A-Nieuwsbegrip week 3 Schaken

begrijpend lezen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

begrijpend lezen

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les:
-Ik kan voorspellen waar een tekst over gaat.
- Ik ken de betekenis van de woorden van deze week.
-Ik kan meepraten over het nieuwsonderwerp van deze week.

Slide 2 - Slide


Wat weet jij al over: schaken?

Slide 3 - Mind map

Kan jij de juiste betekenis aan de woorden koppelen?
Het tijdverdrijf
De categorie
besteden aan
Voor de dag halen
willekeurig
de groep waar iets of iemand bij hoort
tevoorschijn halen, erbij pakken
iets leuks waar je tijd mee doorbrengt
iets wat zomaar gekozen is
gebruiken voor

Slide 4 - Drag question

Doel: Verkennen van de tekst.
Lees de tussenkopjes. Waar denk je dat de tekst over gaat?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

We gaan aan de slag met de tekst van woordenschat.

Slide 8 - Slide

Doel: Ik kan voorspellen waar de tekst over gaat door de inleiding te lezen.
Opdracht: Ik lees de inleiding.

Slide 9 - Slide


Over welk nieuws gaat deze tekst?
A
Schaken is een wereldsport.
B
Schaken wordt steeds populairder.
C
Iedereen schaakt omdat er corona is.
D
Schaken is de sport voor oude mensen.

Slide 10 - Quiz


Welke vraag heb je? Of welke vraag kan je stellen na het lezen van de inleiding?

Slide 11 - Open question

Doel: we lezen de tekst. Opdracht: lees de eerste alinea.

Slide 12 - Slide


Vraag: Wanneer heb je bij schaken gewonnen?
A
Wanneer je de koning van jouw tegenstander schaakmat hebt gezet.
B
Wanneer je als eerste schaakmat roept.
C
Wanneer je de koning van je tegenstander aantikt.
D
Wanneer je alle schaakstukken van het bord hebt gespeeld.

Slide 13 - Quiz


Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt. 

Slide 14 - Open question

Opdracht: Lees de alinea. 

Slide 15 - Slide


Vraag: Op welke leeftijd kan je met schaken beginnen?
A
Als volwassenen.
B
Vanaf jonge leeftijd.
C
Pas vanaf 10 jaar.
D
Vanaf 60 jaar.

Slide 16 - Quiz


Vraag: Je kan schaken op een bord aan tafel maar ook...?
A
Online.
B
op een dinerbord.
C
op een schoolbord.

Slide 17 - Quiz


Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt. 

Slide 18 - Open question

Opdracht: Lees de alinea. 

Slide 19 - Slide


Vraag: Waar besteed Eline de meeste tijd aan?
A
Aan het spelen van schaken.
B
Aan 4 uur schaken per dag.
C
Aan het studeren over schaken (boeken lezen, filmpjes kijken).
D
Aan luieren op de bank.

Slide 20 - Quiz


Welke nieuwe dingen over schaken heb je in de tekst gelezen? Schrijf er twee op.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

In google classroom kan je de verwerkingsopdrachten vinden onder het kopje Nieuwsbegrip. Maak ook de online opdrachten op de website van Nieuwsbegrip.

Slide 23 - Slide


Evaluatie: Ik heb de doelen van deze les behaald.
-Ik kan voorspellen waar een tekst over gaat.
- Ik ken de betekenis van de woorden van deze week.
-Ik kan meepraten over het nieuwsonderwerp van deze week.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll