2M - 6.1 Licht en schaduw

Hoofdstuk 6: Hoe gaan we verder?
Week
Do
Vr
20
Afmaken §6.1
Toetsbespreking + §6.2 Spiegelbeelden
21
§6.2 Spiegelbeelden
§6.3 Licht en kleur
22
Hemelvaart
Hemelvaart
23
§6.3 Licht en kleur
§6.4 IF en UV straling
24
§6.4 IF en UV straling
Begin H7 (§7.1) 
25
§7.1 / Inleverdatum
§7.2
We besteden max. twee lesuren aan een paragraaf. Je maakt zelf thuis de weektaak af.

Praktische afsluiting H6
P.O. bestaande uit een werkblad en een video/schrijfopdracht. 

Dit moet met een V worden afgerond.

Inzet, motivatie, etc. in SOM.

1 / 144
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 144 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6: Hoe gaan we verder?
Week
Do
Vr
20
Afmaken §6.1
Toetsbespreking + §6.2 Spiegelbeelden
21
§6.2 Spiegelbeelden
§6.3 Licht en kleur
22
Hemelvaart
Hemelvaart
23
§6.3 Licht en kleur
§6.4 IF en UV straling
24
§6.4 IF en UV straling
Begin H7 (§7.1) 
25
§7.1 / Inleverdatum
§7.2
We besteden max. twee lesuren aan een paragraaf. Je maakt zelf thuis de weektaak af.

Praktische afsluiting H6
P.O. bestaande uit een werkblad en een video/schrijfopdracht. 

Dit moet met een V worden afgerond.

Inzet, motivatie, etc. in SOM.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Let op!
Voor dit hoofdstuk zul je ALTIJD je geodriehoek, potlood, gum en tekenspullen nodig hebben.
En dus ook je WERKBOEK. Neem die dus mee.
Laptops blijven in de TAS.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

§6.1 Licht en schaduw

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
6.1.1 Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
6.1.2 Je kunt schematisch lichtstralen tekenen
6.1.3 Je kunt uitleggen hoe je voorwerpen om je heen kunt zien die zelf geen licht geven.
6.1.4 Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.
 6.1.5 Je kunt uitleggen welke schaduwbeelden ontstaan als een voorwerp verlicht wordt door één lamp of door twee lampen.

 


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen Vandaag




6.1.1 Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
6.1.2 Je kunt schematisch lichtstralen tekenen.
6.1.3 Je kunt uitleggen wat er gebeurt als licht diffuus teruggekaatst wordt.


 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Lichtbron
Een voorwerp dat zelf licht geeft, noem je een lichtbron.
 De zon en de sterren zijn natuurlijke lichtbronnen. 
Kaarsen, lampen en tl-buizen zijn kunstmatige lichtbronnen (door de mens gemaakt).

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De maan
De maan geeft zelf geen licht maar kaatst het licht van de zon terug. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Directe lichtbronnen = lamp, zon, tv scherm = alles wat zelf licht geeft
Indirecte lichtbronnen = de maan, mensen, dieren = alle voorwerpen die licht weerkaatsen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lichtstralen
Licht schijnt alle kanten op. Licht beweegt langs rechte lijnen. Deze lichtstralen kan je tekenen zoals hiernaast. 
Je ziet de lamp als een deel van het licht in je ogen valt. 
De lichtstralen bewegen steeds verder uit elkaar. Daarom is het licht zwakker hoe verder je van de lichtbron staat. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorwerpen die zelf geen licht geven
De meeste dingen om je heen geven zelf geen licht. Je kunt ze alleen zien wanneer ze verlicht worden. Het licht dat op het voorwerp valt, wordt dan in alle richtingen teruggekaatst
In de natuurkunde zeg je dan dat het licht diffuus teruggekaatst wordt. Je ziet het voorwerp als een deel van dit teruggekaatste licht in je ogen valt.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

 §6.1 - aan de slag!

Lezen: blz 56-57
Maken: §6.1 opdr 1, 2, 3, 4, 5

Klaar=zelfstandig nakijken in je online boek of bij mij.

Ga verder met het lezen van blz. 58-59, en het maken van opdrachten 6, 7, 8, 10







timer
15:00
Vraag jezelf: "Begrijp ik: lichtbronnen, lichtstralen, en diffuus licht?"

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

6.1 Licht en schaduw

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Let op!
Voor dit hoofdstuk zul je ALTIJD je geodriehoek, potlood, gum en tekenspullen nodig hebben.
En dus ook je WERKBOEK. Neem die dus mee.
Laptops blijven in de TAS.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Inleiding
- Korte terugblik licht
- Uitleg schaduw
- Opdrachten (tekenen schaduw)
- Afsluiting

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 6: Hoe gaan we verder?
Week
Do
Vr
20
Afmaken §6.1
Toetsbespreking + §6.2 Spiegelbeelden
21
§6.2/§6.3 Licht en kleur
§6.3 Licht en kleur
22
Hemelvaart
Hemelvaart
23
§6.3/§6.4 
§6.4 IF en UV straling
24
§6.4 IF en UV straling
Begin H7 (§7.1) 
25
§7.1 / Inleverdatum
§7.2
We besteden max. twee lesuren aan een paragraaf. Je maakt zelf thuis de weektaak af.

Praktische afsluiting H6
P.O. bestaande uit een werkblad en een video/schrijfopdracht. 

Dit moet met een V worden afgerond.

Inzet, motivatie, etc. in SOM.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen Vandaag




6.1.4 Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.
6.1.5 Je kunt bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden.



 


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Link

This item has no instructions

Welke lichtbronnen zijn natuurlijk? en welke kunstmatig? Sleep de foto's naar de juiste omschrijving. 
Kunstmatige lichtbronnen
Natuurlijke lichtbronnen
Indirecte lichtbron

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Schaduw
Als een voorwerp het licht tegenhoudt, ontstaat er een schaduw. Dat is waar het licht niet rechtstreeks kan komen. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Schaduw tekenen
Om een schaduw te tekenen volg je 2 stappen:

1) Teken de lichtstralen die net niet door het voorwerp tegengehouden worden. Deze heten de randstralen.

2) Kleur het gebied achter het voorwerp dat tussen de twee randstralen in ligt. Dit is het gebied waar het licht niet rechtstreeks kan komen: het schaduwgebied.
Lichtbron
Voorwerp
Schaduwgebied
Randstraal
Randstraal

Slide 21 - Slide

This item has no instructions


Wat gebeurt er met de schaduw van een voorwerp, wanneer je het voorwerp dicht bij de lamp neerzet?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Grootte schaduw
Als licht van een lamp komt kan de grootte van de schaduw veranderen als het voorwerp verplaatst.
Hoe dichter bij de lamp, hoe groter de schaduw. 

Staat het voorwerp verder bij de lamp weg, dan wordt de schaduw kleiner

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wanneer geen schaduw? 

Doorzichtige voorwerpen krijgen geen echte schaduw. 

Zij laten het licht wel (deels) door.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Soorten schaduw
Maar soms heb je meerdere, of een grote lichtbron. 

Dan krijg je verschillende soorten schaduw. 

Achter een ondoorzichtig voorwerp ontstaat schaduw omdat het licht wat er opvalt er niet doorheen kan.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Soorten schaduw
  • Halfschaduw: Een schaduw 
       waar niet alle lichtbronnen schijnen.
  • Kernschaduw: een schaduw waar geen enkele lichtbron schijnt.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Kernschaduw en halfschaduw
Als een voorwerp door één klein lampje wordt verlicht, krijg je een duidelijk schaduwbeeld. 
Als een voorwerp door twee lampjes wordt verlicht, ontstaan er twee schaduwbeelden .

Op de plaats waar die beelden over elkaar heen vallen, is de schaduw het donkerst. Dit noem je de kernschaduw. Het licht van de twee lampjes kan hier niet komen. Links en rechts van de kernschaduw zie je een lichtere halfschaduw. Hier kan het licht van het ene lampje wel komen, maar dat van het andere lampje niet. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Één lichtbron
Twee lichtbronnen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Schaduw (kern en half)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

 §6.1 - aan de slag!

Lezen: blz 58-59
Maken: §6.1 
proef 1 bladzijde 87, 88
en opdr 6 t/m 10

Klaar=zelfstandig nakijken in je online boek of bij mij.











timer
15:00
Vraag jezelf: "Begrijp ik: schaduw en hoe ik een schaduw moet tekenen?"

