12. 16 juni: Herhaling 1

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom vwo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom vwo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag maandag 16 juni: 
  • Numo: al gedaan
  • Herhaling

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 3 Perspectief
B, D, F*
Taalgebruik- hst 23
Verhalen - hst 9
Hst 6 Taal en identiteit
A, B, E, F*
Taal & Cultuur - hst 16
Taalgebruik- hst 1-6 + 8-10
Verhalen en gedichten -  hst 10
Tekstvorm recencie
Taalgebruik - hst 1-6 + 8-10, 13
Verhalen en gedichten - hst 3, 4, 8, 9, 10
Vandaag herhalen we wat paars is
F*: zelfstudie
En NUMO!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Schrijf in stilte op in je schrift: 

- Geef 6 tekstdoelen
- Geef 3 tekstsoorten
- Uit welke delen bestaat een tekst? 
- In welk deel vind je een samenvatting van de tekst? 
- In welk deel vind je een anekdote? 
- In welk deel vind je een vraag? 
- Wat is het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte? 
timer
5:00

Slide 4 - Slide

vwo
Schrijf in stilte op in je schrift: 
  1. Geef 2 tekstvormen van een informerende tekst
  2. Geef 2 tekstvormen van een waarderende tekst
  3. Hoe kan je aantrekkelijk schrijven in de inleiding?
  4. Wat is het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte? 
  5. Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord als 
  6. Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord onder andere
  7. Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord verder
  8. In welk deel van de tekst bij een recensie geef je informatie over thema, personages en perspectief?
timer
5:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

  1. Geef 2 tekstvormen van een informerende tekst


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

2.  Geef 2 tekstvormen van een waarderende tekst


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

4.  Hoe kan je aantrekkelijk schrijven in de inleiding?
  • Door je inleiding te beginnen met een anekdote;
  • Door een opvallende stelling of mening te geven; 
  • Door een bijzonder feitje te geven; 
  • Door de inleiding af te sluiten met een vraag.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

4.  Wat is het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte? 
  • Onderwerp: in één woord of woordgroep:
Vakantiebestemmingen
De populairste vakantiebestemmingen

  • Hoofdgedachte: in een hele zin: 
De populairste vakantiebestemmingen van Nederlanders zijn Turkije, Frankrijk en Spanje.  

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

5. Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord als 

6. Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord onder andere

7. Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord verder

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

8. In welk deel van de tekst bij een recensie geef je informatie over thema, personages en perspectief?

  • In de kern
  • Je geeft informatie over de literaire eigenschappen van het boek.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Recensie
Inleiding: samenvatting boek + aantrekkelijk schrijven
Kern: Literaire informatie geven
Slot: oordeel = mening + argument 


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Kern: literaire kenmerken
Perspectief
Thema
Personages
Tijd & Ruimte
Achtergrondinformatie schrijver

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Perspectief
Beschrijf wat prinses Tiana denkt/vindt. 
Schrijf 3 zinnen in ik-perspectief. 
timer
4:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Perspectief
Beschrijf wat de kikker (prins Naveen) denkt/vindt. 
Schrijf 3 zinnen in personaal perspectief. 
timer
4:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Literaire kenmerken: Thema
Overkoepelend onderwerp in een boek/film
Waarom is dat thema relevant? 

>> fragment kijken
Kijkvraag: Wat is een thema? 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Literaire kenmerken: Thema

Kijkvraag: Wat is een thema? 
  • magie
  • liefde
  • vriendschap
timer
1:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Literaire kenmerken: personages
Hoofdpersonage:
Menselijke eigenschappen: boos, verdrietig, vrolijk, verlegen;
Beschrijf de personage: innerlijk en uiterlijk; hobby's / werk / levensdoel

Bijfiguren:
Helpers / vrienden van de hoofdpersonage

Schrijf op: Beschrijf de hoofdpersonage van De prinses en de kikker. Geef minstens 3 zinnen.  
timer
3:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Tijd: wanneer speelt het verhaal zich af?
moderne tijd (nu), middeleeuwen, prehistorie, toekomst
Hoe weet je in welke tijd het verhaal afspeelt? Telefoons, vliegende schotels, typerende kleding, beroepen

Ruimte: waar speelt het verhaal zich af?
Op school, thuis, in een klein dorpje in Frankrijk, op de maan
Beschrijf meerdere locaties die belangrijk zijn in een verhaal. 

Opdracht: Beschrijf de tijd en ruimte van Prinses en de kikker. Schrijf minstens 3 zinnen. 
Tijd & Ruimte
timer
5:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Kern: literaire kenmerken
Perspectief
Thema
Personages
Tijd & Ruimte

>> Video kijken
Kijkvraag: Straks beschrijf je elk literair kenmerk 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Kern: literaire kenmerken
Perspectief > personaal perspectief
Thema
Personages
Tijd & Ruimte

Kijkvraag: Geef van elk kenmerk hierboven minstens 2 zinnen. Gebruik als perspectief 'personaal perspectief'.  
timer
8:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
onderwerp 
hoofdgedachte
tekstvormen
tekstsoorten
tekstdoelen

Literaire kenmerken: perspectief, thema, personages, tijd&ruimte

Slide 24 - Slide

This item has no instructions