Donderdag 10 maart

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 
  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

1 / 45
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 
  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Link

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1e lesuur:
8.45 - 9.30
Economie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
In deze paragraaf leer je hoe de overheid zorgt voor sociale zekerheid.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lars werkte bij een zorginstelling. Het bedrijf moest bezuinigen omdat de overheid minder geld wil uitgeven aan de zorg. Lars werd daardoor ontslagen en nu heeft hij geen loon meer. Nu moet hij bij dezelfde overheid aankloppen voor een uitkering.

Waardoor is de zorginstelling in moeilijkheden geraakt?

Slide 8 - Open question

Bijv.: bezuinigingen van de overheid om de kosten van de zorg te verminderen
Lars werkte bij een zorginstelling. Het bedrijf moest bezuinigen omdat de overheid minder geld wil uitgeven aan de zorg. Lars werd daardoor ontslagen en nu heeft hij geen loon meer. Nu moet hij bij dezelfde overheid aankloppen voor een uitkering.

Waarvan moet Lars leven als hij zijn baan kwijtraakt?

Slide 9 - Open question

Bijv.: het inkomen van zijn partner, een uitkering van de overheid
Bekijk de laatste loonstrook van Lars (zie bron). Hij weet van alle bedragen op zijn loonstrook maar één bedrag uit zijn hoofd, en dat is het bedrag dat hij op zijn bankrekening krijgt.
Lars krijgt iedere maand €....,.. (nettoloon) op zijn bankrekening.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Bekijk de laatste loonstrook van Lars (zie bron). Hij weet van alle bedragen op zijn loonstrook maar één bedrag uit zijn hoofd, en dat is het bedrag dat hij op zijn bankrekening krijgt. Lars betaalt voor zijn toekomstig pensioen.
Daarnaast draagt hij per maand een bedrag af voor de kosten van het hele land. Welk bedrag is dat? ...,..

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

2e lesuur:
9.30 - 10.15
Wiskunde

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

3e lesuur:
10.30 - 11.15
Engels

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel 
 I can use prefixes and suffixes in a sentence.

Ik kan voor- en achtervoegsels in een zin gebruiken.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Lees de blogpost. Kijk naar de gekleurde woorden. Schrijf de twee woorden die dezelfde kleur hebben naast elkaar en onderstreep het verschil tussen de woorden.

Slide 17 - Slide

Samen doen


communication - miscommunication
like - dislike
turned - returned (omdraaien - terugkomen)

Slide 18 - Link

This item has no instructions

Prefixes (voorvoegsels) 

Non- / un- / im- / il- / in- / ir- / dis- betekent ‘niet’ of ‘het tegenovergestelde’.
sense, used, possible, legal, compatible, responsible, appear
nonsense, unused, impossible, illegal, incompatible, irresponsible, disappear

Re- betekent ‘opnieuw’, ‘terug ’ of ‘als reactie op’ .
turn, visit, play, act
return, revisit, replay, react

Mis- betekent ‘verkeerd’ of ‘niet’ .
use, behave
misuse, misbehave






Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voeg een woord toe aan de voorvoegsels om correcte nieuwe woorden te maken.

Shirley’s latest thriller is about an in........... man.
A
Legal
B
visible
C
happy

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Voeg een woord toe aan de voorvoegsels om correcte nieuwe woorden te maken.

He doesn’t use any football apps because he dis......... the game.
A
Likes
B
Turns
C
Acts

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Voeg een woord toe aan de voorvoegsels om correcte nieuwe woorden te maken.

I'm sorry for this mis...... i'll try to resolve is as soon as possible.


A
Action
B
Understanding
C
Fiction

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Link

This item has no instructions

Suffixes = achtervoegsels

-er betekent ‘degene die de actie doet’.
teach, eat, rap
teacher, eater, rapper

-ing / -ment verandert het werkwoord in een zelfstandig naamwoord.
I’ll pay you back tomorrow.
The payment went through.
My mum paints for a living.
The painting was sold for a million pounds.

-ness verandert een bijwoord / bijvoeglijk naamwoord in een zelfstandig naamwoord.
The girl on TV is very kind.
I admire your kindness.








Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Select the correct suffix (achtervoegsel).
The teach..... corrected the mistakes in my essay.
A
er
B
ing

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Select the correct suffix
The announcement filled people's hearts with deep sad......
A
er
B
ness

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

In the countries where healthcare is free, you should receive free trea.......
A
ness
B
ment

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

4e lesuur:
11.15 - 12.00
Aardrijkskunde

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Immigratie in de nieuwe wereld

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Oorspronkelijke bewoners
Voordat de Verenigde Staten door de Europeanen werden ontdekt, woonden er zo'n 5 miljoen indianen.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Kolonie
De Amerikaanse oostkust was tussen 1674 en 1776 een kolonie van Engeland. In 1776 werd de kolonie zelfstandig. Zo ontstonden de Verenigde Staten. 

Kolonie = een gebied of land dat onder dwang van een ander land bestuurd wordt.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Immigratie
- Wat is immigratie?

- Amerika is een Immigratie land. wat betekent dit?
Immigratie

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Immigratie door de jaren heen
In 1492 werd Amerika ontdekt door Columbus.

Sindsdien zijn er immigranten uit Europa, Afrika, Latijns-Amerika en Azië in Amerika komen wonen.

Ze hadden verschillende vertrekredenen en vestigingsredenen. 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Vertrekredenen

- Wat zijn vertrekredenen?
Bijvoorbeeld: geweld, politiek in een land, oorlog, armoede, werkeloosheid. 


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Vestigingsredenen

- Wat zijn vestegingsredenen?
Bijvoorbeeld: werkgelegenheid, vrede, studeren, samen zijn met familie.


Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Cultuur
Wat is cultuur?

De Europese immigranten namen hun eigen cultuur mee naar Amerika. Maar de immigranten vormden samen ook een nieuwe cultuur

Engels werd de officiële taal in de Verenigde Staten. 


Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Cultuur
Tegenwoordig behouden immigranten vaker kenmerken van hun eigen cultuur (zoals de taal of eetgewoonten). 

De Verenigde Staten hebben nu een multiculturele samenleving.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

5e lesuur:
12.30 - 13.15
Biologie 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

6e lesuur:
13.15 - 14.00
NASK


Slide 42 - Slide

This item has no instructions

14.00 - 14.30
SoVa/Burgerschap/LOB/Ontspanning

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 45 - Slide

This item has no instructions