Estar + gerundio

Trabajando juntos, podemos lograr más.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
SpaansSecundair onderwijs

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Trabajando juntos, podemos lograr más.

Slide 1 - Slide

We vliegen er terug in!
Het lijkt al zo lang geleden dat we elkaar in levende lijve zagen. Het lijkt al zo lang geleden dat we samen konden werken en nadenken om ons doel te bereiken. Vanaf vandaag zullen we dat opnieuw doen, maar dan op een digitale manier, elk vanuit zijn of haar eigen 'kot'. Als we dan weer allemaal samen zijn, dan zullen we eens zo snel vooruitgang boeken.                        
Wie doet mee?

Slide 2 - Slide

¿Cómo vamos a hacerlo?
Vandaag ga jij stap voor stap door het leerpad dat ik gemaakt heb. Het zal je zeker lukken! Sla geen stappen over, lees de opdracht goed en denk goed na over de oefeningen. Je hoeft je niet te haasten, je doet alles op jouw tempo. Ik ben er zeker van dat het je zal lukken! Is er toch iets waar je moeite mee hebt, aarzel dan niet om me een bericht te sturen. 

Slide 3 - Slide

¿Qué tenemos que hacer hoy? 
Vandaag wil ik samen met jou een stukje grammatica inoefenen waarover ik al in de les uitleg gaf. Het gaat over de constructie "estar + gerundio". ¿Recuerdas? 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

2 partes: estar + gerundio
Zoals je kon horen én zien in het filmpje hebben we steeds 2 elementen nodig: een vorm van 'estar' en de onveranderlijke 'gerundio'. Dat herinner je je vast nog uit de lessen?

Eerst hebben we het over deel dat moet vervoegd worden, namelijk "estar". Daarna nemen we die onveranderlijke vorm, de "gerundio" onder de loep. 

Slide 6 - Slide

Estar
We beginnen met dat eerste deel 'estar'. In de volgende stappen, zal je oefeningen maken op de vervoeging van estar. Dat zou al goed in je vingers moeten zitten. Succes!

Slide 7 - Slide

Voor je aan de slag gaat, herhalen we snel nog even de vervoeging van estar.  Weet je even niet meer goed hoe je de werkwoorden met de juiste klemtoon moet uitspreken, klik dan op het luidsprekertje.
Yo
Estoy
Estás
Él/ ella/ usted
Está
Nosostros
Estamos
Vosostros
Estáis
Ellos/ ellas/ ustedes
Están

Slide 8 - Slide

(1) Juan y yo ________ comiendo mucho.
A
están
B
estoy
C
está
D
estámos

Slide 9 - Quiz

(2) Alina _____ haciendo deporte.
A
estás
B
estés
C
está
D
esté

Slide 10 - Quiz

(3) Mis hermanos ______ leyendo los poemas de Pablo Neruda.
A
estéis
B
estámos
C
estáis
D
están

Slide 11 - Quiz

(4) ______ (yo) escribiendo una carta para mis abuelos.
A
Estay
B
Está
C
Estamos
D
Estoy

Slide 12 - Quiz

(5) Los vecinos _____ hablando con mi hermanita.
A
Estamos
B
Estan
C
Están
D
Estáis

Slide 13 - Quiz

El gerundio
Om onze werkwoordelijke constructie volledig te maken, hebben we nog dat tweede deel nodig: el gerundio. De gerundio is erg makkelijk te vormen. Laten we dat eens samen bekijken. 

Slide 14 - Slide

Verbos regulares
Terminación
Ejemplo
infinitivo
gerundio
infinitivo
gerundio
-ar
-ando
hablar
hablando
-er
-iendo
comer
comiendo
-ir
-iendo
vivir
viviendo

Slide 15 - Slide

- AR
- ER
- IR
subiendo
escribiendo
traduciendo
mirando
trabajando
abriendo
Respondiendo
volviendo
mostrando
Ofreciendo

Slide 16 - Drag question

Rad van fortuin
Draai 5 keer aan het rad. Bij elke beurt zeg je luidop de juiste gerundio-vorm bij het regelmatige werkwoord. 5 keer een ander werkwoord. Groen is bonus! Gebruik het schemaatje in de vorige stap als hulp.

Slide 17 - Slide

Algunos verbos irregulares
Goed bezig! De regelmatige vorming van de gerundio heb je ondertussen onder de knie. Laat ons nu eens de onregelmatige werkwoorden onder de loep nemen. In de volgende stap zie je drie categoriën van werkwoorden, in drie verschillende kleuren
(1) Klinkerverzwakking: E > I
(2) Klinkerverzwakking: O > U
(3) Stam op klinker: + Y

Slide 18 - Slide

Verbos irregulares
Decir
Diciendo
Dormir
Durmiendo
Pedir
Pidiendo
Morir
Muriendo
Repetir
Repitiendo
Poder
Pudiendo
Sentir
Sintiendo
Leer
Leyendo
Seguir
Siguiendo
Caer
Cayendo
Venir
Viniendo
Traer
Trayendo
Reír
Riendo
Ir
Yendo

Slide 19 - Slide

(1) ¡Qué calor! Estoy ____ (morir) de sed.

Slide 20 - Open question

(2) Juan está _____ (reír) mucho.

Slide 21 - Open question

(3)No entiendo lo que están _____ (decir).

Slide 22 - Open question

(4) Están ____ (ir) en la dirección equivocada.

Slide 23 - Open question

(5) Mi hija está ___ (dormir) en el coche.

Slide 24 - Open question

Nu leggen we de puzzel samen!

Slide 25 - Slide

Estar + gerundio: ¿Cuándo?
Usamos el perifrasis de ''gerundio + estar' para hablar de                 - acciones que ocurren en el momento de hablar,
- acciones que están en desarollo,
- acciones de "ahorra".

Slide 26 - Slide

Unos ejemplos...
Laura está nadando.






Mis abuelos están cocinando.

Slide 27 - Slide

(1) ¿Qué está haciendo tu madre?

Slide 28 - Open question

(2) ¿Qué está haciendo tu hermana?

Slide 29 - Open question

(3) ¿Qué está haciendo tu pareja?

Slide 30 - Open question

(4) Nu is het jouw beurt! Kijk rond, doe inspiratie op en schrijf hieronder een eenvoudige zin waarin je de constructie 'estar + gerundio' gebruikt. Wat is je broer, zus, hond ... bijvoorbeeld aan het doen?

Slide 31 - Open question

(5) Nog een laatste keer. Kijk goed rond in huis en formuleer een grammaticaal correcte zin met 'estar + gerundio'.

Slide 32 - Open question

Om te eindigen, vraag ik me af welke vragen jij nog hebt? Noteer ze hieronder!

Slide 33 - Open question

Heel goed gewerkt!

Slide 34 - Slide