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Regels
Ga zitten: lopen gebeurt niet meer zonder toestemming.
Boek, potlood, geodriehoek uit je tas.
Laptop blijft in je tas.
Tas op de grond.
10 min lezen zonder geluid: §6.2 Spiegelbeelden, blz. 64-66. Begin aan de opdrachten:1-11, 13, 14.
Daarna: uitleg + werken opdrachten.
Laatste 15 minuten: toetsbespreking.




timer
10:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

§6.2 Spiegelbeelden

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat een spiegelbeeld is.
  2. Je kunt de spiegelwet uitleggen.
  3. Je kunt met de spiegelwet tekenen hoe een lichtstraal door de spiegel teruggekaatst wordt.
  4. Je kunt met de spiegelwet verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan.
  5. Je kunt uitleggen waarom je een bolle spiegel gebruikt

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Terugkaatsing van licht

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Terugkaatsen van licht
Verstrooide terugkaatsing

Licht kaatst terug in verschillende richtingen 
Spiegelende terugkaatsing

Licht kaats terug in 1 richting 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Diffuse terugkaatsing

Bij diffuse weerkaatsing wordt het licht in alle richtingen gereflecteerd.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Spiegelende terugkaatsing

Bij spiegelende weerkaatsing wordt het licht in één richting gereflecteerd.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Een lamp is op een witte muur gericht. De ruwe muur weerkaatst het licht.
Er is hier sprake van ...
A
Absorptie
B
Spiegeling
C
Spiegelende terugkaatsing
D
Diffuse terugkaatsing

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Vincent weerkaatst het licht van de zon via het scherm van zijn iPad in jouw ogen. Waar is dit een voorbeeld van?
A
Diffuse terugkaatsing
B
Wisselende terugkaatsing
C
Spiegelende terugkaatsing
D
Een vervelende expert

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Spiegelbeeld bij een rechte spiegel
Afstand van het voorwerp tot de spiegel is altijd even groot als de afstand van het spiegelbeeld tot de spiegel.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Spiegelbeeld tekenen

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Spiegelbeeld tekenen

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Spiegelbeeld tekenen

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Spiegelbeeld tekenen

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Spiegelbeeld tekenen

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Spiegelbeeld
Als je voor de spiegel staat zie je een virtueel beeld van jezelf in de spiegel

De afstand tussen jou en de spiegel is de voorwerpsafstand (v)

De afstand tussen jouw spiegelbeeld en de spiegel is de beeldafstand (b)

v = b

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Spiegelbeeld
Spiegelbeeld is een virtueel beeld. 

Dit betekent dat het beeld niet echt is. 

Virtueel = denkbeeldig

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Spiegelwet

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Spiegelwet

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Spiegelwet

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Normaal

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Spiegelwet

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

De spiegelwet
De hoek die de spiegel maakt met de normaal, wordt de hoek van inval (∠i) genoemd. 

De teruggekaatste straal maakt ook een hoek met de normaal: de hoek van terugkaatsing (∠t).

Volgens de spiegelwet:
Bij terugkaatsing door een spiegel is de hoek van inval gelijk aan de hoek van terugkaatsing: ∠i=∠t

De normaal
De normaal is een lijn die loodrecht op het spiegelende oppervlak wordt getekend. Deze lijn is gepositioneerd op de plek waar het invallende licht de spiegel raakt.

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

Slide 60 - Video

This item has no instructions

Spiegelwet

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Heb je nog een vraag
over deze paragraaf?

Slide 62 - Mind map

This item has no instructions


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 63 - Poll

This item has no instructions

maken §6.2

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

 §6.2 - ga verder met de opdrachten!
Theorie: blz 64-66
Maken: §6.2 opdracht 1 t/m 11, 13, 14

Klaar = zelfstandig nakijken in je online boek of bij mij.











timer
10:00
Vraag jezelf: "Begrijp ik: de spiegelwet en hoe ik een spiegelbeeld kan tekenen?"

