 8 - Slide

bewegingen vastleggen
Er zijn verschillende manieren om beweging vast te leggen. Dat kan bijvoorbeeld door :
- meerdere foto's achter elkaar
- een filmpje
- een stroboscopische foto

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Stroboscopische foto
wat moet je onthouden?
1. De foto wordt gemaakt door een stroboscooplamp
2. De stroboscooplamp geeft een kort lichtflits
3. De tijd tussen de lichtflitsen is altijd even lang

Slide 14 - Slide

Een afstand-tijdtabel van een stroboscopische foto, wat moet je onthouden?

1. De afstand weet je door de foto langs een meetlat te houden
2. De tijd weet je, omdat je de tijd tussen de lichtflitsen weet. 

Slide 15 - Slide

Voorbeeld



Hier zie je een voorbeeld van een stroboscopische foto
Gegeven: de tijd tussen de flitsen is 0,5 seconden
We meten de afstand door naar de voorkant van de bal te kijken
I
I
I

Slide 16 - Slide

Eerste stap van een afstand-tijdtabel maken: de tijd invullen



Er is gegeven dat er elke 0,5 
seconden en flits is, daarom 
ziet de afstand-tijdtabel er als
 volgt uit:

Slide 17 - Slide

Hoeveel afstand heeft de bal afgelegd bij C?
I
A
1 cm
B
10 cm
C
100 cm
D
1 m

Slide 18 - Quiz

Hoeveel afstand heeft de bal afgelegd bij D?
I
A
2,2 cm
B
22 cm
C
220 cm
D
2,2 m

Slide 19 - Quiz

Tweede stap van een afstand-tijdtabel maken: de afstand invullen



Vul de afstand in cm in die de
bal afgelegd heeft voor 
A t/m G

Slide 20 - Slide

Van een afstand-tijdtabel naar een afstand-tijdgrafiek
Een afstand-tijdgrafiek maak je aan de hand van de tabel die je eerst maakt. 
1. Teken een assenstelsel en zet tijd langs de horzontale en afstand langs de verticale as
2. Teken de gegevens uit de tabel als punten in
3. Trek een vloeiende lijn door de punten heen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Lezen en maken 5.1 in je werkboek
leren flitskaarten 5.1

Slide 23 - Slide