This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H6.4 Druk
Slide 1 - Slide
Leerdoelen 1.4
Je kan uitleggen wat druk is.
Je weet de eenheid van druk en kan deze ook omrekenen naar andere eenheden
Je weet wat de formule van druk is.
Je kan de formule van druk toepassen.
Je weet welke evenredigheid er tussen druk en oppervlakte is.
Vaardigheden:
Je kan eenheden omrekenen
Je kan formules omschrijven.
Slide 2 - Slide
Druk in de praktijk:
de naaldhakken van Angelina Jolie en een olifantenpoot
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Verschil tussen kracht en druk?
Een kracht oefen je uit op een voorwerp. De kracht wordt uitgedrukt in Newton.
Druk is de kracht die een voorwerp uitoefent op een oppervlakte.
Slide 5 - Slide
DRUK
Druk is de kracht die een voorwerp op een bepaald oppervlak uitoefent.
Slide 6 - Slide
Formule & eenheden druk
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
nova-natuurkunde.secure.malmberg.nl
Slide 10 - Link
Slide 11 - Slide
1
Druk - grondoppervlak
Slide 12 - Slide
Druk & oppervlakte
1
2
3
Slide 13 - Slide
1
Druk - grondoppervlak
Slide 14 - Slide
1
Vrachtauto - druk
Slide 15 - Slide
Uitwerking opdracht 1
1
Slide 16 - Slide
Opdracht 1
timer
5:00
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Wat is de eenheid van kracht?
timer
0:10
A
Newton
B
Kilogram
C
Newton per vierkante meter
D
Watt
Slide 20 - Quiz
Een vrachtwagen moet door een modderig terrein om de lading te lossen. Hoe kan de chauffeur er voor zorgen dat de banden minder diep in de modder komen te zitten?
timer
0:10
A
De banden verbreden
B
De banden versmallen
C
Minder banden
D
kleinere banden
Slide 21 - Quiz
Wat is de eenheid van druk?
timer
0:10
A
Newton
B
Kilogram
C
Newton per vierkante meter
D
Watt
Slide 22 - Quiz
Hoe bereken je de druk
timer
0:10
A
oppervlakte x massa
B
oppervlakte x kracht
C
massa : oppervlakte
D
kracht : oppervlakte
Slide 23 - Quiz
Bereken de druk. Een voorwerp heeft een massa van 12 kg en staat op een ondersteunend vlak van 0,6 m2
timer
0:10
A
2 N/m2
B
20 N/m2
C
200 N/m2
D
2000 N/m2
Slide 24 - Quiz
Bereken de druk van een dame van 70 kg die op naaldhakken loopt en met 1 hak op de grond staat. De naaldhak heeft een oppervlakte van 1 cm2