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat een spiegelbeeld is.
  2. Je kunt de spiegelwet uitleggen.
  3. Je kunt met de spiegelwet tekenen hoe een lichtstraal door de spiegel teruggekaatst wordt.
  4. Je kunt met de spiegelwet verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan.
  5. Je kunt uitleggen waarom je een bolle spiegel gebruikt

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

Regels
Ga zitten: lopen gebeurt niet meer zonder toestemming.
Boek, potlood, geodriehoek uit je tas.
Laptop mag alleen voor nask gebruikt worden in de les.
Tas op de grond.






timer
10:00

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

§6.2 Spiegelbeelden

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat een spiegelbeeld is.
  2. Je kunt de spiegelwet uitleggen.
  3. Je kunt met de spiegelwet tekenen hoe een lichtstraal door de spiegel teruggekaatst wordt.
  4. Je kunt met de spiegelwet verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan.
  5. Je kunt uitleggen waarom je een bolle spiegel gebruikt

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

Slide 70 - Video

This item has no instructions

 §6.2 - afronden
Theorie: blz 64-66
Maken: 
Proefje 4 "de plaats van het spiegelbeeld" - blz 92 en 93 
EXTRA: schrijf een zin op in het spiegelbeeld en controleer of deze goed is geschreven met de spiegel.

Ga daarna verder met:
§6.2 opdracht 1 t/m 11, 13, 14
Rond §6.2 af voor jezelf!!!











timer
10:00
Vraag jezelf: "Begrijp ik: de spiegelwet en hoe ik een spiegelbeeld kan tekenen?"

Slide 71 - Slide

This item has no instructions

Spiegelbeeld
Spiegelbeeld is een virtueel beeld (niet echt)

Voorwerpafstand = afstand van beeld tot spiegel
Beeldafstand = afstand van spiegelbeeld tot spiegel

Voorwerpafstand = beeldafstand


Slide 72 - Slide

This item has no instructions

Slide 73 - Video

This item has no instructions

Water
Welkom 2M1
Maak de opdrachten 10 en 12 van 6.2      START IN:
Je hebt straks je laptop nodig                              



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.

timer
3:00

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

Regels
Ga zitten: lopen gebeurt niet meer zonder toestemming.
Boek, potlood, geodriehoek uit je tas.
Laptop blijft in je tas.
Tas op de grond.
10 min lezen zonder geluid: §6.3 Licht en kleur, blz. 74-76. Begin aan de opdrachten: 1 en 2
Daarna: uitleg + werken opdrachten.





timer
10:00

Slide 76 - Slide

This item has no instructions

§6.3 Licht en kleur

Slide 77 - Slide

This item has no instructions

§ Introductie
§ 6.1 Licht en schaduw
§ 6.2 Spiegelbeelden
§ 6.3 Licht en kleur
§ 6.4 Infrarode en ultraviolette straling

Slide 78 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
  1. Terugblik/voorkennis
  2. Leerdoelen
  3. Instructie (uitleg)
  4. Controle §6.2 opdrachten & lesmateriaal in orde
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk

Slide 79 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
  1. Je kunt uitleggen dat een spiegelbeeld op één belangrijk punt verschilt van de wereld voor de spiegel.
  2. Je kunt de spiegelwet uitleggen met behulp van een tekening.
  3. Je kunt tekenen hoe een lichtstraal door een spiegel teruggekaatst wordt.
  4. Je kunt met de spiegelwet verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan.


Slide 80 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben jullie geleerd van het proefje met de spiegels?


  • Wie denkt dat spiegels links en rechts omdraaien?
  • Wie denkt dat spiegels boven en onder omdraaien?
  • Wie denkt dat spiegels voor en achter omdraaien?
  • Waarom staat ambulance in spiegelbeeld op de ambulance? 

Slide 81 - Slide

This item has no instructions

Slide 82 - Video

This item has no instructions

Huiswerkcontrole

Maak van paragraaf 6.2
opdracht: 1 t/m 8

Slide 83 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen §6.3 Licht en kleur
  1. Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
  2. Je kunt uitleggen wat hoe je de samenstelling van licht kunt onderzoeken met een zakspectroscoop.
  3. Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht.

Slide 84 - Slide

This item has no instructions

Het kleurenspectrum
Het witte zonlicht bestaat uit alle kleuren van de regenboog
Dat zie je als je zonlicht op een prisma laat vallen, zoals in de opstelling van afbeelding 2. 
  • Je kunt de verschillende kleuren licht ook weer       samenvoegen. 
  • Je krijgt dan weer wit licht.

