Rekenen: verhoudingen deel 1

Verhoudingen
Rekenen 3F
Hoofdstuk 5
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verhoudingen
Rekenen 3F
Hoofdstuk 5

Slide 1 - Slide

Inhoud van de les
  • Leerdoelen en hersenkraker
  • Inleiding verhoudingen
  • Uitleg verhoudingen
  • Gezamenlijke oefenopgaven
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • herken je verhoudingen                                                                            die gelijk zijn aan elkaar
  • leer je rekenen met                                                    verhoudingstabellen

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij verhoudingen?

Slide 4 - Mind map

Voorbeeld
Emma verdient twee keer zoveel als Duco.

Als Duco €200 verdient, hoeveel verdient Emma dan?
Als Emma 650 euro verdient, hoeveel verdient Duco dan?

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Om slasaus te maken, meng je azijn en slaolie in de verhouding 1 staat tot 3. Wat betekent dit?

Er worden vier eetlepels azijn gebruikt. Hoeveel eetlepels slaolie heb je dan nodig voor de juiste verhouding?

Slide 6 - Slide

Verbind de gelijke verhoudingen met elkaar
6 : 48
9 : 21
3 : 12
1 : 4
1 : 8
3 : 7

Slide 7 - Drag question

Gerben heeft 12 liter groene verf nodig. De verfmachine mengt 1 liter blauwe verf met 2 liter gele verf. Hoeveel liter van elke kleur heeft hij nodig?

Slide 8 - Open question

Antwoord
"Gerben heeft 12 liter groene verf nodig. De verfmachine mengt 1 liter blauwe verf met 2 liter gele verf. Hoeveel liter van elke kleur heeft hij nodig?"
12 / (2+1) = 4
Hij moet dus 4 keer deze verhouding maken om tot 12 liter te komen.
4 liter blauw en 2x4=8 liter geel -> 4 + 8 = 12 liter

Slide 9 - Slide

Schaal berekenen
Als iets in een verkleinde/vergrote versie is nagemaakt, met dezelfde verhoudingen als het origineel, dan noem je dat een schaal.
Een schaal wordt weergegeven in cm.
Een schaal van 1 : 25 wil dus zeggen dat elke cm op de tekening in werkelijkheid 25 cm is.

Slide 10 - Slide

Hoeveel kilometer
afstand is er tussen 
deze twee dorpen?

Slide 11 - Slide

Verhoudingstabel
In een verhoudingstabel mag je zowel horizontaal als verticaal het hetzelfde getal vermenigvuldigen of door hetzelfde getal delen.


Slide 12 - Slide

In een bos rozen zitten 10 gele en 4 roze rozen. Dana wil een bos maken met 30 gele rozen. De verhouding blijft gelijk. Hoeveel roze rozen moet zij pakken?

Slide 13 - Open question

Zelfstandig werken
Zie boek en/of oefenblad

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide