This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Procenten
3.1 t/m 3.3
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
* Procenten & breuken
* Een deel uitrekenen
* Aan de slag met oefeningen
Slide 2 - Slide
Het woord procent betekent:
A
deel van het geheel
B
van de 100
C
is het zelfde als een breuk
D
ik weet het niet
Slide 3 - Quiz
Hoeveel procent is 1/4?
A
20%
B
50%
C
25%
D
40%
Slide 4 - Quiz
Hoeveel procent is elk streepje?
A
10%
B
5%
C
1%
D
50%
Slide 5 - Quiz
Hoeveel procent is 50 van 250?
A
0,2 %
B
20 %
C
1,6 %
D
160 %
Slide 6 - Quiz
Procenten en Breuken
Een procent is één honderdste deel. 100% is het totaal. Een percentage geeft een aantal procenten aan. Je kunt een percentage omrekenen naar een breuk.
Slide 7 - Slide
2 : 7 x 100 = 28,57
Dus: 28,6%
Slide 8 - Slide
Schrijf 1/8 als percentage
timer
2:00
A
10%
B
15%
C
12,5%
D
17,5%
Slide 9 - Quiz
Een deel uitrekenen
Je kunt uitrekenen welke hoeveelheid bij een percentage hoort.
Om het overzichtelijk te houden kun je het beste gebruik maken van een verhoudingstabel....
80 van de 200 studenten is man. Hoeveel procent is man?
Student
200
1
80
%
100
0,5
40
Slide 10 - Slide
Een percentage uitreken
winkel
75
0,75
6
%
100
1
8
Slide 11 - Slide
Een professionele wielrenploeg heeft een budget van 8.500.000 per jaar. 4% van het budget wordt uitgegeven aan het medische team van de ploeg. Hoeveel euro geeft de wielrenploeg per jaar uit aan het medische team?