Slide 85 - Slide

This item has no instructions

Je kunt uitleggen wat een spectrum is en op welke manier je dat zichtbaar kunt maken


Slide 86 - Slide

This item has no instructions

De zakspectroscoop
Met een zakspectroscoop kun je de samenstelling van licht onderzoeken (afbeelding 3). 
Als je in de spectroscoop kijkt, zie je een spectrum van het licht van de lamp.
Je kunt zo zien uit welke kleuren het licht bestaat.

Slide 87 - Slide

This item has no instructions

De zakspectroscoop
De meeste lampen geven licht dat uit verschillende kleuren bestaat (afbeelding 4). Normaal gesproken zie je die kleuren niet; je ziet alleen een mengkleur. In het licht van een halogeenlamp zitten bijvoorbeeld alle kleuren van de regenboog. Toch heeft het licht van een halogeenlamp geen duidelijke kleur – het is een beetje gelig.

Slide 88 - Slide

This item has no instructions

Gekleurde voorwerpen zien

Slide 89 - Slide

This item has no instructions

  • Licht dat niet wordt teruggekaatst, wordt geabsorbeerd (=opgenomen).
  • Het licht wordt dan omgezet in warmte.


Gekleurde voorwerpen zien

Slide 90 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Maak van paragraaf 6.3
opdracht: 1 t/m 4, 9 en 10

rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 91 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak de opdrachten van paragraaf 5.1
1 t/m 8
Je mag samenwerken!

Slide 92 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting: we weten....
  1. Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
  2. Je kunt uitleggen wat je met een zakspectroscoop kunt onderzoeken.
  3. Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht.

Slide 93 - Slide

This item has no instructions

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 94 - Poll

This item has no instructions

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 95 - Poll

This item has no instructions

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
  • Zet in je Planner!
  • Maak de opdrachten van paragraaf 6.3 opdracht: 1 t/m 4, 9 en 10

Dank je wel voor je aandacht!


Slide 96 - Slide

This item has no instructions

 §6.2 - afronden
Theorie: blz 64-66
Maken: 
Proefje 4 "de plaats van het spiegelbeeld" - blz 92 en 93 
EXTRA: schrijf een zin op in het spiegelbeeld en controleer of deze goed is geschreven met de spiegel.

Ga daarna verder met:
§6.2 opdracht 1 t/m 11, 13, 14
Rond §6.2 af voor jezelf!!!











timer
10:00
Vraag jezelf: "Begrijp ik: de spiegelwet en hoe ik een spiegelbeeld kan tekenen?"

Slide 97 - Slide

This item has no instructions

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 98 - Poll

This item has no instructions

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 99 - Poll

This item has no instructions

Prettige VAKANTIE!!!!!!!!!! Woohoo!!!!

Slide 100 - Slide

This item has no instructions

Regels
Ga zitten: lopen gebeurt niet meer zonder toestemming.
Boek, potlood, geodriehoek uit je tas.
Laptop mag je erbij hebben vandaag.
Tas op de grond.





timer
10:00

Slide 101 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
  1. Terugblik §6.1 (snelle quiz)
  2. Instructie §6.4 (IF)
  3. (Gezamenlijk: opdracht 4 (IF))
  4. Instructie §6.4 - (UV)
  5. (Gezamenlijk: opdracht 7 (UV)) 
  6. Zelfstandig werken aan HW
  7. Afsluiting

Slide 102 - Slide

This item has no instructions

Terugblik §6.1: snelle quiz
Sla je boek open zodat je je eigen antwoorden snel kan opzoeken.

Pak je laptop erbij voor LessonUp.

Slide 103 - Slide

This item has no instructions


1. Welke foto is gemaakt bij helderwit daglicht?
2. Bij wat voor licht is de andere foto genomen?
A
1. de linker foto 2. geelbruin licht
B
1. de linker foto 2. bruingrijs licht
C
1. de rechter foto 2. geelbruin licht
D
1. de rechter foto 2. bruingrijs licht

Slide 104 - Quiz

This item has no instructions

kledingstuk
zuiver rood licht
zuiver groen licht
zuiver blauw licht
wit T-shirt
groen T-shirt
rood T-shirt
zwart T-shirt
In tabel 1 staan vier verschillend gekleurde T-shirts. Geef aan of het T-shirt het licht grotendeels TERUGKAATST (T) of grotendeels ABSORBEERT (A).
Sleep het goede antwoord naar de bijbehorende groene cel.
T
A
T
A
T
A
T
A
T
A
T
A
T
A
T
A
T
A
T
A
T
A
T
A

Slide 105 - Drag question

This item has no instructions

Dennis voetbalt bij Sparta in een wit shirt met rode strepen. Als hij onder een natriumlamp doorloopt, verandert hij even in een speler van een andere voetbalclub.
Om welke club gaat het?
A
ADO Den Haag (geel-groen gestreept)
B
Go Ahead Eagles (rood-geel gestreept)
C
Heracles Almelo (zwart-wit gestreept)
D
Vitesse (zwart-geel gestreept)

Slide 106 - Quiz

This item has no instructions

Zijn er nog vragen over §6.3?
Ik loop straks langs om te kijken of je wel de opdrachten hebt gemaakt.

Slide 107 - Slide

This item has no instructions

Infrarood
Zichtbaar
Ultraviolet
§6.4 Infrarode en 
Ultraviolette Straling

Slide 108 - Slide

This item has no instructions

LD 6.4.1 - Je kunt beschrijven waar infrarode en ultraviolette straling zich in het spectrum bevinden. 
Infrarood en ultraviolet kunnen onze ogen niet waarnemen.

Infrarood ligt in het spectrum voor rood licht.

Ultraviolet ligt in het spectrum achter violet licht.

Slide 109 - Slide

This item has no instructions

Tekst
infrarood straling

Slide 110 - Slide

This item has no instructions

LD 6.4.2 Je kunt kenmerken benoemen van IR en UV straling
LD 6.4.3 Je kunt toepassingen noemen van IR en UV straling

Slide 111 - Slide

This item has no instructions

Infrarood
Vrijwel alles (ook wij) zendt infrarood straling uit. 
De ene sterker dan de andere.

Hoe hoger de temperatuur van het voorwerp, hoe hoger de infrarood straling is. 

Slide 112 - Slide

This item has no instructions

Toepassingen van Infrarode straling
Infrarode straling wordt gebruikt in afstandsbedieningen, beveiligingssystemen en in communicatieapparatuur zoals mobiele telefoons.

Slide 113 - Slide

Geef enkele voorbeelden van apparaten die infrarode straling gebruiken en hoe ze werken.
Infrarode straling
Infra = voor                     IR-straling = warmte

Slide 114 - Slide

This item has no instructions

Toepassingen van infrarode straling
  • In de afstandsbediening van de TV.
  • Infraroodsensor -->  deze sensor is gevoelig voor warmte. Als er bijvoorbeeld een lamp hangt met infraroodsensor kan het lampje aan gaan zodra een mens of dier langs loopt (automatische schakeling).
  • Alarmsystemen 
  • Automatische winkeldeuren (zoals bij veel supermarkten) 

Slide 115 - Slide

This item has no instructions

10 min: lezen en opdracht 4 maken

Slide 116 - Slide

This item has no instructions


4a. Freek zegt dat het lekker warm aanvoelt op het terras, omdat de ir-straling de lucht op het terras warm maakt. 
Leg uit of Freek gelijk heeft of niet.

Slide 117 - Open question

This item has no instructions

In figuur 10 zie je een ander soort terrasverwarming. Deze wordt warm door gas te verbranden. Boven deze verwarmingselementen zitten kappen die een spiegelende binnenkant hebben.
Wat moet de binnenkant van de kap weerkaatsen?
A
Rood licht
B
Ultraviolet licht
C
Het spiegelbeeld
D
Infrarood licht

Slide 118 - Quiz

This item has no instructions


4c. Wat gaat er fout als het element (van de verwarmer met gas) niet zo’n kap zou hebben? 4d. En waarom is de spiegelende kap nodig bij de ir-terrasverwarming?

Slide 119 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk volgende les
  • Maken van §6.4: 1 t/m 7 + 9
  • Ga je naar het vwo? Maak dan ook 10 t/m 12
  • Nakijken: antwoorden staan in SOM of online
Goede filmpjes: https://youtu.be/YlJutd3rzt8 en https://youtu.be/DFxEgyI5D0E

Eerder klaar?
  • Vergeet niet het werkblad in te vullen en in te leveren voor een V.

