H5 - Hoofdletters en aanhalingstekens -28 september 2022

Wat gaan we vandaag doen?
Eerste uur
- Lezen in je leesboek.
- Theorie over het gebruik van hoofdletters en aanhalingstekens (blz. 154).
- Zelf aan de slag.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?
Eerste uur
- Lezen in je leesboek.
- Theorie over het gebruik van hoofdletters en aanhalingstekens (blz. 154).
- Zelf aan de slag.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Tweede uur
- Theorie H1 - Lezen 
hoofd- en bijzaken en kernzinnen.
- Zelf aan de slag met opdrachten 


Slide 2 - Slide

Pak je leesboek en ga lekker lezen

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil in betekenis?
a. Toen Yvonne van de berg naar beneden kwam, stond haar man op haar te wachten.

 
b. Toen Yvonne van de Berg naar beneden kwam, stond haar man op haar te wachten.

Slide 4 - Slide

Doel van deze les

1. Je leert over hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 5 - Slide

Hoofdletters en aanhalingstekens
Hoofdletters:
  • Begin van de zin
  • Eigennamen
  • Bijvoeglijke naamwoorden die zijn afgeleid van aardrijkskundige namen

Slide 6 - Slide

Hoofdletters begin van de zin


- 's Ochtends eet ik altijd havermout.
- 11 carnavalsvierders waren verkleed als Disneyfiguur.


Slide 7 - Slide

Hoofdletters bij eigen namen


- meneer Van Dalen, meneer A. van Dalen, Alex van Dalen
- Greenpeace, het Willem-Alexander College
- de Maas

Slide 8 - Slide

Hoofdletters bij bijvoeglijke naamwoorden


- die zijn afgeleid van een aardrijkskundige naam zoals
Belgische bonbons, Franse kaas, Chileense wijn.

Slide 9 - Slide

Kleine letters gebruik je bij...
- bij samenstellingen met religieuze feesten: kerstvakantie, paasontbijt

- bij religies, stromingen en afgeleiden daarvan: christendom, islamieten

- bij windstreken: het oosten, het westen van Nederland, zuidwest

- bijnamen van seizoenen, maanden en periodes: herfst, oktober, de ijstijd

Slide 10 - Slide

Aanhalingstekens gebruik je bij...
- bij de directe reden/citaten
 'Wil jij de vaatwasser uitruimen?', vroeg Iris aan haar zus.
 'Ik kom wat later', zei Mees.
 Harry vroeg aan de voorbijganger: 'Weet u waar het station is?'

Slide 11 - Slide

GEEN aanhalingstekens bij...
- bij de indirecte reden en gedachten 
Harry vroeg aan een voorbijganger off hij wist waar het stations is.
Lente vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?

- bij titels
Olivier raadt mij aan om 'Wonder' van R.J. Palacio te lezen.

- als het woord zelf wordt bedoeld en niet de betekenis.
Veel mensen hebben moeite met de spelling van het woord 'barbecue'. 

Slide 12 - Slide

Zelf aan de slag
Maak opdracht 1, 2 en 3 - blz. 155
Weet je niet meer hoe het zit? Lees dan de theorie 
op blz. 154

Ben je al klaar? Dan pak je je leesboek en ga je lezen.

timer
15:00

Slide 13 - Slide

Antwoorden opdracht 2 blz. 155

Slide 14 - Slide

Antwoorden opdracht 1 blz. 155

Slide 15 - Slide

Antwoorden opdracht 3 blz. 155

Slide 16 - Slide

Je weet en kunt...


... hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken.

Slide 17 - Slide

5 minuten pauze 

Slide 18 - Slide