thema 'Een woning zoeken' les 1

Thema 'een woning zoeken'
les 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 'een woning zoeken'
les 1

Slide 1 - Slide

woordenschatlessen op A2-niveau ter voorbereiding op het inburgeringsexamen.
het appartement
Hij woont in een appartement op de derde verdieping.
de flat
Zij woont in een flat op de zesde etage.

Slide 2 - Slide

De leerlingen schrijven de woorden in een woordenschrift en zetten eventueel de vertaling erbij. 

het paleis
De koning woont in een paleis.
de schuur
Een schuur is een gebouw(tje) bij je huis om spullen in op te bergen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

de villa
Hij woont in een grote villa met een prachtige tuin.
de garage
Ik zet mijn auto altijd in de garage.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

het balkon
Als het mooi weer is, zit ik graag op het balkon van mijn appartement.
het terras
Ik drink graag een kopje koffie op het terras van het café.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

de makelaar
De makelaar helpt mij bij het kopen van een huis..
de huur / de huurprijs
De huur voor mijn appartement is €650,00 per maand.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

de huisbaas
Het huis dat ik huur is van de huisbaas.
het materiaal
Het huis is gemaakt van stevige materialen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

het huurhuis
Hij woont zijn hele leven al in een huurhuis.
het koophuis
Mijn partner en ik wonen in een koophuis.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

de huurder
De huurder betaalt elke maand de huur.
de bewoner
De bewoners van het huurhuis zijn erg tevreden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
de flat
B
de schuur
C
de villa
D
het appartement

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
de garage
B
de schuur
C
de flat
D
het materiaal

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
de huurprijs
B
de makelaar
C
de huisbaas
D
de huurder

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Maak een zin met
"de huur".

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met
"het balkon".

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met
"de bewoner".

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met
"de flat".

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Werkvorm 1 - in duo's
Je krijgt van de docent een stapel kaartjes met plaatjes.
Je draait om de beurt een kaartje om en vertelt wat er op het kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm 2 - mix en ruil
Iedereen krijgt van de docent een kaartje met een plaatje. 
Als de docent zegt: 'start!' loopt iedereen door de klas.
Als de docent zegt; 'stop!' dan sta je stil en bespreekt met de persoon die bij jou in de buurt staat wat op je kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.
Ben je klaar? Ruil de kaartjes en wacht totdat de docent weer zegt: 'start!'

Slide 22 - Slide

This item has no instructions