Slide 120 - Slide

This item has no instructions

Regels
Ga zitten: lopen gebeurt niet meer zonder toestemming.
Boek, potlood, geodriehoek uit je tas.
Laptop mag je erbij hebben vandaag.
Tas op de grond.





timer
10:00

Slide 121 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
  1. Inleiding
  2. Instructie §6.4 - (UV)
  3. Zelfstandig werken aan HW
  4. Uitdelen P.O. + werkblad
  5. Afsluiting - Kahoot?

Slide 122 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk volgende les - 2M
  • Maken van §6.4: 1 t/m 6 (7 heb je al gedaan)
  • Nakijken: antwoorden staan online
Goede filmpjes: https://youtu.be/YlJutd3rzt8 en https://youtu.be/DFxEgyI5D0E

Eerder klaar?
  • Controleer of je de opdrachten van 6.3 allemaal hebt gemaakt.
  • Vergeet niet het werkblad in te vullen en in te leveren voor een V.

Slide 123 - Slide

This item has no instructions

LD 6.4.2 Je kunt kenmerken benoemen van IR en UV straling
LD 6.4.3 Je kunt toepassingen noemen van IR en UV straling

Slide 124 - Slide

This item has no instructions

Ultraviolette straling (UV)

De zon straalt licht en warmte uit, maar ook UV straling!
De UV straling kan  je ook niet zien! 

Slide 125 - Slide

This item has no instructions

Ultraviolette straling
1.In het spectrum van een uv-lamp vind je ultraviolette straling naast het violet. 
2. Dat kun je aantonen met een fluorescerende stof. Zo’n stof kan zelf licht geven als er ultraviolette straling op valt. 
 

Slide 126 - Slide

This item has no instructions

Ultraviolet = 'voorbij het violet'
Ultraviolette straling

Slide 127 - Slide

This item has no instructions

Infrarood
Ultraviolette

Slide 128 - Slide

This item has no instructions

Dat kun je aantonen met een fluorescerende stof. Zo’n stof kan zelf licht geven als er ultraviolette straling op valt

Slide 129 - Slide

This item has no instructions

Toepassingen ultraviolette straling 

Slide 130 - Slide

This item has no instructions

Uv-lampen
Er zijn lampen die vooral ultraviolette straling uitzenden. Denk bijvoorbeeld aan de uv-lampen in zonnebanken en de blacklights in discotheken. Behalve ultraviolette straling geven deze lampen ook een beetje violet licht. Aan dit violette licht kun je uv-lampen en blacklights herkennen. 


Slide 131 - Slide

This item has no instructions

Ultraviolet (UV)
Zorgt ervoor dat je bruin wordt

  • Zon
  • Zonnebank
  • Geld controleren
  • Bijen

Slide 132 - Slide

This item has no instructions

LD 6.4.4 Je kunt uitleggen wat de gevaren zijn van uv-straling

Slide 133 - Slide

This item has no instructions

Ultraviolet-straling

Slide 134 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 7a

Slide 135 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 7b

Slide 136 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 7c

Slide 137 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 7d

Slide 138 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk volgende les
  • Maken van §6.4: 1 t/m 7
  • Nakijken: bij mij of online
Goede filmpjes: https://youtu.be/YlJutd3rzt8 en https://youtu.be/DFxEgyI5D0E

Eerder klaar?
  • Begin met het werkblad en/of de P.O. - allebei met een V afronden.

Slide 139 - Slide

This item has no instructions

P.O. - moet met een V of G worden afgerond
 Wat je minimaal bij de opdracht moet maken:
- uitwerkingen in de vorm van een half a4 (in dat geval moet alles juist zijn)

Beter:
- een filmpje, ingesproken presentatie of een poster bij de opdracht.

Slide 140 - Slide

This item has no instructions

Slide 141 - Video

This item has no instructions

Afsluiting
Volgende week:
- proefjes met licht
- werken aan de P.O. in de les
- afsluiten H6

Slide 142 - Slide

This item has no instructions

Slide 143 - Video

This item has no instructions

https://create.kahoot.it/details/f9927519-1c16-45b6-902f-50c41881e9fc

Slide 144 - Slide

This item has no instructions